PvdA-fractievoorzitter Diederik Samsom is dit weekend door zijn partijleden gevraagd een compromis binnen te halen in onderhandelingen met de VVD over de strafbaarstelling van illegaliteit in Nederland. Dat verzoek van de partijleden lijkt op zichzelf al een compromis.
Opvallend genoeg is er erg weinig onderzoek gedaan naar de compromisbereidheid van kiezers. Hieronder daarom een beschrijving van wat eerste resultaten, uit een panelonderzoek van de Universiteit van Amsterdam, TNS NIPO en de Volkskrant uit de campagne van 2012.
Compromisbereid
Nederlanders blijken, in elk geval in abstracte zin, zeer compromisbereid. Meer dan 80% is het er mee eens dat het sluiten van compromissen noodzakelijk is; een kwart is het er zelfs zeer mee eens. Die compromisbereidheid is belangrijk voor het Losers’ Consent, de diffuse steun van kiezers van oppositiepartijen voor regering, parlement en beleid waarover we al eerder schreven.
Verkiezingen
Je zou wellicht verwachten dat verkiezingen leiden tot een lagere compromisbereidheid. Immers, partijen beloven gouden bergen en zetten zich flink tegen elkaar af. Compromissen zijn in campagnetijd ver te zoeken. Toch zien we in de verkiezingscampagne van 2012 dat de compromisbereidheid van Nederlanders tussen mei en september niet dalen. Sterker, in de laatste meting (kort na de verkiezingen) is er zelfs een duidelijke (en significante) stijging. De groeiende compromisbereidheid lijkt me minder een correctie op polariserende politici dan op een ontnuchtering bij het zien van de verkiezingsuitslag.
Partij-aanhangers
Als we ons richten op de compromisbereidheid in september 2012 zien we aardige verschillen tussen groepen kiezers. Het minst compromisbereid zijn niet-stemmers, kiezers op de PVV, en de SP-aanhangers. Compromissen worden het sterkst als noodzakelijk beschouwd onder D66’ers, CDA’ers en VVD’ers. De PvdA-kiezer wijkt nauwelijks af van het landelijke gemiddelde.
Dit suggereert dat in het najaar van 2012 compromissen nog wat makkelijker uit te leggen zouden zijn geweest voor Rutte (VVD) dan voor Samsom (PvdA). Dat een abstracte houding zich niet direct vertaalt in concrete steun, bleek echter al snel na de presentatie van het regeerakkoord, toen met name de VVD-achterban in opstand kwam tegen de inkomensafhankelijke zorgpremie.
Wantrouwende kiezers en de wil van het volk
Verdere verschillen zijn klein. Ouderen hebben meer begrip voor compromissen (87%) dan jongeren (81%), de hoogstopgeleiden (95%) meer dan de laagstopgeleiden (71%). Belangrijker, echter, is de rol van wantrouwen in politiek en politici. De bereidheid tot compromissen is het laagst onder kiezers die de politiek en politici wantrouwen. Het past in het beeld van Stealth Democracy: de houding dat de politiek simpelweg moet doen wat het volk wil. Als er zoiets zou bestaan als de wil van het volk, zouden compromissen inderdaad niet nodig zijn. Helaas getuigt zo’n wereldbeeld niet van veel realiteitszin. Kijk daarvoor alleen maar naar de verkiezingsuitslag.
Het onderzoek werd gehouden onder een steekproef uit het panel van TNS NIPO. 1537 respondenten namen deel aan de eerste peiling; 1162 aan de laatste peiling (beschreven in figuur 2 en verder); 869 aan alle vier de relevante peilingen (de constante steekproef die ik beschrijf in figuur 1).
Alle verschillen en verbanden die ik in de tekst benoem zijn getoetst op significantie.
Dank aan Tom Louwerse voor de suggestie deze info toe te voegen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.