Nrc.next pakt vandaag uit met een aantal veranderingen in Nederland onder het koningschap van Beatrix. Ik ben geen abonnee van die krant dus ik weet niet in hoeverre in de papieren versie het partijlandschap aan bod zal komen. Misschien is deze post dus overbodig, maar misschien ook niet…
Het Nederlandse partijstelsel heeft onder Beatrix de nodige veranderingen ondergaan, met name als het gaat om de erosie van de tradionele ‘Grote Drie’: CDA, PvdA en VVD. De verandering in het partijlandschap kan op talloze manieren worden weergegeven, maar laat ik me beperken tot lidmaatschap van partijen en zetelverdelingen in de Tweede Kamer.
Het lidmaatschap van politieke partijen
Het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) houdt de ledenaantallen van politieke partijen jaarlijks bij. Staar je hier vooral niet blind op de algemene daling in ledenaantallen. Lidmaatschap van politieke partijen is zeker teruggelopen vanaf het begin van de jaren tachtig, maar dit komt vooral door het ledenverlies van de traditionele Grote Drie. Tom Louwerse heeft dit al eerder in kaart gebracht:
We zien de afgelopen jaren zelfs dat CDA, PvdA en VVD samen minder leden hebben dan de overige partijen samen; een situatie die begin jaren tachtig nog volkomen ondenkbaar was. Probeer deze bovenstaande grafiek ook eens te rijmen met het feit dat CDA, PvdA en VVD nog wél het leeuwendeel van de topfuncties in de het openbaar bestuur mogen vullen. Zo woont bijna 90% van de Nederlanders in een gemeente waar een burgemeester van één van de Grote Drie de scepter zwaait…
Zetelverdeling in de Tweede Kamer
Niet alleen partijleden, maar ook kiezers keren de Grote Drie in toenemende mate de rug toe (zie onderstaande grafiek). In de jaren tachtig konden CDA, PvdA en VVD nog over meer dan 80% van de kamerzetels beschikken. Tegenwoordig is dat amper 60%. In de huidige peilingen zouden de Grote Drie hoogstwaarschijnlijk niet eens een meerderheid in de Tweede Kamer hebben.
Dit alles zien we dan ook terug in de toegenomen versplintering van het politieke landschap (zie onderstaande grafiek), gemeten aan de hand van het effectief aantal politieke partijen in de Tweede Kamer. Nederland is meer en meer een land van veel middengrote partijen in plaats van een paar grote partijen.
‘Kieskeurige kiezers’
Het Nederlandse partijlandschap is onder Beatrix’ koningschap ingrijpend veranderd. Tom van der Meer heeft met een aantal collega’s onderzoek gedaan naar de politieke voorkeuren en gedragingen van het Nederlandse electoraat in de periode 2006-2010. De hoofdconclusies van dit rapport (‘Kieskeurige kiezers‘) zijn wat mij betreft ook van toepassing op de bovengenoemde veranderingen in het partijlandschap:
- Ondanks neerbuigende opmerkingen van talloze politici en politiek commentatoren over de grillige kiezer is de Nederlandse kiezer niet ‘emotioneel, irrationeel of intuïtief’ als ‘los stuifzand’.
- Kiezers blijven trouw aan hun eigen opvattingen, maar niet noodzakelijk aan een enkele politieke partij. Zij zijn kieskeurig. Kiezers zijn begonnen te doen wat ze behoren te doen: kiezen. Kieskeurige kiezers maken hun uiteindelijke keuze uit een beperkt aantal, ideologisch soortgelijke partijen.
- De veranderlijkheid bij verkiezingen wijst dus niet op een crisis van de Nederlandse democratie.
- Wel is er een crisis van de gevestigde partijen. Zij zien hun vaste aanhang steeds verder slinken en worden één van vele middelgrote partijen. Het partijstelsel raakt hierdoor versnipperd. Het democratisch gehalte van de Nederlandse politiek wordt versterkt, maar coalities kunnen door de versnippering instabieler worden.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.