Het Cambridge woordenboek heeft populisme verkozen tot het woord van 2017. Tijdens de presidentsverkiezingen in de VS, het Brexit-referendum in Groot-Brittannië en de verkiezingscampagnes in Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk in 2017 stond populisme in het middelpunt van de belangstelling. De internationale media-aandacht voor de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen was buitenproportioneel, veelal in de verwachting dat “nog een liberale democratie om zou vallen in het gevecht tegen het populisme”.
Populisme is populair. De politicologen Pippa Norris en Ron Inglehart laten zien dat in de afgelopen decennia het aandeel stemmen bij verkiezingen voor linkspopulistische partijen van 2% naar 13% gestegen is en voor rechtspopulistische partijen van 7% naar 13%. De economische crisis, de vluchtelingencrisis en toenemende globalisering zouden allemaal op de een of andere manier bijdragen aan het succes van het populisme. Maar welke rol spelen de media en journalistiek hierin en hoe moet de journalistiek omgaan met populisme?
Wat is populisme?
Het veelvuldig gebruik van ‘populisme’ in zowel wetenschappelijk onderzoek als dagelijks taalgebruik maakt het belangrijk om precies te zijn in de definitie ervan. Veel onderzoekers benadrukken dat populisme niet behouden is voor ‘links’ of ‘rechts’. Het is voornamelijk een communicatiestijl, een manier om de wereld te beschrijven en construeren. Drie elementen, die afzonderlijk of in combinatie gebruikt kunnen worden, keren terug in veel definities. Ten eerste vormen verwijzingen naar ‘het volk’ een centraal deel in de meeste versies van populisme. Ten tweede zijn er verwijzingen naar een ‘corrupte elite’ – uiteenlopend van het establishment, huidige machthebbers en ‘het systeem’. Ten derde construeren populisten een duidelijke ‘out group’ zoals bijvoorbeeld immigranten of de banksector.
Deze definitie omzeilt de discussie omtrent het typeren van actoren als wel of niet populistisch. Het is eerder een kwestie van de mate waarin actoren gebruik maken van populistische strategieën en communicatiestijlen. Het is niet eenvoudig voor journalisten en nieuwsredacties om hiermee om te gaan: hoeveel aandacht moeten bepaalde actoren en onderwerpen krijgen? De journalistiek besteedt uit zichzelf veel aandacht aan het gedrag van de elite, maar hoe moeten ze ermee omspringen als ze zelf object van de kritiek worden? Is er voldoende aandacht voor het sentiment van ‘het volk’ en de kiezers van allerlei soorten partijen? Hoe om te gaan met actoren die voornamelijk via eigen mediakanalen zoals Twitter communiceren?
Vijf observaties
De antwoorden op deze vragen zijn zeker niet eenvoudig, maar wetenschappelijk onderzoek kan wel enige houvast bieden. Hier volgt een aantal lessen voor de journalistiek op basis van bestaand onderzoek.
- Maak geen onderscheid. Onderzoek heeft laten zien dat het negeren en isoleren van nieuwe politieke actoren kan leiden tot het ondermijnen van het vertrouwen in de fairness van de media. Bepaalde partijen of posities uitsluiten is weinig democratisch en kan zelfs steun voor deze groepen vergroten. Tegelijkertijd is er ook aanleiding om soms wél onderscheid te maken tussen verschillende partijen. Populistisch gedachtengoed wordt doorgaans niet door een grote meerderheid van de bevolking gedragen. Evenredig veel aandacht geven aan sommige ideeën, vaak in de naam van balans in de nieuwsberichtgeving, leidt de facto tot buitenproportionele aandacht. In een nieuwsverhaal is de mening van partijen zoals de PVV of FvD vaak belangrijk, maar niet altijd, en soms is het nuttig om vast te stellen dat 80% van de partijen het niet met ze eens is. Een verhaal dat beide opinies gelijk behandelt negeert het feit dat één standpunt in de meerderheidspositie is en de andere niet.
- Regeren is niet hetzelfde als campagne voeren. In verkiezingstijd wijden nieuwsmedia meer middelen aan hun politieke berichtgeving. Dit is onder meer om het verhoogde activiteitenniveau van de partijen te kunnen volgen. Op dit moment heeft Donald Trump van het Witte Huis een continue campagnemachine gemaakt. Dat leidt tot onbalans omdat de media niet voortdurend veel middelen kunnen reserveren voor de politieke verslaggeving. Het leidt er ook toe dat sommige verhalen over besturen in dezelfde frames worden gegoten als tijdens een verkiezingsstrijd (denk aan het ‘politieke strategie frame’). Onderzoek heeft laten zien dat dit soort frames kunnen leiden tot minder vertrouwen in zowel de politiek als de media.
- Schenk niet te veel aandacht aan het proces. Het kan verleidelijk zijn om aandacht te geven aan bijvoorbeeld de communicatiestijl van bepaalde actoren. Tegelijkertijd zijn sommige actoren zeer goed in het negeren van en communiceren om de media heen. De tweets van Trump en Wilders zijn belangrijk voor hun communicatiestrategie. Maar te veel berichtgeving gaat over deze strategie en het weergeven van de tweets, terwijl journalisten even wantrouwend zouden moeten zijn ten opzichte van tweets als bijvoorbeeld persberichten.
- Wees feitelijk over onwaarheden. De huidige discussie over misinformatie (de term fake news moet het liefst vermeden worden omdat het normaliter niets meer is dan onjuiste informatie, propaganda of satire, maar in ieder geval geen nieuws) is ook belangrijk voor de populismediscussie. Onderzoek heeft herhaaldelijk laten zien hoe moeilijk het is misinformatie te corrigeren. Veel onjuistheden en onwaarheden ‘blijven hangen’. Toch kunnen correcties leiden tot een vermindering van mispercepties en dat maakt de taak van journalisten zo belangrijk. Het corrigeren van uitingen, van alle politieke actoren, kan het beste op een neutrale, feitelijke manier gedaan worden, zonder het opnieuw noemen van de onjuistheden en het eindeloze herhalen van het feit dat ze onjuist zijn. Als je dat wel doet wordt de kans op succesvolle correctie verminderd.
- Vraag naar details. Anti-elite boodschappen, verwoord in de naam van het volk, zijn belangrijke onderdelen van populistische communicatie. In hun werk moeten journalisten doorvragen, erop staan dat details gedeeld worden. Dat is belangrijk om vast te stellen of ideeën en beleidsplannen inderdaad in het belang van ‘het volk’ zijn. Daarnaast, zoals Columbia University’s Michael Schudson het verwoordde, zijn dit soort details niet alleen belangrijk voor het tot de verantwoording roepen van politieke actoren tegenover het volk, maar ook ten aanzien van de basisideeën en regels van een democratie.
Nieuwe uitdagingen en kansen voor de journalistiek
Populisme vormt een uitdaging voor de journalistiek. De bovenstaande observaties op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn voorbeelden van hoe de journalistiek alert en bedachtzaam moet zijn. Eén kenmerk van populisme is de anti-elite retoriek. Gevestigde nieuwsorganisaties worden vaak gezien als onderdeel van die elite. Dit leidt tot nieuwsverhalen over de anti-media, anti-journalistieke standpunten en daardoor weer meer verhalen over het proces van politiek bedrijven. Tegelijkertijd speelt de journalistiek een cruciale rol: bijvoorbeeld uitleg geven over waarom sommige informatie van meer of minder waarde is of hoe algoritmes medebepalen wat voor nieuws burgers krijgen. Dat zijn kerntaken voor de journalistiek van nu. En ze zijn noodzakelijk om de journalistiek relevant te houden een sterk veranderd informatielandschap.
De journalistiek ligt zonder twijfel onder vuur, maar dat is wel vaker het geval geweest. De nieuwsmedia moeten continu hun positie verdienen. In de populistische retoriek is het verwijt herhaaldelijk dat de media liegen, fake zijn, en unfair: “Lugen Presse” en “Fake News” zijn twee illustratieve termen. Maar de kritiek op de media biedt ook een kans voor journalisten. In veel westerse democratieën is de notie van een vrije pers vanzelfsprekend geworden. Toch staat de positie en het gezag van traditionele media onder druk. Het monopolie van informatie en aandacht verschuift in de richting van nieuwe platforms. Hier bovenop komt de uitdaging van de populistische communicatie. Maar dit is juist de context waarin de journalistiek kan laten zien waarom zij zo’n belangrijk onderdeel van een democratisch bestel is.
Dit stuk is een gecondenseerde versie van het policy paper Political Journalism in a Populist Age, gepubliceerd door Harvard Universiteit. Het volledige stuk, inclusief gedetailleerde verwijzingen naar gepubliceerd onderzoek, is hier beschikbaar: https://shorensteincenter.org/political-journalism-populist-age/.
Ronald zegt
Ik mis essentiële componenten in de probleemanalyse:
1. de maatschappij kent een sterke toename van ongelijke verdeling, waardoor grote delen van de bevolking worden benadeeld, zowel feitelijk als gepercipieerd
2. politici behoren tot de slechtste communicatoren, terwijl een goede communicatie juist de sleutel is tot een goed politiek inzicht en de eigen positie daarin van burgers
3. de politiek staat steeds verder af van de belevingswereld van mensen, sluit daardoor steeds minder aan met de belevingswereld, men wordt minder ontvankelijk en daardoor wordt de politiek steeds minder geloofwaardig
4. de huidige neoliberale politiek is eenzijdig gericht op het representeren van de belangen van investeerders en grote bedrijven. Aarde-, natuur-, maatschappij- mens- en diergerichtheid is tertiair, secondair is de eigen machtspositie. Dat voelt de massa en leidt tot frustratie.
5. de pers acteert ook massaal populistisch door vanuit bereik, lees-, kijk- en luistercijfers te denken en te handelen, in plaats van maatschappelijke relevantie, moed en waarheidsvinding. Nieuws brengen is profit gericht niet nieuwsgericht.
6. de pers is commercieel gedreven, als verlengde arm van de adverteerders, dus is per definitie een filter en selecteur, eerder makkelijk dan moeilijk nieuws, eerder emotioneel gedreven dan feitelijk en objectief
7. persmensen representeren niet de bevolking, maar zijn een incestueuze groep monoculturele professionals, dei voor grote groepen mensen niet geloofwaardig en interessant zijn.
8. de kleine kwalitatief goede pers, bevindt zich in niches waar het grote publiek nauwelijks toegang toe heeft
9. internet heeft de traditionele media op hopeloze achterstand gezet, t.o.v. de sociale media
10. de sociale media zijn door hun aard een vernietiging van het evenwichtige, waarheidsgerichte nieuws
11. door het bewust manipulatieve en verslavende karakter van de sociale media zullen grote groepen mensen en hele generaties verstoken blijven van de opvoedende-, lerende- en ontwikkelende werking van goede nieuwsgaring. Het leidt tot een gemanipuleerde wereld met als doel: winstmaximalisatie en kanalisatie naar een geprogrammeerd bewustzijn: brainwashing.
Anton Jansen zegt
Goed verhaal ik ga zeker het volledige stuk lezen. Eens met je vijf kanttekeningen / opmerkingen. Extreme standpunten, kretologie en opvallend/afwijkend gedrag door (leiders van) populistische bewegingen zijn voor de media aantrekkelijker dan de saaie ouwe hap in het midden van de politiek.
Voor de Nederlandse situatie wreekt zich hier het proces van ontzuiling en net als in de V.S. de strijd om de gunst van de kiezer in het midden c.q. de brede middenklasse. De gevestigde partijen binden inhoudelijk steeds minder kiezers en hun standpunten zijn in niet altijd meer scherp van elkaar te onderscheiden. ‘Bewegingen’ hebben geen interne checks/balances en hoeven niet met hun leden compromissen te sluiten, heldere maar soms extreme standpunten zijn aantrekkelijk geworden voor zwevende kiezers nu de inhoudelijke band met de klassieke partijen vrijwel is verdwenen. De foute charismatische leider die een brede volksbeweging weet te binden zit er gelukkig nog niet bij. Daarmee hebben de populisten nog slechts de linker en rechterflank van het electoraat afgedekt. Gematigde standpunten, daar hebben de populistische bewegingen helemaal niets mee hoewel er zo af en toe wel pogingen worden ondernomen om salonfahig te worden. De media loopt soms/vaak achter de hardste schreeuwer aan want nieuws moet onderscheidend zijn. Je slaat de spijker op z’n kop, niet het proces maar betekenisvolle inhoud zou leidend moeten zijn in de politieke verslaggeving. Feitelijke waarheden en doorvragen naar details ontmaskerd de populist die de problemen vaak beter kent dan de oplossingen. Het lijkt er nu echter op dat de media “went” aan populistisch nieuws en het soms ook nog voor zoete koek neemt. Kwam het jaren geleden in zwang om het persoonlijke in de politiek steeds meer naar voren te halen, nu lijkt het erop dat de meest afwijkende populaire mening is gaan meewegen in de ratrace naar kijk- en oplagecijfers. De enorme toename aan media en opkomst social media heeft, zo schat ik in, niet de pluriformiteit van de pers doen toenemen.