Het Centraal Plan Bureau (CPB) gaat de doorrekeningen van partijprogramma’s terugschroeven. Politieke partijen laten sinds 1986 hun verkiezingsprogramma’s onderzoeken door het CPB om zo de uitwerkingen van beleidsvoorstellen inzichtelijk te krijgen.
Het lijkt misschien een goed idee om partijen op deze manier verantwoording te laten afleggen over hun plannen, maar in de praktijk komt de publicatie van die doorrekeningen vooral neer op een wedstrijdje verplassen van politieke kopstukken. Maar dan met een zwakke prostaat en een hoop onnodig gedruppel (lijstrekkers zijn meestal nou eenmaal mannen). Zoals de Volkskrant de dag na de publicatie van de CPB-cijfers al kopte: “Elke partij weet zich tot kampioen te kronen.”
En toch is het vanuit een politicologisch oogpunt jammer dat het CPB minder plannen gaat doorrekeningen, omdat deze cijfers nóg een bron van informatie vormen over het gedrag van politieke partijen. Zo heeft Tom Louwerse de CPB-doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s van 2010 gebruikt om politieke partijen in een tweedimensionale ruimte te plaatsen (zie hier voor een verantwoording van de methode). Een dergelijk model geeft mooi weer in hoeverre de keuzes van partijen met elkaar samenhangen.
Tom schrijft op basis van de CPB-doorrekeningen van 2010 het volgende over de toenmalige beleidsruimte (zie figuur hieronder):
“In het model kun je eigenlijk twee onderliggende dimensies onderscheiden. Van boven naar beneden zijn partijen geordend volgens een klassiek economisch links-rechts patroon: GroenLinks-SP-PvdA-CCU-D66-SGP-CDA-PVV-VVD. Dat patroon is ook terug te zien in analyses van de politieke ruimtes van het Kieskompas en de StemWijzer. Horizontaal is een ander patroon te zien, namelijk een verschil tussen partijen die bereid zijn te hervormen en de partijen die dat niet zijn (m.n. PVV en SP). Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat alle partijen de ‘houdbaarheid’ van de staatsfinanciën met zo’n 30 tot 40 miljard verbeteren, maar SP en PVV slechts met 16 à 17 miljard.”
Aan de ene kant is het dus jammer dat deze databron dreigt te verwateren. Maar misschien is het dat ook wel waard als we zo gespaard blijven van de oorverdovende spin die deze doorrekeningen doorgaans teweegbrengen…
Kristof Jacobs zegt
Als Belg kon ik die doorrekeningen erg waarderen. Zo vermijd je immers euh… Belgische toestanden: in 2010 konden de Belgische partijen nog beloven om in volle crisis de pensioenen te verhogen met zo’n 200 euro (!). Bezuinigingen werden verder aangekondigd, maar werden nergens specifiek zodat de Belgische kiezer totaal niet wist waar hij voor koos.
De kritiek dat partijen hun programma soms aanpasten om beter uit de doorrekeningen te komen kon ik begrijpen, maar toch: natuurlijk is de stroper (politieke partijen) altijd sneller dan de boswachter (CPB als doorrekenaar), maar de oplossing is nooit ‘schaf dan de boswachter maar af’ of zoals hier ‘de boswachter gaat minder patrouilleren’. Ik zou zeggen: als de financiën en mankracht het probleem zijn, geef het CPB meer middelen.