Vaak wordt beweerd dat de Nederlandse politiek emotioneler is geworden. In strijd voor de kiezersgunst gebruiken politici – kennelijk – meer emotie in hun voordrachten dan voorheen. Maar is dat wel zo? Is er een verschuiving waarneembaar van koele, rationele argumentatie naar met emotie doorspekte drogredeneringen?
Emotie in tekst meten
Om dit te evalueren heb ik mij laten inspireren door twee working papers (hier) van Spyros Kosmides en co-auteurs. Zij onderzoeken in welke mate politieke partijen in het Verenigd Koninkrijk gebruik maken van emoties in hun verkiezingsprogramma’s. Om emotie in tekst te meten gebruiken zij de Affective Norms for English Words (ANEW) database. Deze database bestaat uit enkele duizenden woorden die – onder andere – gescoord worden op de mate waarin zij een onaangenaam danwel aangenaam gevoel geven en de mate waarin zij actief of passief zijn. De scoring van de woorden wordt door middel van een survey gedaan en de mate waarin een woord bijvoorbeeld actief of passief is het gemiddelde van de antwoorden van de deelnemers (op 7-puntsschalen). Om emotie in tekst te meten scoren Kosmides en co-auteurs alle woorden in de tekst met behulp van de ANEW, tellen dit op per document en delen die som door het totaal aantal woorden in het document. Je kan naar affect in totaal kijken door de actief/passief scores en onaangenaam/aangenaam scores bij elkaar op te tellen of je kan afzonderlijke schalen voor angst of enthousiasme maken.
Angst en enthousiasme
Ik heb deze methode gebruikt om te evalueren of de Nederlandse politiek emotioneler is geworden in de laatste decennia. Hiervoor heb ik twee schalen gecreeërd: (1) een angst schaal die meet hoe activerend en onaangenaam woorden zijn en (2) een enthousiasme schaal die meet hoe activerend en aangenaam woorden zijn. Ik heb hiervoor een Nederlandse versie van de ANEW gebruikt ontwikkeld door Agnes Moors en co-auteurs. Vervolgens heb ik 180 speeches genomen die gegeven zijn op partijconferenties door partijleiders, -voorzitters en andere belangrijke partijleden. Deze speeches komen uit het archief van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen en zijn door mij gedigitaliseerd en zullen uiteindelijk online beschikbaar komen (contacteer mij als je hierin geïnteresseerd bent). Ik heb al deze speeches gescoord en die scores gedeeld door het aantal woorden in de speech. Het figuur hieronder laat de gemiddelde score (de punten) van de speeches zien op vier tijdpunten (links van rode lijn) en voor vier partijen (rechts van rode lijn). De lijnen over de punten zijn de 95% betrouwbaarheidsintervallen. De tijdspunten zijn ongelijk, maar dit is om te zorgen dat er ongeveer een gelijk aantal observaties op elk tijdpunt zit.De schaal is wat moeilijk te interpreteren omdat de scores van de woorden van 0 tot 3.5 lopen en de totale score is gedeeld door het aantal woorden.
Figuur 1 laat zien dat het gebruik van woorden met een angstige connotatie steeds meer worden gebruikt in speeches. Ook verschillen de politieke partijen onderling: de PvdA en VVD zijn angstiger in speeches dan D66 of CDA.
Figuur 1. Angst scores van speeches op partijcongressen
Figuur 2 laat de enthousiasme scores zien voor vier tijdpunten en voor vier partijen. Over tijd is er geen significant verschil in enthousiasme score, maar per partij wel. PvdA en D66 scoren significant hoger op de enthousiasme score dan VVD en CDA.
Figuur 2. Enthousiasme scores van speeches op partijcongressen
Wat betekent dit?
De twee figuren laten zien dat de Nederlandse politiek inderdaad emotioneler is geworden, of specifieker het is angstiger geworden. Er moet wel gezegd worden dat de verschillen niet heel groot zijn. De methode waar ik deze conclusie op baseer is eenvoudig te implementeren. Maar is het een goede methode? Er valt genoeg aan te twijfelen: bijvoorbeeld wat meten die woordscores precies, is woordvolgorde niet belangrijk en meten we wel angst? Zijn speeches op partijconferenties wel representatief voor taalgebruik van politici in het algemeen? Dit – en vele anderen – zijn vragen waar ik nog geen sluitend antwoord op heb. Laat het me weten als je wilt helpen die antwoorden te zoeken.
Tom Louwerse zegt
Mooie blog! Misschien helpt het voor het interpreteren van de grootte van de verschillen om enige informatie te geven over de verdeling van speeches op beide schalen. Bijv: wat zijn de minimum- en maximumscores?
Gijs Schumacher zegt
Goed idee. Voor angst:
Min = 0.036
Max = 0.133
Mean = 0.07
Enthousiasme:
Min = 0.005
Max = 0.05
Mean = 0.018
Beiden zijn behoorlijk normaal verdeeld
Dunya van Troost zegt
Interessante methode, bij de combinatie van activerend en onaangenaam denk ik echter eerder aan een emotie als boosheid ivp anxiety. Dit omdat voor anxiety het gebrek aan controle van belang is. Daarom vroeg ik me af waarom je voor het anxiety label hebt gekozen? Wellicht vanwege George Marcus’s affective intelligence?
Gijs Schumacher zegt
Hoi Dunya, ik heb de labelling van Spyros Kosmides overgenomen, die wordt eerder in de blog genoemd. Hij gaf wel aan dat hij nog niet zeker wist of dit anxiety of idd anger is…die nuance heb ik hier even achterwege gelaten. Ik ben er zelf nog niet uit wat dit precies meet, dit was een probeerseltje waar ik wel enthousiast over ben maar wat nog wel verfijning verdient.
Hilde Lavell zegt
Ook al is deze blog al weer een aantal jaar oud, ik kwam er toch op terecht door mijn zoekacties.
Interessant om de speeches op deze manier te analyseren! Ik ben momenteel research masterstudent en zeer geïnteresseerd in de retorische cultuur van Nederland. Ik vroeg me daarom ook af of de gebruikte speeches inmiddels online beschikbaar zijn ergens (zoals je in je blog aangaf).