Toen PVV-Kamerlid Lilian Helder in maart 2011 vraagtekens zette bij een onderzoek naar het effect van taakstraffen op recidive, werd ze stevig bekritiseerd: “PVV Miep snapt statistiek niet“. NRC.nl beweert nu dat Lilian Helder toch gelijk had toen ze vragen stelde bij de studie van Wermink et al.. In het Kamerdebat zei ze toen over dat onderzoek dat de recidivekansen van criminelen met een gevangenisstraf en met een taakstraf vergeleek:
“Ik vind dat die onderzoeken appels met peren vergelijken; niet appels met koeien, zo ver wil ik niet gaan, maar wel appels met peren. Niet iedere persoon is immers hetzelfde. Recidive slaat terug op de persoon zelf. Iemand die een taakstraf opgelegd heeft gekregen en recidiveert, is iemand anders dan iemand die een vrijheidsstraf opgelegd heeft gekregen en recidiveert; diegene heeft een vrijheidsstraf ondergaan en geen taakstraf. Ik vind dat je die niet met elkaar kunt vergelijken.”
Nu blijkt, volgens NRC.nl, dat Helders zorgen terecht waren. Twee onderzoekers bekritiseren in het Tijdschrift voor Criminologie het onderzoek.*
De kritiek die raakt aan de opmerking van Lilian Helder is als volgt. Wermink et al. vergelijken de recidive onder mensen die voor het eerst voor een taakstraf werden veroordeeld met mensen die voor het eerst gevangenisstraf kregen. Probleem van deze vergelijking is dat de meeste mensen die gevangenisstraf krijgen (kortweg gesteld) doorgaans ‘zwaardere criminelen’ zijn en daarom eerder opnieuw de fout ingaan. Daarvoor moet je in de analyse voor corrigeren. De gebruikte methode van propensity matching koppelt daarom voor elk persoon met een taakstraf een soortgelijk (qua geslacht, leeftijd, achtergrond, soort delict, etc.) persoon met een gevangenisstraf. Groenendijk en Van Delft beargumenteren dat dit niet op een goede wijze is gebeurd, waardoor de gevonden verschillen tussen de groep met een gevangenisstraf en die met een taakstraf wellicht komen door heel andere factoren, zoals de (sociale) intelligentie van de dader.
Wat NRC.nl vergeet te vermelden is dat de auteurs van het oorspronkelijke artikel in het Tijdschrift voor Crimonologie reageren (paywall) op de kritiek. Zij stellen dat de techniek wel op een goede manier is uitgevoerd:
“De toereikendheid van het propensity score model wordt in onderzoek doorgaans afgeleid uit de mate waarin het model in staat is balans te creëren tussen de experimentele en controlegroep op de verschillende in het propensity score model meegenomen kenmerken. In ons geval zijn er na matching geen significante verschillen meer tussen experimentele en controlegroep, hetgeen nadere ondersteuning biedt voor de toereikendheid van het gekozen model.” (p. 72).
NRC.nl gaat op twee manieren de mist in. Allereerst door alleen aandacht te besteden aan de kritiek en het weerwoord maar even te vergeten. Daarbij is het goed om op te merken dat het onderzoek van Wermink et al. en een Engelstalige versie zijn gepubliceerd in peer-reviewed tijdschriften: er is dus alle reden om de argumenten van de auteurs, die door meerdere vakgenoten zijn bekeken, serieus te nemen.
Daarnaast gaat het dispuut tussen Wermink et al. en Groenendijk & Van Delft niet zozeer over de vraag of je groepen zou moeten vergelijken, maar of de gebruikte methode voldoet. Vergelijking is immers de enige manier waarop je inzicht kunt krijgen in het effect van bepaalde maatregelen. Je kunt moeilijk de geschiedenis terugspoelen om te kijken wat er was gebeurd als we verdachte A een taakstraf hadden gegeven in plaats van een gevangenisstraf. Het is goed dat er kritisch debat is over de vraag of de gebruikte vergelijking voldoet, maar je mag van NRC.nl op z’n minst verwachten dat ze beide kanten van dat debat belicht.
* NRC.nl verwijst overigens naar het verkeerde artikel, namelijk het originele artikel van Wermink et al.; de kritiek uit 2013 is van Groenendijk en Van Delft (paywall), die overigens een website bijhouden over het gewraakte onderzoek waarop de kritiek is terug te lezen.
Frans Groenendijk zegt
Fijn dat u die laatste alinea heeft toegevoegd. Waar ik een beetje verdrietig van word is dat de correctie van die link, die ik twee keer aangeboden heb als reactie onder het stuk, toevallig net niet door de moderatie komt!
Door het niet opnemen van de juiste link slaan nogal wat reageerders onder het stukje van Van den Dool, die wel door de moderatie gekomen zijn, de plank ernstig mis. Dat zal toch niet de bedoeling zijn van de NRC-moderator?
Robert Bleeker zegt
Beste Frans,
Het is (doorgaans) geen (persoonlijke) onwil van de NRC moderatie, wanneer een reacteur een link inzendt, en deze reactie vervolgens niet wordt getoond / doorgeplaatst.
Links worden namelijk door de NRC als regel niet doorgeplaatst en dat zal wel iets te maken hebben met copy-right wetgeving of iets dergelijks.
Om jouw (technische) probleem op te lossen, mail je bij voorkeur gewoon even rechtstreeks naar de redacteur (zie in de gratis onlin-versie, op het balkje onderaan het artikel, de “mail de redacteur knop”) of bel je met de redactie.
Je kunt in een lezersreactie natuurlijk ook de titel van het stuk, waarnaar je verwijst copy-pasten, met de vermelding, dat men die titel even in de Google machine moet zetten.
Ik raad je overigens, de NRC te verzoeken, om in een apart NRC artikel, een door jou/jullie te schrijven weerwoord op de aantijgingen van NRC te (mogen) publiceren, want in de kolom lezersreacties zullen jouw / jullie eventuele replieken wss een beetje ondersneeuwen.
In allerlaatste instantie kun je aan NRC ombudsman (Sjoerd de Jong) vragen, om een interventie te plaatsen, en de redactie te kapittelen.
Met vriendelijke groet,
en succes met jullie verdediging.
Robert Bleeker
d.d. 08-04-2013 / 23:54 uur
Frans Groenendijk zegt
Bedankt voor de reactie, Robert Bleeker.
Het idee dat er heel uitgebreid inhoudelijk gemodereerd wordt bij kranten probeer ik altijd zoveel mogelijk af te houden (zie bijvoorbeeld dit stukje over Trouw )
Zodoende heb ik ook rechtstreeks getwitterd naar Pim van den Dool. Hij gaf geen antwoord, maar de link werd vervolgens wel aangepast. Overigens weer zonder iets van ‘updated’ te vermelden in het stukje zelf. Helaas wordt zo de kans dat het over de kwaliteit van de beoefening van de sociale wetenschappen zou gaan ipv over de debatingcompetenties van mevrouw Helder of Gerstenhuizen helaas niet vergroot.
Mijn relatie met de NRC is niet zo goed. De kans dat deze krant een stuk van mijn hand zou plaatsen over criminologie schat ik lager in dan de kans dat het NOS-journaal me zou vragen om een commentaar over het Midden-Oosten! En die kans is al héél erg klein.
Dat heeft te maken met eerdere uitwisselingen met Sjoerd de Jong (schrijver van het Nederlandse voorwoord bij het beruchte boek van Edward Saïd) en Hubert Smeets, die ik nog ken uit de tijd dat wij beiden lid waren van de PSP! (hier een stukje verslag daarvan).
Ik zie overigens ook geen aantijgingen aan ons adres in dit stukje. Kapittelen van de redactie is mi niet aan de orde hier.