Volgende week zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement. Partijen doen nu beloften over wat ze gaan doen, maar wat hebben ze de afgelopen vijf jaar gedaan? In dit stuk kijken we naar het stemgedrag van partijen in het Europees Parlement en wat de centrale tegenstellingen daarin zijn.
Een tweedimensionaal model
Bovenstaande figuur laat zien hoe alle Europees Parlementariërs gestemd hebben. Een uitgebreide methodologische toelichting staat onderaan dit stuk, maar de logica achter de figuur is simpel. Iedere stip is een lid van het Europees Parlement. Hebben twee Europees Parlementariërs vaak hetzelfde gestemd dan staan ze dicht bij elkaar. Hebben ze vaak anders gestemd dan staan ze ver uit elkaar. De methode gaat niet uit van tevoren vastgestelde dimensies. Het plaatst de parlementariërs en op basis daarvan hebben wij de dimensies een naam gegeven. De verticale dimensie is belangrijker dan de horizontale dimensie: dat wil zeggen dat er meer stemmingen waren in dit Europees Parlement die de pro-Europese van de eurosceptische partijen scheiden dan stemmingen die links van rechts scheiden.
De machtigste groepen
Onderaan de figuur staan de drie grote groepen: de meest rechtse hiervan in de zwarte rondjes is de Europese Volkspartij (EPP). Deze groep bestaat uit met name grote pro-Europese centrumrechtse partijen in de Europese Unie, die in de regering zitten of daar vaak hebben gezeten, zoals in Nederland het CDA. Net links van de EPP staat de Alliantie van Liberalen en Democraten in Europa (ALDE) in blauwe driehoekjes. Zij bestaan met name uit pro-Europese sociaal-liberale partijen als D66, maar ook de VVD een wat meer conservatieve liberale partijen zitten hierin. Links van de liberalen staat de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D) in rode diamantjes. Deze groep bestaat uit centrum-linkse, pro-Europese sociaaldemocraten, zoals in Nederland de PvdA. Dit zijn drie oudste groepen in het Europees Parlement; ze bestaan al even lang als het parlement zelf. Ze zijn ook machtigste groepen: de Europese Volkspartij en de Socialisten en Democraten zijn de grootste twee groepen. De Liberalen ontlenen hun macht aan hun middenpositie tussen deze twee machtsblokken in.
De groepen aan de linkerkant
Weer links van deze grote drie staat de groep van de Groenen/Europese Vrije Alliantie (Greens) in het groene kruisjes. De kern van deze groep zijn groene partijen, zoals het Nederlandse GroenLinks. Zij werken reeds lange tijd samen in een verbond met separatistische en regionalistische partijen die zich verenigd hebben in de Europese Vrije Alliantie. Links van hen en aan de meer eurosceptische kant staat de Groep van Verenigd Europees Links/Noords GroenLinks (GUE/NGL) in donkerrode driehoekjes. De kern van deze groep zijn (voormalige) communistische partijen, zoals in Nederland de Socialistische Partij. Verschillende andere linkse partijen hebben zich hierbij aangesloten zoals de Partij voor de Dieren uit Nederland.
De groepen aan de rechterkant
Aan de rechterkant van de figuur staat de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) in donkerblauwe kruisjes. Dit is een groep van eurosceptische rechtse partijen rondom de Britse conservatieven. Hun euroscepsis wordt vaak getemperd door hun regeringsdeelname. De Poolse regeringspartij (Recht en Rechtvaardigheid) zit hierin, maar ook bijvoorbeeld de ChristenUnie en de SGP. De paarse sterretjes zijn meer verdeeld. Dit is Europa van Naties en Vrijheden (ENF). Hier zitten partijen in die vaak beschouwd worden als radicaal-rechts populistisch, zoals de Nederlandse Partij voor de Vrijheid en de Lega Nord. Zij zijn verenigd in hun euroscepsis. Sterker verdeeld zijn de oranje diamantjes. Dit is het Europa van Vrijheid en Directe Democratie (EFDD). Dit is een gelegenheidsverbond van de UK Independence Party van Nigel Farage, de pro-Brexitpartij, en de Vijf Sterrenbeweging, een van de huidige regeringspartijen in Italië die economisch links maar eurosceptisch is. Beiden weigeren zich aan te sluiten bij de ENF of de ECR. Ze zijn een groep zonder afdwongen discipline, wat wil zeggen dat parlementariërs vrij zijn om te stemmen zoals zij dat zelf willen. Het gevolg daarvan is dat UKIP zich daarom in de buurt van de ENF bevindt. Ondanks dat de Vijf Sterrenbeweging verenigd is in dezelfde partijgroep, is deze partij te vinden aan de andere zijde van het politieke spectrum, in de buurt van de communistische partijgroep.
Eenheid in stemgedrag
Europarlementariërs stemmen vrij vaak met hun groep mee, daarom staan de meeste gekleurde cirkels bij elkaar in de buurt. Dit is vrij opmerkelijk want echte machtsmiddelen om discipline af te dwingen hebben groepen niet. Een nationale partij kan altijd dreigen een Kamerlid niet terug te laten keren op de lijst vanwege te solistisch optreden. Maar in de Europese Unie gaan nationale partijen over kandidaatstelling en niet de Europese groepen. De reden dat Europarlementariërs hetzelfde stemmen is dat er heel veel stemmingen in het Europees Parlement zijn; het is onmogelijk om je op elke stemming uitgebreid inhoudelijk voor te bereiden. Vanuit hun groep krijgen partijen een lijst, die is gemaakt door de partij op basis van input van de woordvoerders op de onderwerpen waar de stemming over gaat. Een Europees Parlementariër kan hiervan afwijken, maar zal dat alleen doen al deze sterk hecht aan het onderwerp dat in stemming komt. Op onderwerpen die hem of haar minder interesseren zal hij of zij met de fractie meestemmen.
Nederlandse Europarlementariërs
Dan is natuurlijk de logische vervolgvraag: waar staan de Nederlandse Europees parlementariërs? De bovenstaande figuur laat dat zien. De meeste partijen zitten in de kern van hun groep, zoals bijvooreeld CDA, PvdA en GroenLinks. Uitzonderingen zijn de Partij voor de Dieren en de SP: zij zijn vooral eurosceptischer dan hun groep. De kleine christelijke partijen zijn op verschillende plekken in dezelfde partijgroep te vinden: de SGP in het midden, de ChristenUnie net iets ter linkerzijde. Belangrijk om op te merken is dat er daarom dus een groot verschil tussen waar de CU in de Tweede Kamer staat (in het midden) ten opzichte van hun positie in het Europees Parlement. Ook de PVV valt op, omdat zij veel rechtser zijn dan andere partijen de ENF. Zij stemmen vaker mee met VVD en CDA dan andere radicaal-rechtse populistische partijen. Maar het meest interessant is de VVD. Waar D66 midden in de ALDE groep staat, wijkt de VVD hier sterk van af. Hun stemgedrag lijkt meer op dat van een conservatieve eurosceptische EPP’er dan op ALDE. Ze zijn duidelijk rechtser en eurosceptischer in hun stemgedrag.
De grootste groepen in het Europees Parlement, de sociaal-democraten, de Christen-democraten en de liberalen staan allemaal aan de pro-Europese zijde van net links van het midden tot rechts van het midden. Zij steunen in grote lijnen het beleid van de commissie. Maar binnen dit blok zijn er, zeker voor Nederlanders verschillen in smaak: tussen meer pro-Europees links van de PvdA en meer Eurosceptisch rechts van de VVD. Als je de koers van de Europese Unie links wil bij stellen zijn er GroenLinks, SP en de Partij voor de Dieren. Als je de rem wil zetten op verdere Europese integratie zijn er de ChristenUnie, SGP en de PVV.
De bottom line: er is volgende week dus echt wat te kiezen: er zijn grote verschillen in het stemgedrag van deze partijen.
Methodologische toelichting
We maken hier gebruik van een optimal classification analyse ontwikkeld door Keith Poole. Iedere stemming wordt weergegeven als een lijn die de partijen voor en tegen scheidt zoals ze gestemd hebben. We kijken hier naar 6926 stemmingen. Natuurlijk kunnen we niet alle stemkeuzes perfect weergeven. Een twee-dimensionale oplossing plaatst 95% van de stemkeuzes correct. We beperken ons hier tot MEPs die in ten minste 50 stemmingen hebben meegestemd. De data loopt vanaf het begin van EP 8 in 2014 tot medio 2018. Er is bij dit grote aantal stemmingen geen reden om te denken dat de patronen er fundamenteel anders uit zouden zien als we het laatste jaar ook hadden meegenomen. De data is afkomstig van VoteWatch.eu. De partijkleuren in de figuur zijn op basis van de eerste groep waarbij partijen zich aansluiten.
Paul Treanor zegt
Er zit geen logica in de conclusie hier. Het feit dat partijen anders stemmen in een parlement betekent niet, dat ze een keuze bieden tussen inhoudelijke standpunten. Verschillen in stemgedrag hebben per definitie betrekking op de onderwerpen van de stemmingen. Deze hoeven niet overeen te komen met de interesses van de kiezers, of zelfs met de ideologie van de partijen. De ideologische verscheidenheid van de bevolking zien we bijna nooit terug in een partijstelsel. De hier gebruikte statistiek kan het ook niet zichtbaar maken.
Van een instelling als het Europese Parlement kunnen we ook geen debat verwachten, over radicale verschillen in ideologie of waarden. Het is een consensus-instelling, en dat wordt versterkt doordat de samenstelling: het zijn echte carrière-politici. Er is zeker een grote polarisatie gaande in Europa, maar die zie je nauwelijks terug in de stemmingen bij het EP, en ook niet in de meeste nationale parlementen trouwens.
Als je overtuigd aanhanger bent van bijvoorbeeld de PvdA of CU, dan heeft het zin om te stemmen op hun kandidaten op 23 mei. Deze overtuigde partij-kiezers zijn waarschijnlijk een minderheid. Voor de overige bevolking heeft het meestal geen nut, want er is zelden een kandidaat of partij die hun standpunten verwoordt. Ik stem zelf nooit, en dit onderzoek geeft geen argumenten om dat nu te doen.