Naar aanleiding van een blogpost bij onze collega’s van de Monkey Cage een gastbijdrage van Robert Braun. Lees het volledige paper hier.
Waarom beschermen sommige gemeenschappen vervolgde bevolkingsgroepen terwijl anderen dit niet doen? In mijn proefschrift poog ik deze vraag te beantwoorden in de context van de Holocaust. Voor een deel richt ik mij specifiek op Nederland. Voortbordurend op het werk van andere onderzoekers (met name Marnix Croes, Peter Tammes en Herman van Rens) heb ik op basis van de administratie van de Duitse bezetter variatie in overleving van Joden in de illegaliteit ‘ge-geocodeerd’.
Zoals figuur 1 laat zien is de variatie zowel binnen als tussen gemeenten enorm. Lokale verschillen in vooroorlogs antisemitisme, economische omstandigheden, religieusiteit en repressieve capaciteit van de Duitsers kunnen deze verschillen slechts ten dele verklaren.
Religieuze minderheidsgroepen
Daarom besloot ik case studies te doen in regio’s met extreem hoge en extreem lage onderduikcijfers. Hieruit bleek dat religieuze minderheidsgroepen een belangrijke functie vervulden bij het ontsnappen van Joden.
Het verlenen van hulp aan vervolgde minderheden vereist de samenwerking van gastgezinnen, koeriers, vervalsers, voedingsleveranciers en spionnen binnen het politieapparaat. Het opzetten van deze netwerken vormt een enorme uitdaging, omdat deelname aan deze activiteiten enorme risico’s herbergt. Een verrader kan de hele operatie in duigen doen vallen.
Religieuze minderheidsgroepen zijn beter op deze uitdaging toegerust omdat leden over het algemeen meer betrokken zijn bij hun gemeenschap. Daarnaast hebben deze groepen minder contact met de buitenwereld, hetgeen de kans op verraad verkleint.
Nabijheid Kerkgemeenschappen
Om deze hypothese systematisch te toetsen heb ik de ge-geocodeerde data gekoppeld aan gegevens van kerklocaties in 1942 samengesteld door wijlen Jan Sonneveld. Rond iedere Joodse inwoner in Nederland heb ik het aantal Kerkgemeenschappen per denominatie geteld (zie figuur 2). Spatial econometrics zijn vervolgens gebruikt om te kijken of er een verband is tussen de nabijheid van verschillende kerken en overleving in de illegaliteit.
De resultaten zijn samengevat in figuur 3. Terwijl nabijheid bij katholieke kerken de kans op overleving in de illegaliteit met 20 procent vergroot in protestantse gebieden is het omgekeerde het geval in katholieke gebieden. Verder maak ik ook nog een onderscheid tussen Nederlands hervormden en meer orthodoxe groeperingen. Nabijheid tot de veel kleinere orthodoxe groeperingen heeft een positief effect op overleving.
Generaliseerbaarheid
Religieuze minderheden lijken dus een belangrijke rol te hebben gespeeld in de hulpverlening aan Joden in Nederland. Is deze bevinding generaliseerbaar? Wellicht. Onderzoek naar de Holocaust in nabijgelegen landen (Belgie en Frankrijk) en iets verder weg (Oekraïne) bevestigen het patroon. Daarnaast weten we dat moslims ook oververtegenwoordigd waren onder helpers in katholiek Rwanda tijdens de vervolging van Tutsis.
Kunnen politieke wetenschappers hier iets van leren? Ik hoop van wel. Ten eerste lijken de resultaten te suggeren dat of altruïsten kunnen uitgroeien tot politieke helden afhankelijk is van de gemeenschappen waarin ze zijn ingebed. De sleutelbevinding van deze studie is echter dat de structurele positie van kerkgemeenschappen – en niet de doctrine of leiderschap – bepaalt of religieuze mobilisering plaatsvindt.
peter van aelst zegt
Fascinating research. Historisch werk met bevindingen die me ook vandaag nog zeer relevant zijn. Keep up the good work, Robert. Ik vond alleen het stuk op de Washington Post blog duidelijker dan dit op Rood Vlees. Maar misschien is dat om dat ik geen Nederlander ben en wat meer duiding over de Dutch case wel handig vond?
Robert zegt
Ha Peter,
Dank voor je reactie! Mee eens. Het is ietwat pijnlijk om te concluderen dat anderen je werk beter samenvatten dan dat je dat zelf doet. Kudos to Voeten.
Ik hoop dat alles goed gaat in Leiden/Antwerpen.