De laatste jaren zijn er boekenkasten volgeschreven over populisme. De meeste studies gaan over de vraag wat populisme nu eigenlijk precies is, welke partijen populistisch zijn, wat de oorzaken zijn van de opkomst van populistische partijen, en wat de gevolgen zijn van het populistische succes. Daarbij is er de laatste jaren steeds meer overeenstemming ontstaan over de vraag wat populisme nu eigenlijk precies is. De meeste onderzoekers zijn het met elkaar eens dat populisme het beste gedefinieerd kan worden als het idee dat het goede volk wordt uitgebuit door een slechte elite en dat dit opgelost kan worden door het volk meer invloed te geven. (Oké, dit is een ietwat simplistische definitie, maar zij raakt wel de kern van de zaak.) Hoewel er al vrij veel onderzoek is gedaan naar de vraag welke politieke partijen (in welke mate) dit idee ondersteunen, is er, interessant genoeg, nog nauwelijks onderzoek gedaan naar de vraag of kiezers eigenlijk ook populistisch kunnen zijn. Maar daar lijkt nu langzaamaan verandering in te komen. In de afgelopen maand zijn er twee studies gepubliceerd die op deze vraag ingaan. En beide studies gaan over Nederland.
Agnes Akkerman, Cas Mudde en Andrej Zaslove hebben gekeken of er zoiets bestaat als een populistische attitude onder kiezers (zie hier, paywall). Zij hebben daarnaast gekeken in hoeverre deze attitude te onderscheiden is van andere attitudes, en onderzocht of mensen met een populistische attitude eerder geneigd zijn te stemmen op een populistische partij. Aan de hand van een representatieve web-survey die is ingevuld door ongeveer 600 kiezers, komen ze tot de conclusie dat er inderdaad een populistische attitude bestaat die te onderscheiden is van andere attitudes. Ze meten deze populistische attitude aan de hand van 6 stellingen (voorbeelden zijn: ‘politici dienen de wil van het volk te volgen’, ‘het volk, en niet politici, zou de belangrijkste politieke beslissingen moeten nemen’, ‘ik zou liever gerepresenteerd worden door een burger dan door een gespecialiseerde politicus’). Mensen konden antwoorden op een schaal van 1 (sterk mee oneens) tot 5 (sterk mee eens). Uit het onderzoek blijkt dat mensen die het sterk eens zijn met de ene stelling het ook sterk eens zijn met de andere stelling en vice versa. Bovendien, en dat is minstens zo interessant, zijn mensen die het sterk met deze stellingen eens zijn, ook sterker geneigd op de links-populistische SP en de rechts-populistische PVV te stemmen dan op andere partijen.
In een recentelijk gepubliceerd artikel ga ik op een soortgelijke vraag in (zie hier). Alleen richt ik me daarbij niet op populisme in het algemeen, maar op een specifieke vorm van populisme: radicaal rechts populisme. Volgens de eerdergenoemde politicoloog Cas Mudde is radicaal rechts populisme een combinatie van verschillende attitudes: nativisme, autoritarisme en populisme. Nativisme is eigenlijk een exclusionistische vorm van nationalisme. Het is een ideologie die stelt dat mensen en ideeën die niet bij de eigen natie horen een bedreiging vormen voor de homogene natiestaat. Dit kunnen bijvoorbeeld immigranten zijn, of moslims, of zigeuners. Autoritarisme houdt een nadruk op law & order in. Autoritaristische partijen zijn voor strenge straffen. Er is al veel onderzoek gedaan naar radicaal rechts populisme onder partijen. Maar er is nog nauwelijks aandacht voor de kiezer. Aan de hand van het Nationaal Kiezersonderzoek uit 2010 heb ik gekeken of er zoiets bestaat als nativistische, autoritaristische en populistische attitudes, en of deze attitudes met elkaar samenhangen. Dit blijkt inderdaad zo te zijn. Vooral de relatie tussen nativisme en autoritarisme is sterk. Mensen die zich negatief uitlaten over immigranten, zijn vaak ook voor strenge straffen. Er is ook een samenhang met populisme. We kunnen daarom stellen dat er zoiets bestaat als een radicaal rechtse populistische attitude. Daar moet wel bij worden aangetekend dat de samenhang met populisme iets minder sterk is. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat er twee groepen populistische kiezers zijn: linkse en rechtse. De rechtse populistische kiezers zijn nativistisch, de linkse niet. Ook is er een sterke samenhang met stemkeuze: radicaal rechts populistische kiezers zijn sterk geneigd op de PVV te stemmen.
We kunnen concluderen dat (radicaal rechts) populisme niet alleen een eigenschap is van politieke partijen; kiezers kunnen net zo goed (radicaal rechts) populistisch zijn.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.