Wie op zoek is naar stemadvies voor de Europese verkiezingen heeft genoeg keus. Ze vinden gretig aftrek onder Nederlandse kiezers: bij de Tweede Kamerverkiezingen werd de Stemwijzer vijf miljoen keer gebruikt en het Kieskompas meer dan een miljoen keer. We weten dat twijfelende kiezers de adviezen ter harte nemen. Maar geven deze hulpmiddelen ook goed advies?
De manier waarop kieshulpen het advies berekenen heeft grote invloed, zo kon u eerder lezen op dit blog. Daarbij is vooral een verschil te zien tussen de methode die Stemwijzer gebruikt en de advisering door middel van ruimtelijke modellen, zoals in het Kieskompas. Dat verschil kwam vooral doordat de ruimtelijke modellen een niet erg goede samenvatting van de posities van de partijen en kiezers waren. Het is dus van cruciaal belang dat deze ruimtelijk modellen vanuit sociaal-wetenschappelijk opzicht ‘kloppen’: of ze de posities van politieke partijen correct weergeven.
Hetzelfde model in tien landen?
In een recent artikel in Electoral Studies (paywall) hebben wij gekeken naar de kwaliteit van de ruimtelijke modellen in tien verschillende kieswijzers uit de stal van het Kieskompas. Van Zweden tot Egypte passen ze hetzelfde twee-dimensionale model toe: een links-rechts dimensie (vooral gerelateerd aan economische kwesties) en een progressief-conservatieve dimensie (gerelateerd aan onderwerpen zoals immigratie, emancipatie en milieu).
We vinden dat dit twee-dimensionale model eigenlijk in geen van de tien landen goed werkt (behalve in Egypte). De verticale progressief-conservatief dimensie valt in sommige landen juist samen met de horizontale links-rechts dimensie en in andere landen zijn er meerdere dimensies die progressief-conservatief tegenstelling raakt.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Voor de Europees Parlementsverkiezingen heeft het Kieskompas weer een nieuw kieskompas gelanceerd. De makers werken dit keer samen in het EUVox consortium. De makers van het Kieskompas hebben voor Nederland gekozen voor een twee-dimensionaal model met een links-rechts tegenstelling een een dimensie die ze progressief/pro-EU en conservatief/anti-EU hebben gelabeld. De andere deelnemers van het consortium hebben gekozen voor een drie-dimensionaal model, waarbij de progressief/conservatief dimensie van de pro-/anti-EU dimensie is gescheiden. Dit duidt erop dat het een bewuste keuze was van de makers van het Kieskompas om hun eigen twee-dimensionale model, dat eerder bij nationale verkiezingen matig functioneerde, te handhaven. Was dit een goede keuze?
Een belangrijk criterium voor een ‘goed’ ruimtelijk model is dat de antwoorden van de partijen op de dimensies met elkaar samenhangen. Dus dat de SP op de meeste links-rechts onderwerpen ‘links’ scoort en de VVD juist rechts. Als we dit criterium beoordelen aan de hand van Loevinger’s coefficient of homogeneity, zien we dat het Kieskompas twee sterke schalen heeft. De tien vragen die de links/rechts-schaal vormen vormen een sterke schaal en de twintig vragen in de verticale dimensie ook.
Wel zijn er enkele stellingen die eigenlijk niet goed bij de twee dimensies van het Kieskompas passen: van de tien vragen in de links/rechts-dimensie is er één die er heel slecht in past, namelijk de stelling over de steun aan zwakke euro-landen. Partijen die op andere thema’s links zijn als de SP en de PvdD scoren hier juist ‘rechts’ op en partijen die op andere thema’s rechts zijn zoals D66 en de het CDA, staan juist hier zij aan zij met linkse partijen.
Bij de verticale dimensie zien we hetzelfde: een sterke schaal, maar een paar rare uitzonderingen. Bij de stelling over downloaden staat D66, bij de overige stellingen een uitgesproken progressieve partij aan de conservatieve kant; en de PVV bij andere stellingen een uitgesproken conservatieve partij aan de uiterst progressieve kant. Dit zien we ook bij de stelling over dierenrechten: de conservatieve PVV en de CU-SGP fractie staan hier aan de progressieve kant.
Een beter model?
De vraag is of het Kieskompasmodel de beste manier is om de posities van partijen weer te geven. In ons eerdere artikel draaiden we een inductief (Mokkenschaal) model om te kijken hoe je de antwoorden van partijen op de stellingen op een zo goed mogelijke manier kan samenvatten in een, twee of drie dimensies. Als we dit ook doen voor de partijposities op de stellingen van het Europese Kieskompas, vinden we twee soortgelijke dimensies (links versus rechts en progressief/pro-EU versus conservatief/anti-EU), maar met een iets andere inhoud.
De dimensie waarin progressief-conservatief en pro-/anti-Europa samen komen blijft grotendeels gehandhaafd: wel worden hieraan het item over de zwakke euro-landen aan toegevoegd, alsmede een item over de voorkeur om te bezuinigen en om probleembanken te nationaliseren. Dat zijn drie items die sterk samenhangen met de euro-crisis die de Europese politiek de laatste vijf jaar in haar greep hield. Ook de links-rechts dimensie blijft grotendeels gehandhaafd, wel worden hier drie items aan toegevoegd: over downloaden, dierenrechten en biologisch voedsel.
Dat zijn relatief kleine verschuivingen maar het levert wel een nieuw beeld op. De Partij voor de Dieren die door het Kieskompas links van het midden op een progressieve/pro-Europese plaats wordt gezet dichtbij de PvdA verschuift sterk naar links en staat nu veel dichter bij de SP. Dat lijkt ook een logischere positie: deze partijen voeren immers allebei campagne tegen het Europa van markt en munt. 50PLUS wordt bij Kieskompas op dezelfde positie als de PvdD geplaatst, maar verschuift in onze analyse juist richting D66. Dat is wederom goed te plaatsen: de lijsttrekker Toine Manders zit in dezelfde fractie als D66.
Een alternatief is om de tegenstelling progressief/conservatief en pro/anti EU uit elkaar te trekken. Opvallend is dat de internationale versie van EUVox – in feite dezelfde stemhulp als het Kieskompas – dat standaard doet. Onderstaande figuur laat zien dat voor de meeste partijen er een vrij sterke samenhang is tussen hun EU-positie en hun sociaal liberale of conservatieve positie, maar dat juist voor partijen als SP en PvdD het nuttig is om ze toch los van elkaar te nemen. SP en PvdD zijn wel ‘sociaal liberaal’/progressief, maar ook anti-EU.
Keuzes uitleggen
Kortom, het Europese Kieskompas is grote verbetering ten opzichte van eerdere kieskompassen die we hebben onderzocht. Anders dan voorheen overleven allebei de dimensies een kritische (schaal)analyse. Een aantal stellingen past volgens onze analyse niet zo goed bij de dimensies waar het Kieskompas ze in stopt. De ontwerpers lijken ook hun eigen ideeën over hoe het partijenlandschap in elkaar steekt, mee te wegen. Daar is in algemene zin best iets voor te zeggen, maar dan moet je dat wel uitleggen; zeker omdat in de internationale versie van dezelfde kieshulp andere keuzes zijn gemaakt. Waarom deze discrepantie bestaat, wordt nergens toegelicht.
Het is goed te verdedigen dat de makers van het Kieskompas voor een eigen tweedimensionale model hebben gekozen. Toch is er ook wel wat te zeggen voor de driedimensionale weergave, omdat daarin de progressieve anti-Europese partijen als SP en PvdD beter tot hun recht komen. Gelukkig biedt ook het Kieskompas de mogelijkheid om bepaalde onderwerpen wel of niet te laten zien in het politieke landschap. Het is zeker voor progressieve kiezers aan te bevelen om die optie te gebruiken.
Kostas Gemenis zegt
Dear Tom,
There has been some gross misunderstanding regarding the development of EUvox and its relation with Kieskompas. EUvox (www.euvox.eu) is run by a consortium between PreferenceMatcher and Kieskompas. PreferenceMatcher is responsible for the content and Kieskompas for the dissemination. Consisent with other PreferenceMatcher VAAs, the primary output in EUvox is a party ranking using an algorithm which is halfway between the proximity and directional models of voting (see Mendez 2012). In addition, it plots parties and users in a three-dimensional space (economic, social, and European issues), which we apply “dynamic scale validation” (see Germann et al. in Acta Politica).
The “Kieskompas EUvox” (www.kieskompas.nl) is an independent VAA which has been build exclusively by Kieskompas. The use of “EUvox” name in this VAA has been done without the consent of the other EUvox partners. We regret that Kieskompas has chosen to create this conflict of interest and mislead citizens. We hope that you will amend the blog post to reflect that these two projects are separate and that we (PreferenceMatcher) have no responsibility for the content in “Kieskompas EUvox”.
Best,
Kostas
Armen Hakhverdian zegt
Kostas, I think I need a StemwijzerWijzer by now… 😉 But thanks for the clarification.
Kostas Gemenis zegt
Luckily there is one: http://www.kieswijzerkiezer.nl/
Martin Rosema zegt
Het is erg mooi dat deze analyse is uitgevoerd en helder uitgelegd, dus daarvoor mijn complimenten. Maar om conclusies te trekken over de geschiktheid van zo’n ruimtelijk model in een kieswijzer moet je niet alleen kijken naar de politieke partijen, maar ook naar de kiezers. Het lijkt me sterk dat de conclusies dat dit tweedimensionale model redelijk passend is dan overeind blijft. Hopelijk volgt die analyse nog eens.