Naast de bekende StemWijzer en Kieskompas, bestaan er talloze andere stemhulpen die twijfelende kiezers inzicht geven in de overeenkomsten tussen hun standpunten en die van politieke partijen. De meeste stemhulpen zijn gebaseerd op de plannen van partijen, maar sommige kijken juist naar het gedrag van partijen in de afgelopen Tweede Kamerperiode. Hiervan zijn Stemmentracker (ProDemos) en Stemchecker (Volkskrant) de bekendste.
Uit verschillende onderzoeken is bekend dat het ontwerp van stemhulpen invloed kan hebben op de resultaten. Naast de gebruikte antwoordschaal en berekeningsmethode, is de selectie van stellingen heel belangrijk. Een andere keuze van statements kan resulteren in een soms heel ander resultaat. Het interessante van stemhulpen op basis van stemmingen uit de Tweede Kamer is dat we de selectie van stellingen kunnen vergelijken met het volledige stemgedrag van partijen. We hebben dus een ‘baseline’ om mee te vergelijken. Zien we dezelfde patronen in het stemgedrag van partijen als we in het totale stemgedrag van partijen zien?
Deze hulpen maken gebruik van stemgedrag in de Tweede Kamer: daar hebben partijen immers allerlei keuzes moeten maken. Als we dat vergelijken met de keuzes die u zou hebben gemaakt, welke welke partij komt dan het meeste overeen?
We hebben deze analyse gemaakt voor de Stemmentracker van Prodemos. Eerst keken we naar het stemgedrag op alle niet-unanieme stemmingen in de Tweede Kamer. Als alle partijen hetzelfde stemmen is dat weinig informatief voor een kiezer, dus vandaar dat we de unanieme stemmingen weglaten in vergelijking. Een stemhulp heeft immers niets aan een stelling waar alle partijen hetzelfde over denken.
Als we kijken naar de mate waarin elk tweetal partijen in de Tweede Kamer gelijk stemde, krijgen we onderstaand figuur.
In elke cel staat een percentage, waarbij 100 staat voor volstrekt gelijk stemgedrag (dat zien we voor alle partijen met zichzelf) en 0 voor volstrekt ongelijk stemgedrag (dat zien we nooit). Doorgaans stemmen de coalitiepartijen vaak hetzelfde (het lichte blok in het midden). Ter ‘linkerzijde’ zien we diverse oppositiepartijen die regelmatig hetzelfde stemmen, en ter ‘rechterzijde’ is een ander blok met partijen[1].
Als we zo’n zelfde analyse maken voor de stellingen uit de Stemmentracker, dan krijgen we het onderstaande beeld (de volgorde van partijen houden we hetzelfde om de vergelijking te vergemakkelijken):
We zien hier het regeringsblok minder sterk terug. De verschillen tussen de linkse en rechtse oppositiepartijen zijn juist groter. Dit is nog beter te zien als we het verschil tussen de twee figuren berekenen:
In deze figuur zien we het verschil tussen de Stemmentracker en alle niet-unanieme stemmingen in de Tweede Kamer. Een blauw gemarkeerd positief getal geeft aan dat dit tweetal partijen in de Stemmentracker vaker hetzelfde stemt als in de volledige dataset van stemgedrag. Dit zien we voor D66 en voor Lid Gündogan t.a.v. de ‘linkse oppositie’. Voor D66 valt dit allicht te verklaren door het feit dat dit een regeringspartij is en daarom met enige regelmaat tegen moties heeft gestemd waar ze als oppositiepartij waarschijnlijk wel voor waren geweest. In de selectie van stellingen van de Stemmentracker zitten minder van dit soort voorstellen, waardoor D66 meer op linkse oppositiepartijen gaat lijken qua stemgedrag. Dat is vanuit het doel van de stemhulp te billijken: zo’n stemhulp wil vooral kijken naar hoe een kiezer en partijen op inhoudelijke gronden zouden stemmen, en coalitielidmaatschap kan dan verstorend werken.
We zien ook dat op de rechterflank iets vaker hetzelfde wordt gestemd door partijen in de Stemmentracker als in de volledige dataset. Dat komt wellicht doordat enkele van de flankpartijen regelmatig verregaande moties indienen die verder niemand steunt. Dat is weinig informatief voor een stemhulp, dus dat soort stemmingen zullen in de selectie eerder sneuvelen.
Rode getallen geven aan dat een tweetal partijen in de Stemmentracker minder vaak hetzelfde stemt als in alle stemmingen in de Tweede Kamer. Dit zien we vooral sterk terug tussen de linkse oppositie en de rechtse oppositie. De verschillen daartussen worden in de selectie van de Stemmentracker uitvergroot. Dit is bijvoorbeeld goed te zien bij JA21 en de BBB. In de Stemmentracker zijn deze partijen het zo’n 20 procentpunt minder vaak eens met linkse partijen dan in alle niet-unanieme stemmingen in de Tweede Kamer. Misschien is dat nog niet zo’n groot praktisch probleem, want weinig kiezers zullen direct tussen BBB en een linkse partij twijfelen. Maar bij Groep van Haga (die als BVNL meedoet) zien we ook uitvergrote verschillen met andere rechtse partijen, bijv. Omtzigt en de SGP.
Al met al zien we in de selectie van stemmingen/stellingen in grote lijnen dezelfde patronen terug als in het volledige niet-unanieme stemgedrag van partijen in de Tweede Kamer. Maar voor sommige combinaties van partijen worden verschillen uitvergroot of verkleind. Daar is allicht begrip voor op te brengen, omdat naast representativiteit er nog andere belangrijke selectiecriteria zijn, zoals de begrijpelijkheid van een stelling en het onderscheidend vermogen. Maar een gebruiker van zo’n stemhulp moet er dus wel enige rekening mee houden dat de resultaten niet helemaal een getrouw beeld geven van het stemgedrag in de Tweede Kamer. Net als bij elke stemhulp geldt daarom het advies om je niet blind te staren op de resultaten en kleine verschillen in de overeenkomst met partijen te negeren. Website als Stemmentracker kunnen je hulp bieden bij het stemmen, maar de uiteindelijke keuze ligt toch bij een kiezer zelf.
[1] De volgorde van partijen is gebaseerd op een zogenoemde ‘eendimensionale optimal classification’ analyse, waarbij partijen zo op één lijn worden geplaatst dat als we elke stemming als een scheidslijn tussen voor- en tegenstemmers zouden zien, we zo min mogelijk fouten zouden maken.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.