Uit recent onderzoek van Steven Van de Walle en Sofie Marien komt een inmiddels zeer actuele en opmerkelijke conclusie: Beperking van de keuzevrijheid in het zorgstelsel hebben geen aantoonbare invloed op gevoelens van keuzevrijheid onder burgers.
Wat beïnvloedt die gevoelens dan wel?
Het vergroten van keuzemogelijkheden voor consumenten is één van de onderliggende principes bij de hervormingen van veel publieke diensten. Zo ook in de gezondheidszorg. Het idee is dat patiënten door hun keuzegedrag druk uitoefenen op zorgverleners en zo de kwaliteit van het gezondheidssysteem verhogen. Exit als drukkingsmiddel en als signaal.
Deze exit komt in vele vormen voor. Meest voor de hand liggend is het verlaten van de ene dokter om een andere te bezoeken. Maar exit kan ook bestaan uit het verlaten van het publieke stelsel en overstappen naar private gezondheidszorg; overstappen naar alternatieve geneeskunde; bezoeken van de spoedgevallendienst daar waar een huisarts ook soelaas kan bieden; of het niet langer bezoeken van een arts, ook wanneer zulks aangewezen zou zijn (non take-up).
Het debat over de vrije artskeuze in Nederland gaat weliswaar vooral over de keuze van specialisten, maar in Europees perspectief zien we dat het debat ook betrekking heeft op huisartsen. Hervormingen gaan twee richtingen uit: Enerzijds via initiatieven om de keuzeruimte te verbreden door beperkingen op te heffen (zie Groot-Brittannië, Zweden in de negentiger jaren), anderzijds via initiatieven om keuzevrijheid in te perken om zo overconsumptie tegen te gaan (zie Duitsland, België, en nu Nederland).
Voldoende keuze?
Data uit de European Social Survey in 22 landen (33375 respondenten) geven inzicht in de vraag of mensen vinden dat ze bij het kiezen van hun huisarts voldoende keuze hebben. De figuur toont de resultaten. Nederland zit hier in de middenmoot.
Figuur 1: % voldoende keuze bij kiezen arts?
Kiezen bij dezelfde arts te blijven
Opvallend is ook dat respondenten het hebben van keuze niet enkel interpreteren als het hebben van een keuze om naar een andere arts over te stappen, maar ook als het hebben van de mogelijkheid om bij dezelfde arts te blijven. Hier zien we dat respondenten in Nederland een sterke voorkeur hebben om dezelfde dokter te gebruiken.
Figuur 2: Voorkeur zelfde/verschillende dokter
Structurele factoren verklaren gepercipieerde keuze weinig tot niet
Onze analyse, die binnenkort verschijnt in Administration & Society[1], en in preprint hier kan worden gedownload, gaat na wat verklaart of mensen vinden dat ze bij het kiezen van hun huisarts voldoende of onvoldoende keuze hebben. Dit gebeurt aan de hand van een multilevel analyse met individuele data en data op landniveau.
Resultaten tonen dat structurele factoren zoals het al dan niet aanwezig zijn van vrije keuze in een gezondheidssysteem normaliter geen invloed heeft op de ervaren keuze. Dat is in het licht van de zogeheten Kerstcrisis – de kabinetscrisis rond het wetsvoorstel van Minister Edith Schippers om ruimte te scheppen om de vrije keuze in te perken – opmerkelijk te noemen.
Ook de kwantitatieve mogelijkheid om te kiezen, geoperationaliseerd door het aantal artsen in een land of gezondheidsuitgaven hebben geen invloed. Slechts 20% van de variatie in de antwoorden wordt verklaard door factoren op landniveau. De rest wordt door individuele factoren verklaard.
Wat dan wel?
Vrouwen en jongeren zijn minder geneigd voldoende keuze te ervaren. Dit geldt ook voor personen met een lager inkomen. Mensen die op het platteland wonen zijn ook geneigd te vinden dat ze niet voldoende keuze hebben. Het positief beoordelen van de beschikbare keuze hangt samen met gezond zijn en een positieve beoordeling van het gezondheidssysteem als geheel. Dit betekent dat het percipiëren van keuze een reële ervaring weerspiegelt. Ten slotte suggereert dit laatste resultaat dat voorstander zijn van meer keuze kan worden geïnterpreteerd als een uiting van ontevredenheid.
[1] Van de Walle, S. & Marien, S. (2015). Choice in public health services: A multilevel analysis of perceived primary care doctor choice in 22 countries. Administration and Society.
Edward zegt
Ik snap hier niks van:
1. Er is helemaal geen vrije artsenkeuze in Nederland als het om huisartsen gaat. Huisartsen verdelen vaak wijken en nemen niemand aan uit een andere wijk.
2. Het idee van vrije artsenkeuze is volgens mij juist dat zorgverzekeraars een onderhandelingsmandaat hebben om te kunnen onderhandelen over de prijs om zo zorg betaalbaar te maken (enorme stijging te stoppen). En ook om op kwaliteit te kunnen controleren en patienten niet meer naar slechte artsen (die door collega’s een hand boven het hoofd worden gehouden) uit de markt te drukken.
3. van arts willen veranderen heeft toch niet per sé heel veel met keuzevrijheid te maken?
Ik haal dus eigenlijk weinig relevants uit deze grafieken…
jan zegt
Raar artikel. Keuze gevoel? Het is bijna kerst, het is crisis, velen zijn niet ziek en zien dagelijks vele tientallen opdringerige reclame spotjes langskomen. Natuurlijk ‘voelt’ men geen keuze beperking. Totdat je ermee te maken krijgt. Mijn ervaring met de zorgverzekeraar is zacht gezegd ‘schandalig!’ Ik heb geen keuze. En straks ook de vrije artsen keuze ook afschaffen! Hoezo betere zorg? Hoezo genoeg keuze? 4 zorgverzekeraars die miljarden oppotten, de zorg uitkleden, met hun eigen regels en ondoorzichtigheid. Als patiënt voel ik me in de kou gelaten. Schippers heeft niet het beste met mij voor. Haar argumenten deugen niet, sinds de marktwerking is de zorg jaarlijks duurder geworden, verder uitgekleed en verre van beter geworden!!!!!!!!!!! Nederland is het beu! Al die reclames die ik door mijn strot gedrukt krijg, betaald van mijn eigen premiegeld! Maar zelf zorg kunnen kiezen homaar! Schandalig. Aftreden die Schippers.