bDe politieke invloed van media is een onderwerp dat op dit blog wel vaker aan de orde komt. Een belangrijke theorie hierbij is politieke agenda-setting: in hoeverre zijn media in staat de politieke agenda te bepalen? Eerder besprak ik al eens een landenvergelijkende studie, waarin de vraag centraal was wat mogelijke verschillen in de grootte van media-invloed kan verklaren. Een sterke concentratie van politieke macht zou bijvoorbeeld voor een lagere invloed van media zorgen. Tot nu toe zijn dit soort landenvergelijkende studies gebaseerd op bevragingen van politici en journalisten, wat mogelijk zorgt voor een vertekening van de resultaten.
Inhoudsanalyse
In een recente studie (paywall), gepubliceerd in de European Journal of Political Research kijk ik met een aantal collega’s naar de invloed van mediaberichtgeving op parlementaire activiteiten en in het bijzonder de vragen die parlementariërs stellen. We doen dit door gegevens voor zeven landen te combineren. Meer precies analyseerden voor langere perioden in de tijd mediaberichtgeving (meestal kranten) en (geschreven en mondelinge) Kamervragen. Per krantenartikel en Kamervraag stelden we middels inhoudsanalyse vast welk onderwerp centraal stond. Vervolgens bekeken we door tijdreeksanalyses of veranderingen in aandacht voor bepaalde onderwerpen in mediaberichtgeving gerelateerd waren aan veranderingen in parlementaire vragen.
Agenda-setting in landenvergelijkend perspectief
Allereerst bevestigden onze analyse een aantal bevindingen uit eerder uitgevoerd onderzoek: de agenda-setting invloed van media op parlement is groter dan vice versa en met name oppositiepartijen worden door mediaberichtgeving beïnvloed.
Ten tweede vinden we een verschillende dynamiek in landen waarin slechts één partij zitting (zoals het Verenigd Koninkrijk) heeft in de regering en landen met coalitieregeringen (zoals Nederland). In het eerste type land is de invloed van media op oppositie groter, terwijl in landen met een coalitieregering de invloed van media op regeringspartijen groter is. Wij verklaren deze resultaten door te wijzen op de verschillende politieke verhoudingen tussen partijen in beide systemen. In landen met coalitieregeringen zullen oppositiepartijen zich iets meer geremd voelen om mediaberichtgeving te gebruiken om de regeringspartijen aan te vallen: het zou best kunnen zijn dat er op korte termijn samengewerkt moet worden. Tegelijkertijd zullen regeringspartijen juist eerder gebruik maken van mediaberichtgeving om collega-coalitiepartijen te bevragen als een vorm van profilering die we in Nederland tussen PvdA en VVD in de afgelopen periode veelvuldig terugzien. In landen met één partij in de regering is dit soort profilering niet noodzakelijk.
Partijstrategie
Deze resultaten bevestigen dat media-invloed sterk contextafhankelijk is en dat politieke actoren strategisch zijn in hun gebruik van media. In veel opzichten lijken politieke partijen voor een flink gedeelte nog zelf te bepalen in hoeverre zij zich laten beïnvloeden door de media agenda.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.