Als een radicaal onzekere gebeurtenis kan de het conflict tussen Israël en Palestina invloed hebben op de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november. Tot 9 november zijn meer dan 1200 Israëli’s en 10.800 Palestijnen omgekomen tijdens het conflict, een ongekend aantal doden voor beide groepen in de moderne geschiedenis. Het conflict heeft veel internationale aandacht getrokken, met beschuldigingen van oorlogsmisdaden aan beide kanten en beschuldigingen aan Israël van een genocide tegen het Palestijnse volk. Dit conflict is ook een onderwerp geworden in de Nederlandse politiek, bijv. als onderwerp van de eerste vraag in het openingsdebat van de verkiezingen op 22 november. Zal deze radicaal onzekere gebeurtenis de Nederlandse verkiezingen beïnvloeden?
Radicale onzekerheid (“radical uncertainty”), bedacht door John Kay en Mervyn King in hun boek uit 2020, omringt fenomenen die worden gekenmerkt door extreme ambiguïteit en vaagheid, en waarvoor het onmogelijk is om kansen toe te kennen aan specifieke uitkomsten. Hoewel een toekomstig conflict tussen Hamas en de Israelische strijdkrachten niet onverwacht was, was het precieze tijdstip van dit conflict verrassend. Gezien de omvang en capaciteit van de Israelische inlichtingendiensten, was het vermogen van Hamas om op 7 oktober een grote aanval in te zetten iets waar de meeste prognoses geen rekening mee hielden. Het was dus moeilijk voor te stellen dat zo’n grootschalige aanval van de kant van Hamas zou plaatsvinden en, als gevolg daarvan, dat Israël zo’n aanslag zou hebben om op te reageren. Geen enkele Nederlandse politieke partij had deze oorlog voorzien bij het opstellen van hun verkiezingsprogramma, zoals ook blijkt uit het feit dat sommige partijen het Israëlisch-Palestijns conflict volledig uit hun programma’s hebben weggelaten.
Vanwege hun onverwachte aard kunnen radicaal onzekere gebeurtenissen bijzonder ontwrichtend zijn. Politici kunnen op verschillende manieren reageren op dergelijke gebeurtenissen, een onderwerp dat het RadiUnce Project van de Universiteit Utrecht zal onderzoeken. Afhankelijk van hun reacties kan de populariteit van politici en die van hun partijen worden beïnvloed. In sommige gevallen kunnen reacties op radicaal onzekere gebeurtenissen van invloed zijn op de uitkomsten van een verkiezing.
In het verleden hebben radicaal onzekere gebeurtenissen de Nederlandse verkiezingen beïnvloed
De diplomatieke crisis tussen Nederland en Turkije die zich voordeed in de dagen voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 was een radicaal onzekere gebeurtenis voor het Nederlandse kabinet. In een paar dagen escaleerde een gepland bezoek van een Turkse minister om met Turkse staatsburgers te spreken tot een aanzienlijke internationale diplomatieke ruzie die een week eerder onwaarschijnlijk en moeilijk te voorspellen zou zijn geweest. De Turkse reactie was agressief, onvoorspelbaar en ambigu, en bestond uit extreme verbale berispingen, sancties en dreigementen om de Nederlandse regering voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te dagen. Nederlandse politici, inclusief premier Mark Rutte, moesten snel beslissingen nemen met het oog op denaderende verkiezingen. Bovendien ging veel aandacht tijdens de verkiezingen naar wat voorheen een randkwestie was, waardoor alle andere partijen ook een standpunt over het onderwerp moesten formuleren. Met Rutte aan het roer als de leidende figuur laten Beijen et al. zien hoe de waardering voor Rutte steeg in de dagen voor de verkiezingen, wat mogelijk heeft bijgedragen aan een VVD die aanzienlijk beter presteerde dan de peilingen op de avond voor de verkiezingen deden vermoeden.
COVID-19 is een ander voorbeeld van een radicaal onzekere gebeurtenis die mogelijk van invloed was op de uitkomsten van de Tweede Kamerverkiezingen in 2021. De pandemie was onvoorspelbaar door de complexe interactie van een verspreidend virus en haar varianten met menselijk gedrag en overheidsmaatregelen. Het Nederlandse coronabeleid was ook volatiel en inconsistent, waarbij bijvoorbeeld de regering aanvankelijk suggereerde dat groepsimmuniteit een solide strategie was, maar zich later bedacht en koos voor grootschalige lockdowns en een avondklok. Vooral zwevende kiezers met minder vertrouwen in de politiek uitten meer vertrouwen in de politiek tijdens deze crisis. Met oppositiepartijen aan de zijlijn toen dit onderwerp de verkiezingen domineerde, leken enkele van de meest zichtbare regeringspartijen (VVD) een min of meer permanente stijging in de peilingen te krijgen in aanloop naar de verkiezing, in vergelijking met hun peilinggemiddelden vóór de pandemie.
In het geval van de huidige verkiezingen tijdens de Israël-Palestina oorlog is de zittende premier Mark Rutte niet opnieuw verkiesbaar. Daarom is het niet duidelijk maar wel interessant wie de eventuele electorale winst uit dit conflict kan trekken. Desalniettemin zou de VVD kunnen profiteren, vooral omdat zij het “issue ownership” lijkt te hebben op het gebied van buitenlandse zaken.
Tijdens spannende verkiezingen kunnen kleinere onderwerpen doorslaggevend zijn
Andere grotere partijen kunnen ook steun vergaren door hun kracht te tonen in turbulente internationale tijden. Dit kan doorslaggevend zijn, omdat slechts 33% van de Nederlanders aangeeft een sterke voorkeur voor één partij te hebben. Terwijl de electoraten van sommige partijen duidelijke trends laten zien in hun mening over de Israël-Palestina kwestie, zijn andere partijen iets gemengder. Deze partijen moeten zorgvuldige beslissingen nemen over hoe ze hun positie in het escalerende conflict neerzetten. Dit zou met name het geval kunnen zijn voor PvdA-GroenLinks en D66, partijen met een aanzienlijk aantal aanhangers die de Palestijnen steunen, en die ook hebben gemeld dat ze vinden dat hun partij zich moet uitspreken over het conflict in recente Ipsos-peilingen (figuren 1 en 2). Voor deze partijen kan radicale onzekerheid een belangrijke rol spelen in de verkiezingsuitslag.
Source: Ipsos, 2023
Figuur 1: Na de SGP zijn de kiezers van PvdA-GL en D66 het meest betrokken bij het conflict, en willen ze dat hun politieke partij zich uitspreekt.
Source: Ipsos, 2023
Figuur 2: Meer dan de helft van de linksgeoriënteerde Nederlandse kiezers gelooft dat Nederland meer zou moeten doen ter ondersteuning van de Palestijnen.
PvdA-GL had al een eerste misrekening toen ze voor het eerst reageerden op het uitbreken van het conflict door steun aan Israël uit te spreken, wat een deel van hun partij kwetste. Dit resulteerde in een lid van GroenLinks, Kauthar Bouchallikht, dat aankondigde dat ze niet langer zou deelnemen aan deze campagne. Bij het eerstvolgende gezamenlijke partijcongres kwam Timmermans echter met een genuanceerde benadering, en werd een motie met 96% aangenomen waarin stond dat de collectieve straf voor Palestijnen in strijd is met het internationale recht. Daarom lijkt dit wankele moment voor PvdA-GL enigszins opgelost te zijn. Het is nog afwachten of Timmermans zijn expertise op het gebied van buitenlandse zaken kan aanwenden om over te komen als een effectief leider tijdens een internationaal conflict.
De rol van de Israël-Palestina oorlog in de stemkeuze van Nederlanders is toegenomen, ook al blijft deze relatief klein
Halverwege oktober zei slechts 4% van de Nederlanders dat het conflict een grote rol zou spelen in hun stemkeuze, terwijl 59% van de Nederlanders zei dat het helemaal geen rol zou spelen. Dit kan echter snel veranderen, zoals Sjoerd van Heck opmerkte in zijn beoordeling van wat de Ipsos-peiling van 13-16 oktober liet zien over de invloed van het conflict op de Nederlandse verkiezingen. Maandenlang was stikstof het belangrijkste onderwerp voor veel Nederlandse kiezers, maar nu noemt slechts 5% dit als het belangrijkste onderwerp. Ook de oorlog in Oekraïne is in belang afgenomen, waarbij slechts 2% van de kiezers zegt dat dit voor hen het belangrijkste onderwerp is.
We zien dit al in een recentere Ipsos-peiling, uitgevoerd tussen 23 en 25 oktober. In minder dan 10 dagen sinds de vorige peiling ging het percentage Nederlanders dat aangaf dat het Israëlisch-Palestijns conflict een grote rol zou spelen in hun stemkeuze, van 4% naar 20%. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de voortdurende toename van het aantal doden en gewonden als gevolg van het conflict, en aanslagen waar veel media-aandacht voor was, zoals de bombardering van het al-Ahli Arab Hospital in Gaza-stad op 17 oktober (één dag na afloop van de vorige peiling).
Bovendien zien we dat het aantal Nederlanders dat gelooft dat het conflict een risico vormt voor de wereld is toegenomen. Hoewel het conflict op grote afstand plaatsvindt, erkennen Nederlanders het belang ervan – op 30 oktober zei 71% dat het conflict een risico vormt voor de wereld.
Conclusie
In de afgelopen maand intensiveerde het Israëlisch-Palestijns conflict, evenals de prioriteit ervan voor het Nederlandse electoraat. Op dit moment kunnen we niet weten welke rol het conflict zal spelen in de uitkomst van de verkiezingen. Wat we wel weten, is dat iets meer dan een maand geleden niemand had verwacht dat het een grote rol zou kunnen spelen in de stemkeuze van 20% van de Nederlandse bevolking. Bovendien weten we dat steeds meer kiezers het conflict meenemen in hun overwegingen, en dat eerdere gevallen van radicale onzekerheid verkiezingsresultaten hebben beïnvloed.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.