Vertegenwoordiging vormt het hart van onze representatieve democratie, en in onze pluriforme samenleving blijft het belangrijk om een vinger aan de pols te houden betreffende descriptieve (numerieke) politieke vertegenwoordiging van minderheden. De relatie tussen descriptieve en inhoudelijk vertegenwoordiging is complex en vaak indirect, maar onderzoek laat zien dat ondervertegenwoordigde groepen in veel gevallen wel andere beleidsopvattingen hebben dan oververtegenwoordigde groepen en dat politici afkomstig uit ondervertegenwoordigde groepen vaak specifieke onderwerpen (zoals discriminatie en religie) inbrengen en agenderen. Daarnaast kunnen politici en partijen die specifiek opkomen voor ondervertegenwoordigde groepen ervoor zorgen dat ondervertegenwoordigde groepen gemobiliseerd worden en daardoor meer politiek gaan participeren/stemmen.
Er zijn dus genoeg redenen om de demografische achtergronden van onze politieke vertegenwoordigers blijvend in kaart te brengen. Ondervertegenwoordiging tast immers het functioneren van onze representatieve democratie aan. De beschikbare informatie ten aanzien van politici met een migratieachtergrond betreft vooral de nationale politiek (Tweede Kamer) en de grote steden (met name Amsterdam). Voor kleinere Nederlandse gemeenten ontbreken deze gegevens veelal en kunnen we dus geen adequate uitspraken doen. In dit onderzoek (zie verantwoording op het einde) bieden we een overzicht van de huidige descriptieve vertegenwoordiging van kiesgerechtigden met een migratieachtergrond op het gemeentelijk niveau.
Structurele ondervertegenwoordiging op gemeentelijk niveau
Tabel 1 presenteert de aantallen en percentages gemeenteraadsleden met een migratieachtergrond per provincie en voor de grote steden (g4, g10, g32). Daarnaast worden demografische gegevens gepresenteerd zodat we het percentage gemeenteraadsleden met een migratieachtergrond kunnen vergelijken met het percentage in de bevolking. Op basis hiervan zijn twee indexen gemaakt die aangeven of er sprake is van over-, evenredige of ondervertegenwoordiging. De index presenteert de verhouding tussen het percentage gemeenteraadsleden met een migratieachtergrond en het percentage van de bevolking met een (bepaalde) migratieachtergrond. Een cijfer van 0 duidt op de afwezigheid van vertegenwoordiging, terwijl het cijfer 1 een evenredige numerieke vertegenwoordiging aangeeft: de percentages in vertegenwoordiging en bevolking komen overeen. Getallen onder de 1 duiden op numerieke ondervertegenwoordiging; getallen boven de 1 wijzen op numerieke oververtegenwoordiging. Index 1 vormt een grove maat op basis van iedereen in de bevolking met een migratieachtergrond. Index 2 is een maat op basis van alle bewoners met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse migratieachtergrond (gezamenlijk). Index 2 komt meer overeen met de achtergrond van de meeste Nederlandse raadsleden met een migratieachtergrond en geeft daarmee een preciezer beeld (met name voor regio’s waar het percentage inwoners met deze specifieke migratieachtergrond relatief hoog is).
Hoewel het percentage raadsleden met een migratieachtergrond sinds 1986 (invoering stemrecht voor niet-Nederlandse inwoners die vijf jaar in Nederland wonen) weliswaar licht is toegenomen, is er over het algemeen vooral sprake van descriptieve ondervertegenwoordiging. Zo had tussen 2006 en 2010 3% van alle Nederlandse raadsleden een migratieachtergrond, terwijl dat percentage in de algehele bevolking significant hoger lag. In vergelijking met een aantal Europese landen (met name België en het Verenigd Koninkrijk) valt op dat migrantengemeenschappen op het lokale niveau in Nederland descriptief minder goed vertegenwoordigd zijn dan op het nationale niveau.
Tabel 1: Aantallen en percentages met een migratieachtergrond, 2023
Tabel 1 laat zien dat in 2023 5,9% van de Nederlandse gemeenteraadsleden een migratieachtergrond heeft (dat is ongeveer het zelfde percentage dat gevonden werd in 2016: 6%). In de afgelopen 7 jaar is het percentage dus niet gestegen, terwijl het percentage personen met een migratieachtergrond wel verder is toegenomen (de descriptieve ondervertegenwoordiging stijgt). Het gevonden percentage raadsleden met een migratieachtergrond komt overeen met het onderzoek van Boogers en Voerman naar de rekrutering en selectie van kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Zij stelden dat het percentage verkiesbare plaatsen van kandidaten met een migratieachtergrond steeg van 3% in 2006 naar 6% in 2018 en dat hun aandeel het hoogst was bij de PvdA (12%) en GroenLinks (9%) en het laagst bij de SGP (0%). Die percentages bij partijen komen grotendeels overeen met de percentages die we in 2023 vinden, met de toevoeging dat de partijen DENK en BIJ1 in 2023 de hoogste percentages hebben (vrijwel alle raadsleden van deze partijen hebben een migratieachtergrond).
De percentages gemeenteraadsleden met een migratieachtergrond zijn het hoogst in de grote steden en in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Flevoland. Dit zijn ook de gebieden met de hoogste percentages inwoners met een migratieachtergrond. Hier is de verhouding met alle inwoners met een migratieachtergrond (index 1) het hoogst (tussen 0,3 en 0,6).
Verder zien we in Tabel 1 (kolom 3: raadsleden per inwoner) dat in provincies waar de verhouding inwoner tot gemeenteraadslid relatief laag is (Zeeland, Drenthe en Friesland), het percentage raadsleden met een migratieachtergrond ook relatief laag is. En waar de verhouding hoog is (Noord-Holland, Utrecht, Flevoland en Zuid-Holland) het percentage raadsleden met een migratieachtergrond relatief hoog is. Dat heeft te maken met de demografische samenstelling en de grootte van gemeenten in die provincies. Kleinere gemeenten hebben relatief minder inwoners met een migratieachtergrond dan grotere gemeenten waar bovendien linkse partijen relatief meer zetels hebben. Bij kleinere gemeenten spelwn ook problemen die Boogers en Voerman ‘kandidaatstellingsproblemen’ noemen: in kleinere gemeenten zijn er minder kandidaten voor relatief meer zetels. Kandidaatstellingsproblemen nemen toe naarmate de gemeente minder inwoners heeft, en dat lijkt gevolgen te hebben voor het aantal kandidaten met een migratieachtergrond (maar ook bijvoorbeeld voor het aantal vrouwelijke kandidaten). Politieke partijen in de grotere gemeenten zijn toegankelijker voor politici met een migratieachtergrond, omdat er bijvoorbeeld meer aandacht is voor diversiteit op de kandidatenlijsten dan in kleinere gemeenten.
Extra aandacht nodig voor structurele descriptieve ondervertegenwoordiging (in kleinere gemeenten)
Op basis van ons onderzoek kan geconcludeerd worden dat er op gemeentelijk niveau sprake is van structurele descriptieve politieke ondervertegenwoordiging van kiesgerechtigden met een migratieachtergrond, en dat er hiervoor (en voor de ‘kandidaatstellingsproblemen’ die Boogers en Voerman signaleren) vooral in kleinere gemeenten extra aandacht nodig is. Het verhogen van het aantal kandidaten bij gemeenteraadsverkiezingen in die gemeenten zou een prioriteit moeten zijn. Daarnaast zou er meer aandacht (en onderzoek) moeten komen naar best practices waarbij lokale afdelingen van politieke partijen er beter in slagen met extra aandacht en middelen een meer diverse kandidatenlijst samen te stellen.
Verantwoording en methode
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) en de methode voor dataverzameling is goedgekeurd door de datastewards van de Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR) van de Universiteit van Amsterdam. In de maanden juli-september 2023 hebben 6 student-assistenten de namen van de gemeenteraadsleden van alle 342 Nederlandse gemeenten verzameld via het internet. Vervolgens is op basis van openbare bronnen in combinatie met de voor- en achternaamnaam, foto en persoonlijke website de (mogelijke) migratieachtergrond vastgesteld.
Migratieachtergrond wordt hier gedefinieerd als een persoon die zelf, of minimaal een van de ouders, in het buitenland geboren is. In veel gevallen was via de persoonlijke website van het gemeenteraadslid, krantenartikelen of LinkedIn-pagina vast te stellen of een gemeenteraadslid een migratieachtergrond heeft (bijvoorbeeld als dit specifiek genoemd werd) en welke migratieachtergrond het betrof. In gevallen waarbij op basis van voor- en achternaam en/of foto een migratieachtergrond vermoed werd, maar niet direct vastgesteld kon worden, is er verder gezocht met trefwoorden op het internet/LexisNexis (dat leverde in bepaalde gevallen bevestiging van dat vermoeden op). Uiteindelijk zijn de gevallen waarbij migratieachtergrond vermoed werd, maar waar we verder geen extra informatie over gevonden hebben nog een keer apart bekeken door de hoofdonderzoeker en bepaald of hier mogelijk sprake zou kunnen zijn van migratieachtergrond en indien dat het geval bleek te zijn werd ‘mogelijke migratieachtergrond’ aangemerkt.
De resultaten gepresenteerd in dit blog zijn een combinatie van daadwerkelijk vastgestelde en de laatstgenoemde ‘mogelijke migratieachtergrond’ categorie. Hiertoe is besloten om onderschatting van migratieachtergrond tegen te gaan. Aangezien we alleen geïnteresseerd zijn in de diversiteit van het politieke systeem als zodanig en niet in de individuele gemeenteraadsleden zelf, is het in dit geval vooral belangrijk onderschatting tegen te gaan. We doen verder ook geen uitspraken over individuele gemeenteraadsleden of specifieke gemeenten.
Afbeelding: Photo by Mikael Kristenson on Unsplash
Ronald Heijman zegt
Op zich interessante gegevens. Maar hebben wij niet een overtrokken, geforceerd idee bij representatie?
Kunnen de bakkers, vrouwen, stedelingen, werknemers, werkgevers, studenten academici en Friezen alleen maar door politici uit deze groepen mensen worden gerepresenteerd?
Spreiding en differentiatie is zeker goed, maar geen doel op zich.
Wij hebben juist politici nodig die alle belangen kunnen overzien en in samenhang kunnen beoordelen. In plaats van bijvoorbeeld vooral nu boeren in de landelijke gemeenten en waterschappen. Goede politici in plaats van bewust allochtone, of andere mensen met specifieke achtergronden. Die kunnen overal vandaan komen. Opvallend daarbij is dat juist mensen met een allochtone achtergrond vaak goede politici zijn. Dus een oververtegenwoordiging uit een bepaalde groep kan ook, als de betreffende politicus maar goede kwaliteiten heeft.
Laat de goede politici naar voren komen en bescherm ze beter tegen de boze buitenwereld die ze vertegenwoordigen.