Radicaal-rechtse partijen zijn de afgelopen decennia niet meer weg te denken uit West-Europese democratieën. Deze politieke partijen – die bekend staan om hun sterke afkeer van immigratie en de zittende politieke elite – zouden hun populariteit onder meer te danken hebben aan slechte economische omstandigheden. Immigranten zouden met name ten tijde van een economische crisis worden gezien als bedreiging voor arbeidsmarktkansen en de huidige politieke elite zou vooral onder dergelijke omstandigheden ervan worden beticht niet de beloofde economische voorspoed te hebben kunnen bieden.
Toen in Nederland de PVV het tijdens de crisis goed deed, werd geregeld een verband gelegd tussen de populariteit van deze partij en de economische recessie. Ook Griekenland fungeerde daarbij als voorbeeldcasus, met de opkomst van de extreemrechtse Gouden Dageraad, die de aanhang zag groeien van vrijwel nul naar zeven procent tijdens de hoogtijdagen van de Griekse crisis. Tegenvoorbeelden werden doorgaans buiten beschouwing gelaten. Maar het is toch even opmerkelijk dat in die andere landen waar de crisis diep woedde, zoals in Ierland, Spanje en Portugal, radicaal-rechtse partijen geen voet aan de grond kregen?
In een eerdere meta-analyse laat ik samen met Marcel Lubbers zien dat de relatie tussen hoge werkloosheid en populariteit van radicaal-rechtse partijen nauwelijks bestaat. Er is weliswaar een klein significant effect in de veronderstelde richting, maar dat is alleen aanwezig in studies die de onderzochte relatie daadwerkelijk als centrale hypothese in hun studie hadden opgenomen, wat duidt op een mogelijke publication bias. Studies waarbij theoretische veronderstellingen bevestigd zijn, hebben een grotere kans gepubliceerd te worden. In studies waar economische omstandigheden slechts zijn meegenomen als controlevariabele – en waarbij de kans op publicatie dus niet of nauwelijks afhankelijk is van de significantie van dit effect – vonden we gemiddeld genomen geen significant effect tussen de stand van de economie en radicaal rechts stemgedrag.
Issue salience en radicaal rechts stemgedrag
In een nieuwe publicatie, draag ik samen met Carl Berning issue salience aan als verklaring waarom er geen, of in sommige gevallen zelfs een tegengesteld verband, tussen economische omstandigheden en radicaal-rechts stemgedrag is. Issue salience theory gaat er kort gezegd vanuit dat kiezers hun stemkeuze baseren op basis van het thema dat ze op dat moment het belangrijkst vinden en stemmen op een partij die zij zien als issue owner van dit thema; de partij die zij het meest capabel achten om dit probleem op te lossen.
Radicaal-rechtse partijen worden door veel kiezers beschouwd als issue owner op het migratiethema, en hebben hun populariteit deels te danken aan toegenomen salience van het immigratie-issue in de afgelopen decennia. In onze studie laten we niet geheel verrassend zien dat mensen die immigratie zien als het meest belangrijke probleem dat hun land momenteel kent, een grotere kans hebben om op een radicaal rechtse partij te stemmen dan mensen die andere problemen als het belangrijkst beschouwen.
Op de economische dimensie hebben radicaal-rechtse partij echter een minder uitgesproken profiel en worden in mindere mate gezien als issue owner van dit thema. Uit onze studie blijkt dan ook dat kiezers die de economie als belangrijkste issue beschouwen een significant kleinere kans hebben om op een radicaal-rechtse partij te stemmen, niet alleen ten opzichte van kiezers die immigratie het meest belangrijk vinden, maar ook ten opzichte van kiezers die andere, niet-migratie-gerelateerde, issues belangrijk vinden. In tijden van economische neergang maakt men zich logischerwijs meer zorgen over de economie en wordt er minder, niet meer, op radicaal-rechtse partijen gestemd.
Percepties van de economie spelen wel een rol
Waar de daadwerkelijke economische situatie in een land of regio bijdraagt aan een hogere issue salience van de economie en daarmee indirect aan een lagere kans om op een radicaal-rechtse partij te stemmen, blijken mensen die zich zorgen maken over de economie juist wel vaker op een radicaal-rechtse partij te stemmen. Ook dit kan deels worden verklaard door issue salience. We laten namelijk zien dat mensen die denken dat hun nationale economie er de afgelopen twaalf maanden op achteruit is gegaan ook vaker immigratie als belangrijkste issue beschouwen.
Deze verbanden verschillen echter tussen de onderzochte tijdsperioden. Tijdens de hoogtijdagen van de economische crisis, in 2009, was bijna iedereen het ermee eens dat de economische situatie was verslechterd en vonden wij geen significantie samenhang tussen perceptie van de economie en radicaal-rechts stemgedrag. Na de economische crisis vond slechts een klein deel van de respondenten dat de economie was verslechterd, maar deze groep vond de economie niet per se een belangrijker issue dan andere mogelijke issues en had toen wel een grotere kans om op een radicaal-rechtse partij te stemmen.
Hiervoor zijn verschillende verklaringen mogelijk. Ten eerste kunnen politieke partijen ook tijdens relatieve economische voorspoed de door kiezers ervaren werkelijkheid beïnvloeden zodat het binnen hun boodschap past. Als radicaal-rechtse partijen tijdens campagnes de boodschap uitdragen dat immigratie leidt tot economische tegenslag, kunnen mensen die de economische situatie als verslechterd beschouwen, mogelijk alsnog immigratie belangrijker vinden dan de economie en daarom een grotere kans hebben om op een radicaal rechtse partij te stemmen.
Ten tweede hebben mensen die over het algemeen meer maatschappelijk pessimisme ervaren een grotere kans om op een radicaal-rechtse partij te stemmen. Mensen die negatief zijn over de economie – ook wanneer de daadwerkelijke economische situatie niet is verslechterd – zijn mogelijk ook over andere thema’s pessimistischer, maar beschouwen bijvoorbeeld immigratie als het belangrijkste probleem en hebben daarom een grotere kans om op een radicaal-rechtse partij te stemmen.
Hoewel daadwerkelijke economische omstandigheden dus niet lijken samen te hangen met de populariteit van radicaal-rechtse partijen, kunnen radicaal-rechtse partijen wel stemmen winnen als ze in de perceptie van de kiezer economische problemen weten te koppelen aan problemen rondom immigratie.
Afbeelding: Mathieu Stern (via Unsplash)
Ronald Heijman zegt
Bij radicaal- en extreem rechtse partijen is het te doen om te macht te behouden of over te nemen door chaos en tweespalt te creëren met valse emoties. Om van daaruit de eigen doctrine van conservatief vals nationalisme, autocratie en onvrijheid, en uiteindelijk cleptocratie te vestigen. In een gezamenlijke internationale- en nationale machtspositie van politici en topambtenaren met hun meelopers, grote internationale bedrijven, het grootkapitaal en hun adviseurs en media met dezelfde visie gericht op hun eigen voordeel ten koste van meerderheden.
Daarin vinden de genoemde partijen van grote landen van Rusland, China, de US Republikeinen maar ook kleinere vazalstaten zich. Het zijn oeroude- en oerconservatieve pogingen om een halt toe te roepen aan de succesvolle politiek van democratieën, die relatief jong en onervaren is, waar echte vrijheid en maatschappelijke- en menselijke waarden centraal staan. Dit vormt een enorme bedreiging voor rechtsradicale- en extreme groeperingen in hun ontplooiingskansen en doelstellingen. Daarom zijn ze zo fanatiek en halsstarrig.
Democratieën dienen dit als grote bedreiging te onderkennen en gezamenlijk een maximale inspanning te doen om dit in hun eigen land en internationaal de kop in te drukken. Door met hybride en onbetrouwbaar gedrag buiten de regels en maatschappelijke afspraken te acteren, vormen zij een vaak onderschatte en sterke criminele kracht van de psychopaat, die het moment afwachten of creëren om hun slag te slaan.
Ronald Heijman zegt
Bas van der Schot
https://www.volkskrant.nl/a-b19fa213