Eén van de (vele) in het oog springende politieke ontwikkelingen van de jaren nul en tien is het succes van radicaal-rechts. Donald Trump won de verkiezingen in de VS, Jair Bolsonaro in Brazilië, en Narendra Modi in India. In Europa is de steun voor radicaal-rechtse partijen toegenomen van minder dan 5% twee decennia geleden tot ongeveer 15% nu.
Maar het succes van radicaal-rechts uit zich niet alleen in de verkiezingsoverwinningen van deze partijen. Hun gedachtegoed is ook steeds meer wijdverspreid geraakt doordat gevestigde middenpartijen steeds dichter tegen radicaal-rechts zijn aangekropen (met name op het gebied van immigratie).
Worden kiezers nu ook steeds meer radicaal-rechts? Is de publieke opinie langzaam maar zeker steeds negatiever geworden over immigratie en de multiculturele samenleving (het hoofdthema van radicaal-rechtse partijen)? Het antwoord is nee.
Figuur 1 hieronder laat voor 28 Europese landen zien hoe de gemiddelde opvatting over immigratie zich heeft ontwikkeld tussen 2002 en 2018. De gegevens komen van de European Social Survey. Een lage score staat voor een zeer negatieve opvatting over immigratie en een hoge score voor een heel positieve. Zie voor meer informatie over de data de methodologische verantwoording onder deze tekst.
Figuur 1: Gemiddelde opvatting over immigratie (0 = zeer negatief; 10 = zeer positief) per land-jaar
In sommige landen is men gemiddeld negatiever geworden over immigratie. Dit is het geval in bijvoorbeeld Bulgarije en Hongarije. In andere landen is men gemiddeld juist positiever geworden. Lichte stijgingen zijn bijvoorbeeld waarneembaar in het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Hoe dan ook, in de meeste gevallen zijn de veranderingen zeer klein, en zien we een vrijwel horizontale lijn. (Verdere analyses laten zien dat er inderdaad geen sprake is van een statistisch significante verandering in gemiddelde opvattingen over de tijd.)
Is er dan vrijwel niets veranderd in de afgelopen twintig jaar? In Figuur 2 heb ik een overzicht gegeven van de standaarddeviatie per land-jaar. De standaarddeviatie is een maat van spreiding en kan ruwweg worden gezien als de gemiddelde afwijking van het gemiddelde. De ontwikkeling van de standaarddeviatie geeft dus een indicatie van de mate waarin opvattingen (steeds meer of minder) uiteenlopen.
In de meeste landen lijkt sprake te zijn van een heel lichte stijging van de standaarddeviatie. Maar ook hier is er geen universele en structurele toename; in de meeste landen is de stijging zeer miniem en bovendien is er in redelijk wat landen sprake van behoorlijke fluctuaties. (Verdere analyses laten ook hier weer zien dat er geen structurele en statistisch significante stijging [of daling] over de tijd is.)
Figuur 2: Standaarddeviatie opvatting over immigratie (0 = zeer negatief; 10 = zeer positief) per land-jaar
Wat kunnen we hier nu uit concluderen? De grafieken laten zien dat de door velen waargenomen mainstreaming van radicaal-rechts op partijniveau niet lijkt op te treden als we kijken naar de opvattingen van kiezers. Hoewel radicaal-rechtse partijen steeds succesvoller zijn geworden en middenpartijen zich steeds meer in hun richting zijn gaan bewegen, is de publieke opinie met betrekking tot het hoofdthema van deze partijen – immigratie – niet geradicaliseerd.
Maar als het toegenomen succes van radicaal-rechtse partijen niet het gevolg is van veranderende opvattingen van burgers, wat is er dan wel veranderd? Waarschijnlijk is het toegenomen electorale succes van radicaal-rechtse partijen voor een belangrijk deel het gevolg van de combinatie van (1) het toegenomen belang van het immigratiethema en (2) de toegenomen volatiliteit van kiezers.
Kiezers zijn hun partijkeuze steeds meer gaan baseren op hun opvattingen over immigratie. Waar veel kiezers met negatieve ideeën over immigratie en de multiculturele samenleving in de jaren nul (en daarvoor) vaak nog op een gevestigde middenpartij stemden, zijn zij in de laatste twee decennia steeds meer gaan switchen naar partijen met anti-immigratieopvattingen. Met andere woorden: hun immigratieopvattingen zijn nauwelijks veranderd, maar immigratie is voor hen wel een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij hun uiteindelijke stemkeuze.
Conclusie: de gemiddelde kiezer is niet negatiever geworden over immigratie. Maar kiezers die al negatief waren over immigratie lijken wel steeds beter hun weg te hebben gevonden naar partijen die op dat thema dicht bij ze staan.
Methodologische verantwoording. In de European Social Survey (ESS) worden drie vragen gesteld over immigratie: (1) “Is het volgens u over het algemeen slecht of goed voor de Nederlandse economie dat mensen uit andere landen hier komen wonen?” [0 = slecht voor de economie, 10 = goed voor de economie]; (2) “Vindt u dat het culturele leven in Nederland over het algemeen ondermijnd of verrijkt is door mensen uit andere landen die hier zijn komen wonen?” [0 = culturele leven is ondermijnd, 10 = culturele leven is verrijkt]; (3) “Is Nederland, door mensen uit andere landen die hier zijn komen wonen, een slechtere of een betere plek geworden om te wonen?” [0 = slechtere plek om te wonen, 10 = betere plek om te wonen]. Deze items heb ik samengevoegd met als resultaat een variabele die loopt van 0 (zeer negatief) tot 10 (zeer positief). Per ESS-wave heb ik per land gemiddelde en standaarddeviatie berekend. De besproken analyses in de tekst zijn gebaseerd op OLS-regressieanalyses met land-fixed effects en robuuste standaardfouten. De afhankelijke variabelen zijn respectievelijk gemiddelde en standaarddeviatie van de immigratie-opvattingen en de onafhankelijke variabelen zijn jaardummies.
Afbeelding: Bron.
Paul Treanor zegt
De bewering dat mainstreaming van radicaal-rechtse opvattingen niet zichtbaar is in de opvattingen van de kiezers, valt niet te staven met de drie gebruikte vragen, omdat ze te algemeen zijn. Je zou juist enkele radicaal-rechtse standpunten van 20-30 jaren gelden moeten voorleggen, en kijken naar de toegenomen acceptatie. Wat ook bekeken moet worden, is de sociale acceptatie van radicaal-rechtse standpunten, maar daarover is waarschijnlijk geen data van vroegere jaren. De sociale media staan vol met standpunten, die je vroeger niet eens in neo-nazi publicaties aantrof, en inmiddels is een meerderheid bereid om het uiten daarvan goed te keuren. Dat is ook een vorm van mainstreaming van rechtse opvattingen, maar kan niet met de gebruikte data worden waargenomen.
Floris Jan zegt
Goed stukje, zou dit ook de opkomst van de FvD kunnen verklaren of zijn er meer onderwerpen van belang zoals bv het klimaat?
Robert Becht zegt
Alle grafieken schommelen rond de 5…Ruwweg 50% van de respondenten heeft het niet zo met multi-culti en dat blijkt redelijk constant sinds 2000. Het is een gezonde democratische ontwikkeling dat deze grote groep kiezers een stem heeft via de nieuwe rechtse partijen