Politiek speelt een belangrijke rol in science fiction: ruimtereizen of contacten met buitenaardsen zijn geen zaak voor individuele mensen maar voor gehele samenlevingen en hun overheden. Maar daarmee reflecteert science fiction ook altijd de politiek van de periode waarin het geschreven is. Twee suggesties voor onder de kerstboom.
Mote in God’s Eye
The Mote in God’s Eye geldt als één van de beste SF-romans. Het boek is verschenen in 1974 en is geschreven door Larry Niven en Jerry Pournelle. Het boek beschrijft het eerste contact tussen de mensheid en een buitenaards ras. De mensheid heeft al verschillende koloniën gevestigd in een aantal sterrenstelsels en wordt bestuurd in een keizerrijk met een belangrijke rol voor de aristocratie en het leger. De mensheid komt in contact met dit buitenaards ras, uit een ster die de Mote in God’s Eye wordt genoemd, en twee ruimteschepen reizen af naar de planeet van de buitenaardsen, die zelf nog niet sneller-dan-het-licht kunnen reizen.
In dit eerste contact speelt een permanente paranoia dat de buitenaardsen maar een doel hebben: het verkrijgen van de techniek die mensen in staat stelt om sneller dan het licht te reizen. Daarom worden er door het leger twee schepen gestuurd: één om contact te leggen met de buitenaardsen en één om het eerste ruimteschip te kunnen vernietigen als de buitenaardsen het eerste schip dreigen te overnemen; dit schip mag onder geen bedding in contact komen met de buitenaardsen.
Het boek ademt de sfeer van de Koude Oorlog: de protagonisten wantrouwen het handelen van de buitenaardsen voortdurend. Alle mooie woorden en interessante culturele ontmoetingen ten spijt denken ze dat de buitenaardsen iets te verbergen hebben.
Of al dit wantrouwen terecht is en welke geheimen de buitenaardsen koesteren? Ik kan slechts melden dat de beide auteurs een rechts profiel hebben en actief de anti-communistische president Reagan hebben ondersteund.
The Martian
The Martian uit 2011, die in 2015 ook in de bioscoop verscheen is als een Matt Damon-vehikel, wordt alom geprezen vanwege zijn wetenschappelijke accuratesse. Het is een echt hard science fiction boek dat alle wetenschappelijke details correct wil hebben. Het gaat over Mark Watney die na een ramp met een van de eerste bemande Marsmissies alleen achter blijft op de planeet Mars en thuis moet proberen te komen.
De politiek in het boek betreft hoe de NASA op aarde om gaat met informatie dat Watney dood lijkt te zijn en vervolgens blijkt te leven. Uit angst dat foto’s van het dode lichaam van Watney over de hele wereld verspreid wordt, willen ze geen gedetailleerde foto’s van de rampplek maken: immers de gruwelijke foto’s zouden de hele wereld over gaan, daarmee zou de publieke steun voor ruimtemissies verdwijnen en daarmee de financiering. De vraag wat het gevolg van bepaalde handelingen voor de publieke steun voor ruimtereizen zal zijn speelt voortdurend mee in de beslissingen die de leiding van NASA neemt.
Of het boek politiek even realistisch is als dat het wetenschappelijk accuraat is? De massale steun die NASA heeft gegeven om de verfilming van de roman een succes te maken spreekt volgens mij boekdelen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.