Op stukroodvlees kijken wij al jaren kritisch naar hoe opiniepeilingen in de media gebruikt worden (lees hier, hier, hier of hier). Veel verschuivingen in opiniepeilingen zijn niet statistisch significant te noemen. Toch worden te vaak kleine verschuivingen in de peilingen opgeblazen tot duidelijke signalen van de kiezer. Dit heeft ook gevolgen, niet alleen voor de kiezer zelf, maar ook voor politici. In een recent verschenen artikel, laten Patrik Öhberg en ik zien dat politici die verliezen in de peilingen ontevredener zijn, meer verandering willen, en vaak ook willen dat de partij een meer radicale positie inneemt. Hier een korte samenvatting van dit onderzoek.
Een experiment met Zweedse politici
Voor deze studie hebben we een simpel experiment gedaan met 1.236 Zweedse politici. De ene helft van de politici kreeg het verliezers frame te zien (vertaald):
Volgens de laatste peilingen van Statistiek Zweden krijgt uw partij 6.1% van de stemmen. Dit is een afname vergeleken met de 7,4% die uw partij in Oktober 2015 in de peilingen kreeg.
De andere helft kreeg het winnaars frame te zien (vertaald):
Volgens de laatste peilingen van Statistiek Zweden krijgt uw partij 6.1% van de stemmen. Dit is een toename vergeleken met de 4,6% die uw partij in Mei 2014 in de peilingen kreeg.
Het verschil hier is het referentie punt. In het verliezers frame verwijzen we naar betere peilingen in het verleden, in het winaars frame verwijzen we naar slechtere peilingen. In alle gevallen gebruiken we hier daadwerkelijke peilingen. Er is dus geen sprake van misleiding.
Nadat de politici een van de twee frames hebben gezien kregen zij een paar vragen over wat zij vonden dat de partij moest doen.
Verliezers willen verandering
Het probleem bij dit experiment is dat wij erachter kwamen dat recent winst of verlies in de peilingen ook een sterk effect had op de antwoordpatronen van de politici. Daarom maakten we onderscheid tussen 4 situaties (winst / verlies in het experiment en winst / verlies in de meest recente peilingen). Het figuur hieronder laat zien dat politici die het verliezers frame kregen ontevreden zijn met de partij. Dit effect is het sterkst als recente peilingen ook verliezen zijn. Maar wat is het effect van ontevredenheid?
Het effect hiervan is dat politici ook meer verandering eisen, zowel in het programma van de partij als ook de strategie van de partij (zie paper voor resultaten).
Wij vroegen politici tot slot of ze vonden dat de partij naar links of naar rechts moest bewegen. We hebben de antwoorden gehercodeerd naar radicaliseren (meer naar links voor linkse partijen, meer naar rechts voor rechtse partijen), geen verandering en modereren (meer naar rechts voor links, en meer naar links voor rechts). Het figuur hieronder laat zien dat politici van partijen die recent peilingen op verlies staan willen dat de partij radicaliseert. We zien ook een kleine toename in de keuze voor modereren. De experimentele manipulatie is hier niet te zien, die had namelijk een zeer klein effect hier.
Schijneffecten in peilingen hebben echte effecten
Peilingen laten vaak van week-tot-week kleine verschuivingen zien. Ook in het experiment in onze studie waren de percentuele verschillen tussen het winnaars frame en het verliezers frame klein. Zulke kleine bewegingen zijn vaak niet statistisch significant. Maar ze hebben wel effect. Een kleine boodschap over of de partij wint of verliest vergroot de ontevredenheid met de partij en de wens om veranderingen in te voeren. Het is mooi als peilingen politici signalen geven over in welke richting publieke opinie zich beweegt. Maar het is zeer problematisch als politici actie ondernemen op basis van statistische ruis.
Voight-Kampff zegt
Dank voor het artikel.
Inhoudelijk duidelijk.
Graag geef ik u mijn reactie in de vorm van een contextuele vraag gericht op kiezers (i.p.v. op politici). Deze vraag is weliswaar off-topic, maar momenteel relevant in de VS waar beschuldigingen worden geuit van kiezersmanipulatie d.m.v. (grove) misleidende peilingen.
Vraag: zijn er (wetenschappelijk en/of strafrechtelijke) onderzoeken bekend m.b.t. inzet van misleidende peilingen door politiek partijen met als doel om kiezers te beïnvloeden?
Toelichting.
In zijn algemeenheid stel ik dat de organisatie van een samenleving in handen ligt van niet-legitieme politiek partijen en dat politiek niets meer is dan een spel van macht, kracht en invloed. Het belang van het volk is daaraan ondergeschikt. Daarom ligt het in de rede dat het instrument van peilingen ingezet kan worden door politiek partijen om macht en invloed te vergaren.
Vooral deze zin in uw artikel geeft aan dat politiek partijen macht gedreven zijn: “Een kleine boodschap over of de partij wint of verliest vergroot de ontevredenheid met de partij en de wens om veranderingen in te voeren.”
Kortom, ‘Hoe reageren kiezers op peilingen?’
Omdat deze vraag buiten de scope van dit artikel valt, kan ik me redelijkerwijze voorstellen dat u er niet op ingaat. Indien dit het geval is dan wil ik u vriendelijk verzoeken om een separaat artikel te wijden aan mijn vraag?
Dank bij voorbaat.
Ronald Heijman zegt
Ik stel voor een artikel te wijden aan de invloed van trollen op de politieke meningsvorming.