Vorige week gingen in Polen mensen massaal de straat op om te protesteren tegen wetgeving die de toch al beperkte mogelijkheden tot abortus in dit land verder zou inperken. En met succes: het wetsvoorstel werd uiteindelijk met grote meerderheid door het Poolse parlement verworpen en werd dit als een duidelijk succes van de protestbeweging gezien.
Er zijn talrijke andere voorbeelden te vinden waarin protest en sociale bewegingen een grote invloed op politieke besluitvorming hebben gehad en er bestaan talrijke studies, met name in de Amerikaanse context, naar die succesverhalen. Een mooi voorbeeld is het werk van Holly McCammon en collega’s naar de beweging voor het vrouwenkiesrecht (bijvoorbeeld hier [paywall]). Toch worstelen wetenschappers met de vraag hoe de invloed (of succes) van protest op politiek en beleid vast te stellen: vaak is het onduidelijk of (radicale) beleidsveranderingen inderdaad toe te schrijven zijn aan mobilisatie door sociale bewegingen, of dat er (deels) andere redenen aan ten grondslag liggen.
Agenda setting
In een studie die recent door het tijdschrift Social Forces (link, [paywall]) werd gepubliceerd, bestudeer ik de invloed van protest op de politiek door gebruik te maken van het idee van agenda setting. Meer specifiek kijken we naar de vraag of meer protest over een bepaald onderwerp ook resulteert in meer aandacht voor dat onderwerp in parlementaire vragen. Dit doen we in een zestal West-Europese landen. Nu is het feit dat parlementariërs vragen stellen over een bepaald onderwerp verre van een garantie dat een protestbeweging ook daadwerkelijk een gewenste beleidsverandering bereikt, maar het is in ieder geval een teken dat de politieke agenda wordt beïnvloed en vaak een eerste noodzakelijke stap voor verdere impact.
Inderdaad blijkt dat als er in een bepaald land meer protesten rond een bepaald thema georganiseerd worden ook het aantal Kamervragen over het onderwerp stijgt – zij het in beperkte mate, ook als we controleren voor een aantal alternatieve verklaringen voor veranderingen in aandacht voor onderwerpen in Kamervragen.
De mediërende rol van media
In een vervolgstap proberen we het proces door middel waarvan die invloed optreedt verder te begrijpen door te kijken naar de mediërende rol van mediaberichtgeving. Zoals Ruud Koopmans (2004, p. 368) zo krachtig verwoordt (hier – paywall): ‘Authorities will not react to – and will often not even know about – protests that are not reported in the media, and if they are reported, they will not react to the protests as they “really” were, but as they appeared in the media.’ En inderdaad: het effect van protest op de parlementaire agenda is volledig gemedieerd door media – alleen als de media agenda verschuift onder invloed van het protest wordt ook de politieke agenda beïnvloed.
De modererende rol van het politieke systeem
Tevens blijken de effecten niet hetzelfde in alle landen. Een vergelijking tussen landen met een meerderheidsstelsel (zoals het Verenigd Koninkrijk) in vergelijk met landen met een consensus democratie (zoals Nederland en Zwitserland). Een plausibele verklaring hiervoor is dat in landen met een consensus democratie de standpunten van sociale bewegingen al beter vertegenwoordigd zijn in het parlement, onder andere doordat er meer partijen met diverse achtergrond deel uitmaken van dit parlement. Deze grotere variëteit zorgt voor een grotere kans dat onderwerpen al politieke aandacht hebben gehad voordat er mobilisatie plaatsvindt. Hierdoor zijn protestonderwerpen ook voor journalisten minder snel nieuw en daardoor nieuwswaardig, waardoor de media agenda minder door de protest agenda bepaald wordt.
De studie laat zien dat protest ertoe kan doen, maar ook dat die invloed – in ieder geval op een algemeen niveau – redelijk beperkt en context-afhankelijk is.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.