Verreweg de meeste partijen, van groot tot klein, hebben in hun verkiezingsprogramma’s de invoering van een correctief referendum opgenomen. Voor- en tegenstanders van volksraadplegingen spreken graag in de overtreffende trap over dit fenomeen (voor meer hierover, zie Niet de kiezer is gek van Tom van der Meer), maar wat zijn nu daadwerkelijk de gevolgen van zo en nu dan het electoraat direct laten meebeslissen over beleidsvoorstellen? In Nederland hebben we nauwelijks ervaring met referenda, zeker op landelijk niveau, maar in Zwitserland vormt de directe democratie sinds jaar en dag een aanvulling op de vertegenwoordigende democratie. Volgens een recente studie (open versie hier) van Lucas Leemann en Fabio Wasserfallen doen referenda precies dat: beleid en publieke opinie dichter bij elkaar brengen.
De studie van Leemann en Wasserfallen is in technisch opzicht vernuftig, maar het idee erachter is vrij intuïtief. Eerst meten ze steun voor tien verschillende beleidsterreinen onder burgers van de Zwitserse kantons en controleren of een standpunt ook staand beleid is wanneer een absolute meerderheid van de burgers hierachter staat. Wanneer meerderheidsopinie en beleid overeenkomen, spreken de auteurs van ‘congruent beleid’ wat vervolgens vaker blijkt voor te komen in kantons die veelvuldig gebruik maken van directe democratie dan in vergelijkbare kantons die dat nalaten. Leemann en Wasserfallen hebben naast burgers ook politici dezelfde vragen voorgelegd. Met name wanneer in een kanton de politieke opvattingen van kiezers en politici op een beleidsterrein divergeren, blijken referenda te fungeren als correctie op de vertegenwoordigende democratie.
Relevanter voor Nederland: Leemann en Wasserfallen laten zien dat deze correctie vooral opgaat wanneer de politiek multidimensionaal van aard is. Dus wanneer er bijvoorbeeld een economische links-rechtstegenstelling bestaat die ook nog eens wordt doorkruist door een meer cultureel ingekleurde as. Verkiezingen slagen er niet al te goed in om de voorkeuren van kiezers op beide dimensies om te zetten in een eenduidige partijkeuze. Vaak besluiten kiezers om op economische gronden te stemmen, waardoor hun standpunten op morele, culturele, of EU-voorkeuren minder goeduit de verf komen (of vice versa). Hierdoor kan een volksvertegenwoordiging op bepaalde onderwerpen afwijken van de ideologie van het electoraat. Referenda zouden in deze multidimensionale context kiezer en beleid beter op elkaar kunnen laten aansluiten. We moeten directe democratie dan ook niet zien als de vervanging van, maar eerder als een aanvulling op de vertegenwoordigende democratie.
Afbeelding: Utrecht: Referendum Billboard door harry_nl (license); cropped door StukRoodVlees.
LJMB zegt
Waarbij ik nog wil opmerken dat Zwitsers, anders dan Nederlanders, helemaal geen eenduidige partijkeuze hoeven te maken, omdat ze daar evenredige vertegenwoordiging met vrije lijsten hebben. Zij mogen net zoveel stemmen uitbrengen als er zetels te verdelen zijn en kunnen dus ook op kandidaten van andere partijen stemmen (‘panaschieren’).