Ook wij ontkomen er niet aan: het is lijstjestijd! Hieronder volgen dan ook de tien meest spraakmakende scatterplots van 2013 die op Stuk Rood Vlees zijn verschenen.
Bent u er nog?
De lijst is uiteraard samengesteld op basis van de wetenschappelijke rigour die men van politicologen kan verwachten. De plaatsing is dan ook een combinatie van de volgende elementen:
- Aantal hits (40%)
- Mijn gut feeling (40%)
- Een korreltje zout (30%)
Als u meent te hebben vastgesteld dat deze drie componenten optellen tot 110%, dan raad ik u aan dit eerst te laten narekenen door Ionica Smeets. Vervolgens wijs ik graag u op het bovengenoemde puntje 3.
Nog even voor de zekerheid: een scatterplot is niets anders dan een visualisatie van de welbekende correlatiecoëfficiënt en is uitermate geschikt om de samenhang tussen twee variabelen grafisch weer te geven. Soms gebruiken onderzoekers een scatterplot om te laten zien in hoeverre twee metingen van hetzelfde fenomeen ook daadwerkelijk overeenkomen (zie bijvoorbeeld nummers 10, 7 en 1 in onze ranking). Maar bij de meeste van de onderstaande scatterplots hebben de auteurs nadrukkelijk causale ambities, die zij uiteraard met aanvullende analyses proberen waar te maken. Lees dus vooral het volledige blog dat bij het desbetreffende scatterplot hoort voor meer informatie over de variabelen, analysemethode, causale mechanismes, enzovoorts.
Tien. JFK in de subtop (blog)
Op 22 november 2013 werd de vijftigste sterfdag van John F. Kennedy herdacht. JFK geniet bij zowel experts als het brede publieke veel steun. Of de hoge waardering van Kennedy terecht is, is natuurlijk een andere vraag…
Negen. Politieke kennis en mediavrijheid (blog)
We hebben het afgelopen jaar op dit blog veel geschreven over (het gebrek aan) politieke kennis onder burgers (hier, hier, hier en hier). Martijn Schoonvelde benadert politieke kennis als het vermogen van kiezers om de grootste partij in hun bestel ideologisch te lokaliseren en laat zien dat deze vorm van kennis afhangt van de ‘informatiecontext’. Hoe minder overheidsbemoeienis met de media, des te beter geïnformeerd het electoraat.
Acht. The Spirit Level revisited (blog)
Ongelijke samenlevingen presteren slechter op tal van belangrijke maatschappelijke uitkomsten dan gelijke samenlevingen. Sociaal vertrouwen, levensverwachting, kindersterfte, obesitas, misdaad en sociale mobiliteit zijn allen gerelateerd aan inkomensongelijkheid. Richard Wilkinson en Kate Pickett stellen in hun veelgeprezen én verguisde boek The Spirit Level dat ongelijkheid de oorzaak is van deze sociale factoren. Rutger Bregman schreef onlangs voor De Correspondent een mooie bespreking van het boek (mét scatterplot).
The Spirit Level gaat expliciet over rijke landen, maar de relatie tussen ongelijkheid en levensverwachting is algemener geldig. Dit wil overigens niet zeggen dat ongelijkheid de enige of zelfs maar de belangrijkste verklaring vormt voor verschillen in levensverwachting tussen landen. Sterker nog, wanneer ongelijkheid en welvaart beiden in een eenvoudig regressiemodel worden meegenomen heeft welvaart twee keer zo veel verklarende kracht. De slordige omgang van Wilkinson en Pickett met alternatieve verklaringen voor de vele sociale uitkomsten die zij onder de loep nemen vormt dan ook één van de voornaamste punten van kritiek op het boek (zie de sectie ‘Confounders?’ op p. 190 van de epiloog van The Spirit Level Delusion).
Zeven. Hoe informatief zijn peilingen? (blog)
U dacht toch niet door deze top 10 te geraken zonder een stukje over peilingen? Er bestaat namelijk een groot misverstand dat politicologen een hekel zouden hebben aan peilingen. Uiteraard uiten politicologen (soms stevige) kritiek, maar over het algemeen werken politicologen erg goed samen met onderzoekers van bijvoorbeeld TNS Nipo en EenVandaag.
De kritiek van politicologen richt zich veel meer op de ronduit belabberde mediaberichtgeving van opinieonderzoek in het algemeen en van zetelpeilingen in het bijzonder. Ik heb tijdens de verkiezingscampagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012 op de radio geklaagd over het ‘statistisch analfabetisme’ in de Nederlandse politieke journalistiek en ben sindsdien ook niet meer gevraagd voor mediaoptredens (maar dat is hopelijk toeval)…
Maar ik dwaal af, damn you, peilingen! Welke informatie bevatten peilingen eigenlijk? Zeggen peilingen bijvoorbeeld iets over de uiteindelijke verkiezingsuitslag? De Amerikaanse politicoloog Christopher Wlezien heeft hier de afgelopen jaren veel onderzoek naar verricht in Amerika en elders. In de bijbehorende scatterplot zien we het volgende: rechtsonder zien we dat één dag voor de verkiezingen steun voor de Democraten in de peilingen nagenoeg identiek is aan steun voor de Democraten in de uitslag. Slotpeilingen bevatten dus enorm veel informatie over de uiteindelijke uitslag. De figuur laat ook zien dat naarmate we eerder in de verkiezingscyclus peilen, peilingen steeds minder informatief worden. Sterker nog, in de scatterplot linksboven zien we dat peilingen krap een jaar voor de verkiezingen nauwelijks informatie bevatten over de uiteindelijke uitslag. Als je een jaar voor de Amerikaanse verkiezingen zou willen voorspellen wie de verkiezingen zal gaan winnen kun je net zo goed een muntje opwerpen als afgaan op de peilingen.
Negeer dus gerust de talloze polls die nu al worden uitgevoerd over de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016. Althans, als u wilt weten wie er president wordt in 2016…
Zes. Kennis over de EU (blog)
Tom van der Meer onderzocht aan de hand van de Eurobarometer de politieke kennis van burgers over de Europese Unie en vergeleek deze objectieve kennis met het zelfbeeld van burgers over hun kennisniveau. Over Nederland schrijft hij: “We scoren dus bovengemiddeld op kennis die we onszelf toedichten, maar benedengemiddeld op de kennis die we daadwerkelijk hebben.”
Vijf. Links en rechts in Nederland (blog)
De termen ‘links’ en ‘rechts’ zijn niet weg te slaan uit het politieke discours. Politicologen, journalisten en kiezers maken gretig gebruik van dit jargon om de ideologie en bijbehorende standpunten van politieke actoren samen te vatten, al dan niet met voorvoegsels als ‘extreem-‘, ‘radicaal-‘, ‘ultra-‘ of ‘dom-‘. In een recent artikel onderzoeken Catherine de Vries, Bram Lancee en ik op basis van welke houdingen Nederlanders zich identificeren als ‘links’ of ‘rechts’.
Op de y-as staat de samenhang tussen houdingen over herverdeling en links-rechtsindentificatie per beschikbare enquête. De linker figuur laat zien dat de samenhang tussen herverdeling en links-rechts door de tijd heen afneemt. Met andere woorden, hoe men aankijkt tegen nivellering speelt een steeds kleinere rol in het identificeren met politiek links of rechts. Etnocentrisme daarentegen wordt steeds belangrijker. Naar verloop van tijd bepalen mensen of ze links of rechts zijn steeds meer aan de hand van issues over de multiculturele samenleving (zie rechter figuur).
Vier. Voor politici telt elke centimeter (blog)
Gijs Schumacher schreef over een aantal studies die het belang van lengte voor politici benadrukken:
“Young and French vinden inderdaad dat de vier beste presidenten van de VS (bepaald via een survey) maar liefst tien centimeter langer zijn dan de vijf slechtste presidenten. Wikipedia wijdt een pagina aan een vergelijking tussen presidentskandidaten en hun lengtes. Sinds 1900 heeft in 19 gevallen de langste kandidaat gewonnen, in twee gevallen waren ze even lang en in slechts acht gevallen won de kleinste kandidaat.”
In Nederland ligt het allemaal wat gecompliceerder, maar Diederik Samsom kan het beste de komende maanden voor de Europese- en gemeenteraadsverkiezingen campagne gaan voeren op plateauzolen…
Drie. Homohuwelijk en ongelijkheid (blog)
Mijn eerste blog op Stuk Rood Vlees ging over attitudes over het homohuwelijk en de enorme verschillen die op dit vlak bestaan tussen Europese landen. In sommige landen (Denemarken, Nederland) wil nog geen tien procent het homohuwelijk verbieden, in andere landen (Roemenië, Letland) steunt driekwart van de bevolking een dergelijk verbod. Volgens de sociologen Robert Andersen en Tina Fetner is intolerantie jegens homoseksuelen te verklaren door economische factoren als welvaart en ongelijkheid.
Dit stuk werd uiteindelijk ook geplaatst op de opiniepagina Joop, wat leidde tot mijn eerste (maar zeker niet laatste) boosblog. Ik word als universitair docent niet voor niets betaald uit publieke middelen dus besloot ik maar wat kritiekpunten van een tweetal, uiteraard anonieme, Joop-reaguurders te behandelen.
Twee. Schoorsteenbranden en Zwarte Piet (blog)
Geen idee of het u was opgevallen, maar Nederland was een maandje of twee in de ban van Zwarte Piet en de vraag of Piet al dan niet racistisch van aard was. Ik probeerde hier natuurlijk een graantje van mee te pikken door te laten zien dat houdingen ten opzichte van Piet te verklaren waren aan de hand van het aantal schoorsteenbranden in een provincie. Hoe meer schoorsteenbranden, hoe negatiever men was over Zwarte Piet.
Dan schrijf je dus braaf een jaar lang het ene na het andere stuk over politicologie, methodologie en wetenschap en geven je collega’s en vrienden geen krimp. Maar een flauw grapje over Zwarte Piet en het hek was van de dam op sociale media waar het stuk naar hartelust werd gedeeld. Nee echt, jullie worden bedankt! Ik heb nog het meest genoten van de serieuze reacties dat ik geen absolute aantallen op de x-as met percentages op de y-as mocht vergelijken. Of ik niet de schoorsteenbranden per inwoner zou kunnen afzetten tegen houdingen over Zwarte Piet. Alsof het dan wel een zinnig verhaal was geweest…
Hoe dan ook, er bleek nog veel minder van mijn scatterplot te kloppen dan aanvankelijk de bedoeling was. Tom van der Meer kwam erachter dat ik de verkeerde data van het CBS had overgenomen (‘totaal aantal branden’ in plaats van ‘aantal schoorsteenbranden’). Zo’n Excelblunder is uiteraard pijnlijk, maar het kan de besten overkomen. Mijn stuk vormde – naar mijn weten althans – tenminste niet de ideologische basis voor ingrijpende beleidsmaatregelen op het gebied van schoorsteenveiligheid…
Eén. Thijs Bol vs Jaap Dronkers (blog)
De meest spraakmakende StukRoodVlees-scatterplot van 2013 staat op naam van UvA-socioloog Thijs Bol, die een snoeiharde kritiek schreef op de scholenlijsten die RTL Nieuws in samenwerking met socioloog Jaap Dronkers had gepubliceerd. Thijs liet zien dat een minimale wijziging in de modelspecificatie van Jaap Dronkers grote gevolgen kon hebben voor de rankings van scholen binnen gemeentes. De scatterplot laat zien dat rapportcijfers volgens de ‘methode Bol’ over het algemeen identiek zijn aan die van Dronkers, maar er bestaan ook weldegelijk verschillen die grote consequenties kunnen hebben wanneer ouders de schoolkeuze van hun kinderen op lijsten als die van RTL baseren. Thijs schrijft hier zelf het volgende over:
“Echter, er zijn een aantal scholen die in mijn model veel lager scoren dan in het model van Dronkers. Laat ik er één uit pakken als voorbeeld: basisschool De Linde uit Vroomshoop. Bij het door RTL4 gebruikte model van Dronkers haalt deze school het hoogste cijfer van alle 6 scholen in Vroomshoop: een 8,8. In mijn model haalt basisschool de Linde een 7,1, het laagste cijfer van heel Vroomshoop. Ook wordt in mijn model de top 10 door de war geschud. Zo staat basisschool Johannes Calvijn uit Urk geen 2e maar 7e. Dit soort verschillen zijn ontzettend belangrijk en beïnvloeden de keuze die ouders maken.”
Jaap Dronkers heeft overigens een zeer uitgebreide reactie geschreven op Thijs’ kritiek die het lezen meer dan waard is. Een soortgelijke discussie barstte los toen de Volkskrant een lijst publiceerde van middelbare scholen. Ook hierop reageerde Jaap uitgebreid op ons blog.
Fijne jaarwisseling en moge 2014 ons nog fijnere scatterplots brengen!
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.