Trump is gekozen als President. Onverwacht, maar waar. Hoe komt dat? Zet radio of tv aan, sla een krant open, en u hoort dat de boze, blanke man Trump in de Oval Office heeft geholpen. Of het is de verliezer van globalisering (of allebei tegelijkertijd). Wij, drie blanke mannen, worden van deze verklaringen boos. Ze zijn overdreven. Men negeert de belangrijkste variabele in Amerikaans kiezersonderzoek: partij identificatie.
Partij identificatie is de belangrijkste factor
Trump had om 1 uur vandaag 47.5% van de stemmen gehaald. Dat is slechts 0.3% meer dan zijn onsuccesvolle Republikeinse voorganger Mitt Romney. Voor het overgrote deel zijn Trump kiezers ook de Romney kiezers van 2012. Waarom? Partij identificatie. Ongeveer 44% van de Amerikanen sympathiseert met de Republikeinen, een kwart identificeert zich sterk als Republikein (link). Deze identificatie bepaalt voor een zeer sterk deel je stemkeuze (Huddy et al. 2015). Het is maar een klein groepje die zich niet identificeert als Republikein, maar wel Trump heeft gestemd. Als Republikeinen in navolging van sommige vooraanstaande Republikeinen niet op Trump hadden gestemd, dan had Trump nooit gewonnen.
In Amerika ben je Republikein of Democraat (bijna 90% leunt naar de ene of de andere partij). Deze identificatie vormt zich vroeg in je volwassen leven en is voor veel mensen relatief stabiel over tijd. De identificatie met een groep is een factor die bepaalt met wie je trouwt (Alford et al. 2011) en in wat voor buurt je woont (Bishop 2008). Kortom, Republikein zijn is een belangrijk deel van wie je bent.
De identificatie met de Republikeinen levert niet alleen een voorliefde voor de Republikeinen op, maar ook een afkeer voor de Democraten. Onderzoek van Shanto Iyengar en Sean Westwoord (hier) laat zien dat Amerikanen die zich sterk Republikein voelen een sterke afkeer hebben ten opzichte van de Democraten. In hun onderzoek laten Republikeinen zich zeer negatief uit over Democraten; ze zijn zelfs meer geneigd om een Republikein aan te nemen bij een sollicitatie dan een Democraat. Kortom het identificeren als Republikein leidt ook tot een zeer sterke afkeer van de Democraten (en vice versa). Identificatie zorgt er ook voor dat jij onkritisch argumenten van jouw partij accepteert en dat je moeiteloos zienswijzen van de andere partij verwerpt. Op deze manier leren mensen dus niks over de tegenargumenten van de andere partij, terwijl ze alles accepteren van hun eigen kandidaat.
Dit leidt natuurlijk tot polarisatie. En inderdaad, al sinds de jaren 60 is er een enorme toename in de polarisatie tussen Republikeinen en Democraten (zie Iyengar, Sood en Lelkes). Deze polarisatie is tot 2012 enorm toegenomen. Trump polariseert ongetwijfeld ook. Maar zijn succes is ook zeker het product van polarisatie.
Samenvattend, een stem voor Trump is dus voor een groot deel van de kiezers een keuze die (a) gedreven wordt door hun sterke identificatie met de Republikeinen en (b) een afkeer voor de Democraten. Dat is dus niet alleen een “angry white man”, maar ook de hoogopgeleide vrouw uit de grote stad. Als de boze, blanke man zich identificeert met de Republikeinen, dan had hij net zo lief op een andere Republikeinse kandidaat gestemd, onder het mom ‘allesbehalve Clinton’.
Twee routes waarmee Trump naast identificatie kiezers heeft gemobiliseerd
Maar, Trump heeft ook “onafhankelijke” kiezers gemobiliseerd. Zijn dit dan de “angry white men” of “the losers of globalisation”? Wellicht. Ons recente blog (hier) over een experiment dat wij hebben gedaan in Amerika spreekt van twee routes die steun voor Trump verklaren. Ten eerste, de anti-elite, anti-Washington retoriek van Trump (zie hier bijvoorbeeld) sluit goed aan bij de persoonlijkheid van een gedeelte van de Amerikaanse kiezers, namelijk die kiezers die laag scoren op instemmendheid. Laag instemmende mensen vertrouwen andere mensen minder, denken dat andere mensen slechte intenties hebben, zijn cynisch en niet bang om een conflict aan te gaan. De anti-elite boodschap van Trump (zie bv. filmpje hieronder) mobiliseert laag instemmende mensen. Trump heeft een deel van zijn winst behaald door kiezers met deze persoonlijkheidseigenschap te mobiliseren.
Ten tweede, sluit Trumps’ anti-immigratie boodschap juist goed aan bij autoritaire mensen. Dat zijn mensen die een voorkeur hebben voor sociale orde en hiërarchie. Het interessante is dat dit grotendeels andere mensen zijn dan de laag instemmende mensen. Trumps’ winnende coalitie bestaat dus uit verschillende groepen: trouwe Republikeinen, autoritaire mensen en laag instemmende mensen. In ons onderzoek is persoonlijkheid belangrijker dan emoties. Dat is problematisch want emoties waaien over, maar persoonlijkheid niet (eventjes heel simpel gezegd).
Heeft Trump de verliezers van de globalisering een stem gegeven? De verliezers van de globalisering zijn mensen die bijvoorbeeld door globalisering hun baan zijn kwijt geraakt. De tegenstand van Trump ten opzichte van de vrije handelsverdragen wordt vaak als bewijs aangevoerd dat Trump deze kiezers probeert te mobiliseren. Het is een hardnekkig misverstand dat de economische zelfinteresse van kiezers hun stemkeuze bepaalt. In een overzichtsstudie lieten Sears en Funk (1991) al zien dat er eigenlijk geen bewijs is voor deze populaire verklaring. Ook de stemkeuze voor Trump lijkt niet voor te komen uit economische zelfinteresse van de verliezers van de globalisering. Onderzoekers van Gallup hebben bijvoorbeeld recent geen bewijs gevonden dat kiezers voor Trump vaker zonder werk zitten of in regio’s wonen met hogere werkloosheid. Tuurlijk zitten er verliezers van de globalisering onder de mensen die voor Trump hebben gestemd. Maar dit zijn misschien mensen die zich identificeren met de Republikeinen en daarom ook zouden stemmen op een andere Republikeinse kandidaat die meer voor vrijhandel is (zie hierboven).
Het waren een heleboel verschillende mensen, in het stemhokje, met het stempotlood
Samenvattend, de “angry white men” of “the losers of globalization” spelen een rol in de verklaring waarom Trump gewonnen heeft. Maar het is een bescheiden bijdrage. Het fundament van Trumps’ overwinning zit in partij identificatie en persoonlijkheid.
Nicole zegt
Dat verklaart zijn steun tijdens de presidentsverkiezing, maar hoe zit dat met de kandidaatsstelling binnen de Republikeinse partij? Zouden daar de ‘losers of globalization’ wel een grotere verklarende factor kunnen zijn?
AV zegt
Hoe is met deze theorie de aanhang van Bernie Sanders te verklaren? Moeilijk denk ik!
Hannes Minkema zegt
Een zwak, probleemverschuivend artikel. “Het ligt niet aan de boze witte mannen hoor, kijk maar, statistisch ligt het aan partij-identificatie en persoonlijkheid”.
Een onzinweerlegging die de vraag buiten schot laat waarom juist witte mannen zich met de Repuplikeinse partij identificeren, en waarom juist witte mannen de persoonlijkheid hebben waarop Trump kapitaliseerde.
En wel in zulke grote mate, dat Trump er deze keer zijn overwinning aan te danken heeft – anders dan Romney een paar jaar geleden.
“There are three kinds of lies: simple lies, damned lies, and statistics”.
Henricus zegt
Vergeet ook niet dat Clinton 236000 meer stemmen had in de “popular Vote”. Trump heeft gewonnen door het “winner takes all” principe per staat. Dat betekend dat de als je een staat wint, krijg je alle kiesvertegenwoordigers. Daardoor kreeg hij het overwicht via de uitslag van het kiescollege (electoral college). Er zijn voorstellen om dit te herzien zodat de uitslag van het kiescollege meer een spiegel is van de absolute uitslag. Dat is weer een heel ander verhaal maar interessant om na te lezen, vooral omdat het het hele kiessysteem ook meer uitlegt. Een voorstel: stemmen volgens de “congressional district method”. Dat betekend dat de verschillende districten in een gegeven staat (en dus hun kiesmannen) stemmen volgens de uitslag in zijn of haar district dus niet alle stemmen in de staat gaan naar de overwinnaar van de staat. De kiesmannen (vrouwen) kiezen volgens de uitslag in het district dat ze vertegenwoordigen. Een ander voorstel heeft te maken met het feit dat een staat alle kiesmannen verplicht te stemmen op de overwinnaar van de nationale “popular vote”. Dus vervalt het moeten winnen van bepaalde staten. De verkiezingscampagne moet dan aan alle Amerikanen aandacht schenken (no more swing states). Het kiescollege bestaat dan nog wel maar ze moeten de “popular vote” volgen. Er zijn momenteel 10 staten voor deze laatste constructie. Dit zijn 2 opties die kunnen worden toegepast zonder de grondwet te moeten aanpassen. De laatste optie moet wel genoeg staten aan zich binden dat ze totaal minstens 270 kiesmannen representeren want dat is de kleinste meerderheid waarmee je voor de overwinnaar van de “Popular Vote” kunt kiezen. Op die wijze volgt het college de meerderheid van de bevolking. Ik hoop dat dat lukt. En dan kunnen we nog eens praten waarom mensen op een bepaalde manier stemmen. Kijk dan ook maar eens naar de persoonlijke eigenschappen van het kiescollege onder het huidige systeem……