Over minder dan twee weken zijn er gemeenteraadsverkiezingen. We kunnen dan stemmen op de persoon die ons de komende tijd gaat vertegenwoordigen in de gemeenteraad. Deze staat op een lijst die door een partij is ingediend. Hoe krijgen partijen die lijsten vol? Wat weten we over lokale kandidaatstelling?
De rekruteringsfunctie van partijen
Met hun kandidatenlijsten zijn politieke partijen belangrijke poortwachters in het politieke stelsel. Zij bepalen de keuze die wij krijgen. In hoe meer gemeenten partijen mee doen en hoe meer kandidaten op die lijsten staan, hoe meer keuze wij als burgers hebben. Het rekruteren van kandidaten, inclusief scouting, scholing en selectie, is een belangrijke rol van politieke partijen.
Het is voor partijen van belang om in veel gemeenten mee te doen. Niet alleen maar omdat ze zo het beleid kunnen beïnvloeden in die gemeenten. Maar er is ook financieel belang: veel politieke partijen vragen aan hun raadsleden en wethouders om af te dragen aan de partij. Dat geldt voor de SP, GroenLinks, PvdA, D66, CDA, PvdD, CU en de VVD. Dat betekent dat het niet deelnemen aan gemeenteraadsverkiezingen landelijke partijen niet alleen maar lokale invloed kost maar ook landelijke financiële slagkracht.
Putten partijen uit hun leden?
Een belangrijke mogelijke verklaring voor de mate waarin partijen hun rekruteringsfunctie vervullen, is het ledental van partijen. Het traditionele idee van rekrutering is dat afdelingen kandidaten primair uit hun leden halen. Als er minder leden zijn, is de pool van kandidaten kleiner. Ook zijn er dan minder potentiële vrijwilligers om de kandidaten te scouten, screenen en selecteren. Het kan dan lastig zijn om de gewenste diversiteit op kandidatenlijsten te krijgen. Dat was voor de jonge partij Volt een reden om maar in een beperkt aantal gemeenten mee te doen. We weten dat de ledenaantallen van de gevestigde landelijke partijen al decennia dalen. De ledenaantallen van nieuwe partijen stijgen juist. De recente ledentallen die het Documentatiecentrum voor Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) verzamelde, sluiten aan bij deze trend. Dat is een reden om te verwachten dat partijen dus minder goed slagen in het rekruteren van kandidaten.
Tegelijkertijd weten we dat afdelingen steeds meer kandidaten werven die daarvoor geen partijlid waren. Een opvallende recent geval hiervan is de Tilburgse lijsttrekker voor GroenLinks, Esmah Lahlah, die als partij-onafhankelijke expert wethouder was maar zich nú wel aan een partij verbonden heeft.
Waar putten partijen nog meer uit?
De vraag is of het absolute aantal leden de beste indicator is: je kan veel leden hebben maar als slechts een beperkt aantal daarvan actief zijn, heb je daar niet zo veel aan. Meer dan de totale ledenlijst, is het aantal actieve leden waarschijnlijk een belangrijke indicator van hoe groot de talentenpool is.
Een afdeling stelt zich waarschijnlijk ook in op een bepaald aantal leden. Als dat stabiel blijft, kunnen de bestaande procedures in stand blijven. In een kleine afdeling moeten ze misschien meer moeite doen maar dat zijn ze gewend. Een grotere afdeling is erop ingesteld om minder werk te leveren. Een daling van het ledental is dan de belangrijke factor: dan voldoen de bestaande procedures niet meer.
Ten slotte zou ook het functioneren van de afdeling ertoe kunnen doen. Hoe groot de objectieve middelen in een afdeling ook zijn, als er grote problemen en conflicten zijn kan dat de rekrutering bemoeilijken. Het kan het proces lastig maken omdat mensen niet met elkaar op kunnen schieten maar bovendien kunnen interne conflicten mensen ook ontmoedigen om zich kandidaat te stellen.
Uitkomsten
Samen met Marcel Boogers en Gerrit Voerman onderzocht deze verklaringen op basis van een enquête onder afdelingssecretarissen uit 2018. In deze studie kijken we naar een viertal uitkomsten: of afdelingen mee doen aan verkiezingen, het aantal kandidaten, het aantal verkiesbare kandidaten en of afdelingen zelf problemen ervaarden bij de rekrutering.
Waar het gaat om de deelname: ook dit jaar liet BNR zien dat minder PvdA en SP lijsten deelnamen aan de verkiezingen dan voorheen. In onze enquête uit 2018 deed 12% van de afdelingen niet of niet zelfstandig mee.
Daarnaast kijken we naar hoeveel kandidaten op de lijst staan voor partijen. Maar veel van deze kandidaten horen eigenlijk niet op de kandidatenlijst, volgens ten minste bestuurskundige Julien van Ostaaijen en politicologen Joop van Holsteyn en Marijn Nagtzaam. Zij staan er als lijstduwer op en zijn niet écht van plan om de raad in te gaan. Afdelingssecretarissen konden in ons onderzoek ook aangeven hoeveel verkiesbare kandidaten zij hadden.
Ten slotte kunnen we ook kijken naar de mate waarin afdelingen problemen rapporteerde bij de rekrutering. 40% van de afdelingen rapporteerden enige of grote problemen met kandidaatstelling.
Het belang van goed functionerende afdelingen
Er is een factor die alle vier deze uitkomsten voorspelt: het functioneren van de afdeling. We vroegen aan afdelingssecretarissen om aan te geven of ze in het algemeen vonden dat hun afdeling goed functioneerde of niet. Dat is dus een subjectieve indruk. Afdelingen die volgens hun secretarissen goed functioneren dienen vaker een lijst in, zetten daar meer kandidaten op en meer verkiesbare kandidaten en rapporteren minder problemen met rekrutering: als we van de minst naar de meest goed functionerende afdeling gaan, wordt de kans dat die partij deelneemt aan de verkiezingen 50 keer zo groot. De kandidatenlijst wordt in zo’n geval 4 kandidaten langer, waarvan er twee verkiesbaar worden geacht.
Het aantal actieve leden voorspelt of partijen deelnemen aan verkiezingen en hoeveel kandidaten ze in totaal op de lijst zetten: met ieder actief lid wordt de kans 6% groter dat een afdeling deelneemt aan de verkiezingen en per 100 leden komt er een kandidaat bij. Het aantal actieve leden is alleen maar positief gerelateerd aan de lengte van de kandidatenlijst: 25 extra actieve leden, levert een extra persoon op de lijst. Veranderingen in het ledental beïnvloedt enkel de mate waarin problemen gerapporteerd worden, positief.
Mensenwerk
Al met al lijkt rekrutering echt mensenwerk. Het is geen onpersoonlijk proces waarbij partijen met grotere ledenbestanden per definitie vaker en langere lijsten op stellen. De sfeer in een afdeling is daar bepalend voor. Het is voor een afdeling beter om een klein aantal leden te hebben die met elkaar op kunnen schieten, dan veel leden die met elkaar in de clinch liggen.
Ronald Heijman zegt
Het belangrijkste lijkt mij dat een partij op potentiele actieve leden en gemeenteraadsleden bewust en actief streeft naar:
1. continue aandacht en bekendheid voor de partij, haar programma, resultaten en bestuurders, aansluiting bij specifieke wensen en voorkeuren van hun (potentiele) kiezers, rekenschap geven en waarmaken wat ze hebben beloofd
2. mensen geïnteresseerd maken in de partij
3. mensen motiveren zich aan de partij te willen verbinden
3. mensen er toe bewegen actief te worden voor de partij
Ik zie veel luie partijen die denken dat het allemaal wel komt aanwaaien. En weinig die succesvol zijn in actieve communicatie, werving en binding. Ik zie veel amateurisme in alle politieke echelons.