Amsterdammers met een migratieachtergrond, vrouwen en jongeren hebben vaker dan gemiddeld het idee dat de gemeenteraad te weinig opkomt voor de belangen van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen, zoals jongeren of praktisch opgeleiden. Daarentegen vinden Amsterdammers zonder migratieachtergrond vaker dat de gemeenteraad genoeg opkomt voor deze belangen. Het is belangrijk om naar (ervaren) representatie onderzoek te doen aangezien dit hand in hand gaat met vertrouwen in de overheid. Hbo- en wo geschoolde Amsterdammers geven in verhouding vaker aan dat de gemeenteraad (veel) te weinig opkomt voor de belangen van traditioneel ondervertegenwoordigde specifieke groepen. Praktisch opgeleide Amsterdammers spreken zich relatief weinig uit over vragen met betrekking tot politieke representatie.
Het begrijpen van verschillen in ervaren representatie is van belang omdat ervaren representatie een cruciale rol speelt bij de werking van ons democratische systeem. Het Sociaal Cultureel Planbureau noemt in hun meerjarenplan dat (ervaren) representatie hand in hand gaat met het thema van vertrouwen. Burgers die vinden dat bepaalde groepen minder goed gerepresenteerd worden, kunnen het idee hebben dat de overheid niet naar hen of andere groepen luistert. Hierdoor raken deze burgers mogelijk gedistantieerd van de politiek waardoor ze bijvoorbeeld niet meer stemmen, incidenten minder melden bij de politie of ook niet meer mee willen doen aan vaccinatieprogramma’s.
In dit onderzoek kijken we naar hoe Amsterdammers de representatie van ondervertegenwoordigde groepen ervaren. Dit doen we aan de hand van data die tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 zijn verzameld. De Universiteit van Amsterdam (UvA) en Onderzoek en Statistiek (O&S) van de gemeente Amsterdam hebben eerder onderzoek gedaan op basis van deze data. Zo blijken er grote verschillen te bestaan in het stemgedrag en de ervaren politieke vertegenwoordiging op basis van opleiding en migratieachtergrond (iemand heeft een migratieachtergrond wanneer de persoon zelf of een van de ouders in het buitenland is geboren).
Ook laat dit onderzoek zien dat er verschillen bestaan in de perceptie die Amsterdamse stemmers hebben over hoe goed de Amsterdamse gemeenteraad opkomt voor verschillende groepen. Zo vindt ruim 80% van de Amsterdammers met een Marokkaanse of Surinaamse migratieachtergrond dat de gemeenteraad te weinig opkomt voor de belangen van Amsterdammers met een migratieachtergrond, terwijl de helft van de Amsterdammers zonder migratieachtergrond deze mening deelt. We zien daarnaast dat Amsterdammers met een migratieachtergrond relatief vaak vinden dat ook de belangen van jongeren, vrouwen, praktisch opgeleiden en mensen die religieus zijn onvoldoende worden vertegenwoordigd in de raad. Deze uitkomsten roepen meerdere vragen op: hoe kijken andere groepen Amsterdammers naar de representatie van deze groepen? En: geldt meer algemeen dat als men vindt dat de belangen van één groep ondervertegenwoordigd zijn, men dit ook ervaart als het gaat om andere groepen? Met andere woorden, hangen deze percepties over in hoeverre de gemeenteraad opkomt voor traditioneel ondervertegenwoordigde groepen met elkaar samen? Hiermee kunnen we verder onderzoeken hoe Amsterdammers de representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen ervaren, en met welke kenmerken dit samenhangt.
Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de dataset van het onderzoek van O&S en de UvA onder stemmers bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. In totaal zijn er 2.189 enquêtes afgenomen onder stemmende Amsterdammers. Van dit aantal zijn 830 enquêtes ingevuld door respondenten met een migratieachtergrond.
Oordeel over in hoeverre de gemeenteraad opkomt voor belangen van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen hangt samen
Ervaren representatie is een dynamisch begrip. Het is lastig om dit te meten aan de hand van één specifieke vraag. Voor het meten van de ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen is gebruik gemaakt van de vraag: ‘Vindt u dat er voldoende wordt opgekomen voor de belangen van de volgende groepen in de Gemeenteraad?’, waarbij jongeren, vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, mensen die religieus zijn en praktisch opgeleiden werden genoemd. We hebben de hebben de antwoorden op deze vijf vragen gecombineerd, en meten zo de perceptie van gemiddelde ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen.
Amsterdammers met een migratieachtergrond ervaren relatief minder representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen in de gemeenteraad
Figuur 1 laat zien dat Amsterdammers met een migratieachtergrond significant minder vaak aangeven representatie te ervaren van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen in de gemeenteraad. Zo is de uitkomst voor Amsterdamse stemmers gemiddeld een 2,4 op de schaal van 1 tot 5. Dat wil zeggen dat Amsterdammers vinden dat de gemeenteraad over het algemeen eerder wat te weinig dan (veel) te veel opkomt voor de belangen van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen. Dit gemiddelde is voor Amsterdammers zonder een migratieachtergrond 2,5 terwijl het voor Amsterdammers met een migratieachtergrond tussen de 2,0 en 2,3 ligt. Hierbij is het gemiddelde voor Amsterdammers met een Turkse migratieachtergrond het laagste. Over het algemeen zien we dus dat kiezers met een migratieachtergrond – vooral met een Turkse, Marokkaanse en Surinaamse achtergrond – minder vaak ervaren dat traditioneel ondervertegenwoordigde groepen goed vertegenwoordigd worden dan Amsterdamse stemmers zonder migratieachtergrond.
Figuur 1 Ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen naar migratieachtergrond, min = 1 (veel) te weinig, max = 5 (veel) te veel (2022)
Uit eerder onderzoek blijkt dat mensen met maximaal een mbo-1 opleiding (oftewel: praktisch opgeleiden) vaker het idee hebben dat politici verder van hen en hun leefstijl afstaan waardoor ze minder het idee hebben dat politici voor hun belangen opkomen. We zouden daarom ook nog kunnen verwachten dat praktisch opgeleide Amsterdammers over het algemeen minder het idee hebben dat de gemeenteraad genoeg opkomt voor de belangen van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen dan hbo en wo-opgeleiden. Wanneer we echter kijken naar de uitkomsten uitgesplitst naar opleidingsniveau, vinden we geen significante verschillen tussen Amsterdamse stemmers.
Wanneer we niet naar de effecten van opleiding op de schaal kijken maar naar deze effecten op het niveau van losse deelvragen, dan zien we een ander beeld. Figuur 2 laat zien dat op de specifieke vraag of de gemeenteraad voldoende opkomt voor de belangen van praktisch opgeleiden, praktisch opgeleide Amsterdammers minder vaak aangeven dat ze het gevoel hebben dat de gemeenteraad (veel) te weinig opkomt voor deze belangen (37%). Voor Amsterdamse stemmers met een mbo-2 t/m mbo-4 of met een hbo- of wo-opleiding is dit respectievelijk 47% en 49%. Ook gaf geen praktisch opgeleide stemmer aan dat er (veel) te veel werd opgekomen in de gemeenteraad voor de belangen van praktisch opgeleiden, waar dit bij andere Amsterdamse stemmers wel het geval is. Daarnaast vonden we dat de helft van de Amsterdamse stemmers met maximaal een mbo-1 opleiding het niet weten of geen antwoord willen geven. Dit aandeel is kleiner voor Amsterdammers met een mbo-2 t/m mbo-4 opleiding (36%) en is nog weer kleiner voor Amsterdammers met een hbo- of wo opleiding (28%).
Figuur 2 Wordt er genoeg opgekomen voor praktisch opgeleiden in de Gemeenteraad naar opleiding, procenten (2022)
Wanneer we deze uitsplitsing ook toepassen op de vragen in hoeverre de gemeenteraad opkomt voor de belangen van mensen die religieus zijn, mensen met een migratieachtergrond, vrouwen, ouderen en jongeren, zien we overal ongeveer dezelfde trend. Elke keer is het zo dat praktisch opgeleide stemmers (veel) vaker aangeven het antwoord niet te weten of geen antwoord geven. Mogelijk hangt dit samen met politieke interesse: we weten dat interesse in de politiek correleert met opleiding (Amsterdamse Burgermonitor).
Migratieachtergrond, geslacht en leeftijd hangen samen met de schaal van percepties van ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen
Het begrip intersectionaliteit, of kruispuntdenken, is rond de jaren ’90 van de vorige eeuw opgekomen binnen de feministische beweging. Kimberley Crenshaw liet zien dat vrouwen van kleur stelselmatig slachtoffer werden van verschillende vormen van beleid. Beleid om vrouwenrechten te verbeteren richtte zich namelijk vooral op witte vrouwen, en beleid om racisme tegen te gaan richtte zich vooral op zwarte mannen. Het intersectioneel denken probeert dus de complexiteit te vangen van de ervaringen van mensen die zich op het kruispunt bevinden van verschillende ongelijkheden, bijvoorbeeld etniciteit, geslacht en klasse. Om precies deze reden – dat verschillende achtergrondkenmerken gecombineerd effect kunnen hebben – is het van belang om niet alleen naar het effect van opleiding of migratieachtergrond te kijken, maar naar hoe deze achtergrondkenmerken samen invloed zouden kunnen hebben op de ervaren representatie.
Zoals eerder benoemd ervaren Amsterdammers met een migratieachtergrond minder representatie, zie Figuur 3 (α <.001). Daarnaast zien we dat mannen significant meer representatie ervaren dan vrouwen (α <.001), en dat het hebben van een oudere leeftijd gepaard gaat met significant meer ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen (α <.001 ).
Figuur 3 Ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen naar verschillende demografische kenmerken, min = 1 (veel) te weinig, max = 5 (veel) te veel (2022)
Wanneer we deze verschillende demografische kenmerken met elkaar kruisen zien we dat jongere vrouwen met een migratieachtergrond gemiddeld significant minder representatie ervaren dan jongere mannen met een migratieachtergrond (α <.05). Zo ligt de ervaren representatie van de eerstgenoemde groep rond de 2,1 terwijl dit voor de laatstgenoemde groep bij de 2,3 ligt op een schaal van 1 tot 5. In aanvulling op de cijfers in figuur 3: onder jongere vrouwen ervaren de vrouwen zonder een migratieachtergrond significant meer representatie dan vrouwen met een migratieachtergrond (α <.001) en ook oudere vrouwen zonder migratieachtergrond ervaren meer representatie dan jongere vrouwen zonder migratieachtergrond (α <.01). Het grootste verschil dat te zien is, is dat tussen jongere vrouwen met een migratieachtergrond en oudere mannen zonder een migratieachtergrond. De ervaren representatie van de eerste genoemde groep ligt rond de 2,1 terwijl dit voor de laatstgenoemde groep bij de 2,7 ligt (α <.001).
Dit laat duidelijk zien dat de intersectionaliteit van migratieachtergrond, geslacht en leeftijd gepaard gaat met grote verschillen in de ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen in de gemeenteraad.
Conclusie
Ervaren representatie heeft zijn weerslag op meerdere facetten in de sociale werkelijkheid dan alleen maar de politiek. Zo heeft onderzoek al laten zien dat een gebrek aan (ervaren) representatie gevolgen kan hebben voor het vertrouwen van burgers in de overheid. In dit artikel hebben we gepoogd om een algemene schaal te maken die ervaren vertegenwoordiging van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen in de gemeenteraad meet. Daarnaast hebben we gekeken wat nu de deels mogelijk verklarende demografische kenmerken zijn van Amsterdammers met betrekking tot deze ervaren representatie.
Uit ons onderzoek blijkt dat het oordeel over vertegenwoordiging van één traditioneel ondervertegenwoordigde groep, samenhangt met het oordeel over de representatie van andere traditioneel ondervertegenwoordigde groepen in de gemeenteraad. Met andere woorden: als mensen vinden dat de belangen van één bepaalde groep ondervertegenwoordigd zijn in de gemeenteraad, vinden zij dat meestal ook van belangen van andere traditioneel ondervertegenwoordigde groepen. Hierbij zien we vooral dat er grote verschillen zijn tussen Amsterdammers met een migratieachtergrond, die relatief weinig representatie ervaren van deze groepen, en Amsterdammers zonder een migratieachtergrond.
Daarnaast hebben we gekeken naar de gecombineerde effecten van migratieachtergrond, opleiding, geslacht en leeftijd op deze ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen. Hier vonden we dat migratieachtergrond, geslacht en leeftijd significant samenhangen met de ervaren representatie van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen in de gemeenteraad. Dit onderstreept het belang van kijken met een intersectionele bril.
Dat bepaalde groepen Amsterdammers de ervaring hebben dat er onvoldoende representatie is van traditioneel ondervertegenwoordigde groepen in de raad is problematisch voor het vertrouwen in en functioneren van de gemeenteraad en de lokale politiek. Hierdoor kan de lokale democratie op den duur onder druk komen te staan.
Dit artikel is tot stand gekomen mede dankzij Laure Michon en Sara Rubingh, beide onderzoekers van de gemeente Amsterdam. Met dank aan Jeroen Slot en Floris Vermeulen voor het commentaar op eerdere versies.
De resultaten van bovenstaand bericht zijn afkomstig uit een onderzoek van de afdeling Politicologie van de Universiteit van Amsterdam en Onderzoek & Statistiek van de gemeente Amsterdam, naar de opkomst en het stemgedrag van Amsterdammers met een migratieachtergrond. Sinds 1994 wordt dit in kaart gebracht doormiddel van een exitpoll op de verkiezingsdag, zo ook op 16 maart 2022.
Afbeelding van Magda Ehlers via Pexels.
Ronald Heijman zegt
De discrepanties tussen ervaren vertegenwoordiging van de specifieke groepen en de ervaren vertegenwoordiging door andere groepen over die spepcifieke andere groepen, lijkt dan ook een belangrijke verklaring van versnippering van het politieke landschap. Naast een oorzaak van wantrouwen.
Zonder specifieke vertegenwoordiging wordt je tekort gedaan door grotere politieke partijen.
Politieke partijen zijn kennelijk te sektarisch en voeden daarmee tevens de ondermijning van solidariteit, gemeenschapszin en verantwoordelijksgevoel voor elkaar.
Hiermee zouden we wel eens de redenen kunnen raken van het algemene gevoel dat de politiek en daarmee de overheid er niet is “voor mij”.
Dus niet klagen over versnippering, ontevredenheid en wantrouwen, maar tastbaar en gevoelsmatig beter en breder opkomen voor de belangen van alle Nederlanders.
Ik ken zo’n politieke partij niet..