Populistische partijen zijn electoraal succesvol. Denk bijvoorbeeld aan Geert Wilders’ PVV, Fidesz in Hongarije of Podemos in Spanje. Er is veel onderzoek naar de vraag of het electorale succes van deze populistische partijen een bedreiging voor de democratie is. Er zijn twee antwoorden denkbaar. Er zijn studies die vinden dat het populisme een bedreiging voor pluralisme, en daardoor, voor de democratie is. Terwijl anderen populisme zien als een democratisch correctiemiddel: populisme zorgt ervoor dat burgers die zich buitengesloten voelen van de politiek weer binnen het democratisch proces een stem krijgen.
Het empirisch onderzoek naar de invloed van populistische partijen laat zien dat rechts populistische partijen de rechten van minderheden kunnen ondermijnen. Populistische partijen kunnen ook de vrijheid van de media beperken. En tenslotte, kunnen zij een uitdaging voor de rechtsstaat zijn. Het lijkt erop dus dat populistische partijen de institutionele fundamenten van een liberale democratie kunnen aantasten.
Deze bevindingen zijn belangrijk, maar gaan voorbij aan andere cruciale vragen. Hoe denken burgers die populistisch zijn over democratie? Zijn zij meer (of minder) democratisch ingesteld dan burgers die minder populistisch zijn? En als dat het geval is, hebben deze mensen dan ook een voorkeur voor andere vormen van politieke participatie?
Populisme onder burgers
Hoewel populisme vaak wordt gezien als een kenmerk van een politieke partij of een politieke leider, heeft eerder onderzoek aangetoond dat burgers ook populistische houdingen kunnen hebben. Populistische houdingen zijn vaak gerelateerd aan het stemmen op een populistische partij. Maar niet alle mensen die op populistische partijen stemmen, hebben een hoge mate van populistische houdingen. En niet alle mensen die populistische houdingen hebben, stemmen op populistische partijen.[1]
Populisten zijn voorstanders van democratie
Populisme wordt vaak geassocieerd met autoritaire en antidemocratische gevoelens. Als dat het geval is, dan ligt het niet voor de hand dat populisten voorstander zijn van democratie. Toch blijkt dat niet het geval; onderzoek laat zien dat populisten (een klein beetje) meer steun hebben voor democratie dan burgers die minder populistische houdingen hebben.
Moeten we hier verbaasd over zijn? Niet echt. De kern van populisme bestaat namelijk mede uit een voorkeur voor de soevereiniteit van het volk. Voor populisten is politieke vertegenwoordiging gebaseerd op het idee dat er een algemene wil van het volk is, één die niet door de elite mag worden ingeperkt. Diezelfde soevereiniteit van het volk is natuurlijk ook een integraal onderdeel van elke democratie. Zoals Margret Canovan stelde: populisten zien zichzelf als de ware democraten.
Populisten zijn niet vaker geneigd om te gaan stemmen
Als populisten hechten aan democratie, zijn ze dan ook politiek actiever dan niet-populisten? Gaan ze bijvoorbeeld vaker stemmen? Onderzoekers die populisten als een democratische correctie zien, zien populisme juist in dit licht: populistische partijen kunnen de burgers motiveren deel te nemen aan het het politieke proces. Recent onderzoek toont aan dat dit niet het geval is. Individuen die meer populistisch zijn, stemmen niet vaker dan niet-populistische kiezers. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat populisten juist ontevreden zijn met politieke partijen en met de partijpolitiek. Verkiezingen gaan immers juist over politieke partijen. Daarnaast kan het pluralistische karakter van partijpolitiek conflicteren met de populistische overtuigingen.
Populisten gaan minder gemakkelijk de straat op
Populistische burgers zijn ontevreden en worden gemakkelijker boos. Zouden ze misschien in plaats van dat ze meer gaan stemmen, meer protesteren? Ook dit lijkt niet het geval te zijn. Sterker nog, hoe meer populistisch iemand is, hoe kleiner de kans dat men gaat protesteren. Wat zijn mogelijke verklaringen hiervoor? Populisten zien zichzelf als de zwijgende meerderheid, het redelijke midden als het ware. Dus is het mogelijk dat zij een verband zien tussen extremisme en protesteren. Een tweede mogelijke verklaring is dat het pluralistisch karakter van de protestpolitiek kan botsen met het monisme van het populisme.
Populisten willen dat het volk bepaalt
Als populisten de democratie steunen, maar niet meer gaan stemmen of protesteren, hoe willen ze dan wel de wil van het volk kenbaar maken? Het antwoord lijkt, niet geheel verrassend, via politieke participatie die op het volk gebaseerd is. Onderzoek uit Nederland en Oostenrijk en Duitsland toont aan dat populistische burgers meer geneigd zijn referenda en deliberatieve vormen van politieke vertegenwoordiging te steunen dan mensen die dat niet zijn.
Populisme en democratie: een dubbelzinnige relatie
Is deze steun voor referenda en deliberatieve democratie ook echt steun voor referenda en deliberatieve democratie?
Er zijn wederom twee verklaringen mogelijk. Populisten kunnen referenda en deliberatieve democratie intrinsiek waarderen. Dit sluit natuurlijk aan bij het volksgerichte karakter van het populisme. Maar het is ook mogelijk dat ze vooral tegen de bestaande representatieve politiek zijn. In beide gevallen is populisme op zich geen bedreiging voor de democratie, maar vormt wel een uitdaging voor de huidige vorm van de democratie.
[1] Overigens als we het in de rest van dit blog over populisten hebben, doelen we op individuen met een hoge mate van populistische houdingen.
“Gilets Jaunes / Yellow vests in Metz” by Dmitry Djouce is licensed under CC BY 2.0. No changes were made other than fitting the original picture to the available space.
Romke Jan de Vries zegt
Hartelijk dank voor dit interessante stuk.
Met betrekking tot “Populisten zijn voorstanders van democratie”; is er meer bekend om wat voor ’type’ democratie dit gaat?
Bijvoorbeeld representatief, liberale, ect. Ik kan mij voorstellen dat daarin het monisme met het pluralisme kan botsen en dat mogelijk verschillen tussen burgers met een meer populistische houding en burgers met een minder populistische houding zichtbaar worden.
Kristof Jacobs zegt
Hallo Romke, terecht punt! Dat is iets wat we nu in vervolgonderzoek proberen te achterhalen. Het lijkt er op dat populistische burgers democratie meer zien als verkiezingen + vrijheid van meningsuiting maar niet met rechten minderheden. Maar dat is dus nog prelimary. Groet!
Romke Jan de Vries zegt
Ha Kristof,
Dank voor je reactie. Ik ben benieuwd! Succes met het vervolgonderzoek.
Vriendelijke groet,
Romke
Ronald Heijman zegt
Het lijkt erop dat populisten geen vertrouwen hebben in de getrapte democratie, en dus meer rechtstreekse invloed willen uitoefenen. En dat zij teleurgesteld zijn in de oude, gevestigde partijen.
De vraag is nu of politieke partijen gezamenlijk in staat zijn om de wensen van de meerderheid der kiezers te realiseren binnen de getrapte democratie.
Daarvoor zijn coalities nodig die deze wensen herkenbaar vertegenwoordigen in een meerderheid. Als populistische partijen niet worden toegelaten tot die coalities, zal de onvrede en dus de roep om directe invloed, toenemen. Een zekere boosheid van populisten is hierdoor begrijpelijk.