De verkiezingen van 22 november 2023 waren om veel redenen bijzonder. Er is al veel geschreven over de winst van de PVV (zie ook ons eerste blog op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 2023), maar er gebeurde wel meer opvallends. In deze reeks blogs gaan we dieper in op de zes grootste partijen, in aflopende volgorde van grootte. Vandaag deel 2: GroenLinks-PvdA.
De gecombineerde lijst van GroenLinks en PvdA werd de tweede ‘partij’ met 25 zetels, na de PVV en net voor de VVD. Gezamenlijk won de lijstcombinatie 8 zetels meer dan toen de beide partijen in 2021 apart deelnamen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Waar kwamen die kiezers vandaan? Met welke thema’s associeerde Nederlandse kiezers GroenLinks-PvdA? Hoe beoordeelden ze de lijsttrekker, Frans Timmermans? En wat zijn voor de GroenLinks-PvdA-kiezers de prioriteiten waar een volgende regering voorrang aan moet geven? In dit blog gaan we hier dieper op in op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 2023. Onderaan het blog staat een methodologisch addendum, waar meer achtergrondinformatie over de data te vinden is.
1. ‘Oude’ en nieuwe kiezers
Zoals gezegd, haalde GroenLinks-PvdA op 22 november 2023 acht zetels meer dan dat GroenLinks en PvdA afzonderlijk haalden in 2021. Toen scoorde GroenLinks nog acht zetels en de PvdA negen. Waar kwamen de kiezers van GroenLinks-PvdA vandaan?
Niet geheel verrassend was GroenLinks-PvdA populair bij kiezers die in 2021 GroenLinks- dan wel PvdA-stemden (zie figuur 1). Ongeveer een kwart van de kiezers die op 22 november 2023 kozen voor GroenLinks-PvdA stemde in 2021 GroenLinks en ongeveer een kwart kwam van de PvdA. Beide partijen slaagden er goed in om hun eigen achterban te mobiliseren voor de combinatie GroenLinks-PvdA. PvdA mobiliseerde zo’n 70% van de achterban in 2021, GroenLinks zelfs zo’n 75%.
Figuur 1. Kiezersstroom van stem in 2021 naar GroenLinks-PvdA in 2023 (in rood)
Naast de eigen achterban was GroenLinks-PvdA met name populair bij kiezers die in 2021 D66 stemden. Ook zij maken ook ongeveer een kwart uit van de groep kiezers die voor GroenLinks-PvdA stemde. D66 verloor bijna een derde van haar kiezers aan de lijstcombinatie.
Ook een beduidend aantal kiezers die in 2021 Partij voor de Dieren, VOLT en mindere mate de SP stemden trokken naar GroenLinks-PvdA. Elk van deze partijen was ongeveer goed voor zo’n 5 procent van het totale aantal GroenLinks-PvdA-kiezers. Dat lijkt weinig, maar dit zijn natuurlijk kleinere partijen en relatief gezien verloren zij dan ook behoorlijk aan GroenLinks-PvdA. Zo verloor de Partij voor de Dieren zo’n 20% van haar kiezers uit 2021 aan GroenLinks-PvdA.[1] Ook koos een kleiner aantal ChristenUnie-kiezers voor GroenLinks-PvdA, goed voor zo’n 2,5% van het totale aantal kiezers voor GroenLinks-PvdA.
2. Campagne: issue eigenaarschap en sympathie voor Timmermans
Vlak na de verkiezingen werd er veel gesproken over het belang van de campagne voor de verkiezingsuitslag. Dat is niet zo gek: de laatste twee weken voor de verkiezingen veranderde er veel in de peilingen. Vooral zogenaamd ‘issue eigenaarschap’[2] en de persoon van de lijsttrekker werden benadrukt als relevant. Hoe zien de kiezers van GroenLinks-PvdA deze twee zaken bij de eigen ‘partij’?
a. Issue eigenaarschap: klimaat, klimaat, klimaat
GroenLinks en de PvdA hadden in 2021 nog een vrij verschillend profiel, en werden in de hoofden van de kiezers met verschillende thema’s geassocieerd (zogenaamd ‘issue eigenaarschap’). Zo was de PvdA in 2021 eigenaar van de thema’s ‘wonen’ en ‘werkgelegenheid’ en GroenLinks van het thema ‘klimaat’. Werkgelegenheid speelde tijdens de campagne van 2023 geen rol van betekenis, maar wonen en klimaat wel.[3] Interessant dus om te kijken hoe het met dat eigenaarschap staat nu de twee partijen samen optrekken.
Zoals figuur 2 aangeeft, zien we dat kiezers de lijstcombinatie rond deze verkiezingen en met Timmermans als lijsttrekker met name associëren met ‘klimaat’. Daar is de ‘partij’ onbetwist eigenaar van: zo’n 50% van de kiezers associeert klimaat met GroenLinks-PvdA (de nummer twee is D66 met zo’n 15%). Armoede, wonen, zorg en bestaanszekerheid associeert de kiezer ook met de partij, maar daarbij moet de partij respectievelijk de SP (armoede en zorg), VVD (wonen) en NSC (bestaanszekerheid) voor zich laten.
Figuur 2. Percentage kiezers dat GroenLinks-PVDA associeert met vijf belangrijke thema’s (top 5)
Noot over het kleurpalet: we gebruiken verschillende schakeringen van rood om aan te geven dat (veel) meer kiezers GroenLinks-PvdA associëren met het thema klimaat dan met de andere thema’s.[4]
b. Lijsttrekker Timmermans riep verdeelde reacties op
Hoe beoordeelden Nederlandse kiezers de lijsttrekker van GroenLinks-PvdA? Zeer verdeeld, zo blijkt. De gemiddelde sympathie voor lijsttrekker Frans Timmermans was relatief laag: gemiddeld onder de 5 op 10, maar dat is met name omdat relatief veel kiezers hem een 0 op 10 geven (zo’n 15% van het electoraat). Als we kijken naar de spreiding, dan zien we dat kiezers op Timmermans, net zoals dat bij bijvoorbeeld Geert Wilders ook het geval is, zeer verdeeld reageren (zie figuur 3). Bij de eigen kiezers is Timmermans overigens wél relatief populair: onder de GroenLinks-PvdA-kiezers scoort hij gemiddeld zo’n 7 op 10; bij de andere kiezers is dat rond de 4 op 10.
Figuur 3. Verdeling sympathiescores voor Frans Timmermans op een schaal van 0-10
3. Waarom stemde men GroenLinks-PvdA: open vragen
In het Nationaal Kiezersonderzoek vroegen we de respondenten om zelf, in hun eigen woorden, aan te geven waarom men stemde wat men stemde. Wat zeggen de GroenLinks-PvdA-kiezers over de reden voor hun stem?
Twee types redenen werden door een grote groep GroenLinks-PvdA-kiezers genoemd: inhoudelijk linkse thema’s en een strategische stem tegen PVV en in mindere mate VVD. Qua inhoudelijke thema’s kwamen klimaat, sociaal & groen en solidariteit vaak voor. Een zeer forse groep GroenLinks-PvdA-kiezers noemde echter expliciet dat de eigen stem een strategische/tactische stem was tegen de PVV en de VVD. Deze laatste werd door deze kiezers gezien als onbetrouwbaar omdat ze PVV-beleid mogelijk zou kunnen maken en dat wilden ze voorkomen.
Naast deze twee redenen kwam ook het eigen resultaat van de Stemwijzer vaak terug als een reden om GroenLinks-PvdA te stemmen. Ook werd GroenLinks-PvdA door een groep kiezers als de enige relevante linkse partij gezien, waarbij men aangaf GroenLinks-PvdA te stemmen want “ik ben links”. Een kleiner aantal kiezers gaf tot slot aan op GroenLinks-PvdA te stemmen omwille van Frans Timmermans (“ervaren politicus en bestuurder”).
4. Wie stemde GroenLinks-PvdA: statistische analyse
Een deel van deze antwoorden zien we ook vertaald in onze multivariate logistische regressieanalyse. Met name kiezers die een verdergaand klimaatbeleid willen, kiezers die immigratie beperken geen grote prioriteit vinden, kiezers met een lage mate van Euroscepsis, linkse kiezers, kiezers met een hogere mate van vertrouwen in de Tweede Kamer (gemeten voor de verkiezingen plaatsvonden), kiezers met een hogere mate van politiek zelfvertrouwen en kiezers die zichzelf niet tot de arbeidersklasse rekenden, waren meer geneigd om op de lijstcombinatie GroenLinks-PvdA te stemmen.
We gaan hier nog even dieper in op de bevinding dat kiezers die zich tot de arbeidersklasse rekenden minder geneigd zijn op GroenLinks-PvdA te stemmen. De PvdA is historisch gezien de ‘arbeiderspartij’ met een verwijzing naar de arbeidersklasse in haar naam. Eerder al lieten we zien dat in 2010 de PvdA voor het eerst niet meer de partij was die het sterkst de arbeider wist te trekken. En dat in 2023 heel duidelijk is geworden dat er onder Nederlanders die zich rekenen tot de arbeidersklasse radicaal rechts vaker wordt gekozen dan een linkse partij. In 2021 werd er onder kiezers die zich rekenden tot de arbeidersklasse net zoveel op de PvdA gestemd als gemiddeld onder de kiesgerechtigde bevolking en net wat minder op GroenLinks. In 2023 is er een duidelijke ondervertegenwoordiging van de arbeidersklasse in het electoraat van GroenLinks-PvdA en een duidelijke patroon dat GroenLinks-PvdA in sterkere mate is gekozen door kiezers die zich niet identificeren als behorend tot de arbeidersklasse.
Overigens blijkt uit een aanvullende analyse dat van de kiezers die zich rekenden tot de arbeidersklasse en in 2021 nog PvdA stemden, ‘slechts’ 49% in 2023 op de GroenLinks-PvdA combinatie stemde in 2023. Kiezers die zich niet als arbeiders identificeerden, wist de combinatie veel beter vast te houden. GroenLinks-PvdA ‘verloor’ met name kiezers die zichzelf tot de arbeidersklasse rekenden aan NSC.[6] Daarbij moet wel vermeld dat het hier om een relatief kleine groep kiezers gaat: gemiddeld genomen wisten GroenLinks en PvdA hun ‘oude’ kiezers goed bij zich te houden (zie ook figuur 1 aan het begin van het blog).
Figuur 4. Resultaten logistische regressieanalyse (coëfficiënten-plot)
Noot: Te lezen als: de stippenlijn staat voor geen significant effect; een variabele wiens lijntje niet over de stippenlijn gaat is dus statistisch significant. Links van de lijn staat voor een significant negatief effect, rechts van de lijn voor een significant positief effect. Noot 2: “IPE” staat voor internal political efficacy, grofweg: een gebrek aan politiek zelfvertrouwen.
5. Na de verkiezingen
In deze sectie kijken we naar twee zaken: vertrouwen in de Tweede Kamer voor en na de verkiezingen en de beleidsprioriteiten die men naar voren schuift voor een nieuwe regering.
a. Vertrouwen in de Tweede Kamer
Net zoals we zagen bij PVV-kiezers, kregen GroenLinks-PvdA-kiezers (iets) meer vertrouwen in de Tweede Kamer na de verkiezingen. Het verschil is al bij al vrij klein, maar dat heeft mogelijk ook te maken met het feit dat al een relatief grote groep van hen voor de verkiezingen al vertrouwen had in de Tweede Kamer.
De vraag is uiteraard waarom de kiezers van deze partij (iets) meer vertrouwen kreeg, terwijl de partij de verkiezingen niet won. Wellicht dat de winst in vergelijking met wat GroenLinks en PvdA afzonderlijk haalden in 2021 al voldoende was het vertrouwen te doen laten stijgen. Hoewel de lijstcombinatie niet de grootste werd, haalde ze wel fors meer stemmen dan de afzonderlijke partijen in 2021.
Figuur 5. Vertrouwen in de Tweede Kamer voor en na de verkiezingen
Noot: percentage respondenten dat aangeeft ’tamelijk veel’ dan wel ‘erg veel’ vertrouwen te hebben in Tweede Kamer.
b. Beleidsprioriteiten
Qua gewenste beleidsprioriteiten voor een volgende regering wijkt de GroenLinks-PvdA-kiezer behoorlijk af van de rest van de kiezers (zie figuur 6). Op alle thema’s (met uitzondering van woningbouw) verschilt deze groep kiezers significant van de andere kiezers,[7] Maar de verschillen zijn het grootst voor de thema’s ‘klimaat’, ‘migratie’ en ‘criminaliteit’.
Klimaatbeleid springt er het sterkst uit. Dit thema is veel meer dan voor de andere kiezers een prioriteit voor GroenLinks-PvdA-kiezers. Na klimaat, hebben armoede bestrijden en meer woningen bouwen de hoogste een prioriteit voor GroenLinks-PvdA-kiezers. Omgekeerd vinden GroenLinks-PvdA-kiezers criminaliteit aanpakken en een strenger migratiebeleid voeren veel minder een prioriteit dan de andere kiezers. Met name een strenger migratiebeleid voeren is voor deze kiezers geen prioriteit.
Figuur 6. Gewenste prioriteiten voor een volgende regering (0 tot 10)
Conclusie: klimaateigenaar, strategisch stemmen en grote verschillen qua prioriteiten
In dit tweede kiezersblog op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 2023 zoomden we in op de tweede partij na de verkiezingen, GroenLinks-PvdA. Het was de eerste keer dat beide partijen gezamenlijk deelnamen aan nationale verkiezingen en dat maakte het extra interessant om te kijken hoe kiezers naar deze ‘partij’ keken. Wie stemde naast GroenLinks- en PvdA-kiezers op de lijstcombinatie en waarom?
We zagen dat de lijstcombinatie er vrij goed in geslaagd is om de eigen achterban te mobiliseren, maar zien ook dat dat minder was onder de ‘arbeidersklasse’. We vonden zelfs dat kiezers die zich identificeren als arbeider significant minder op de partij stemmen. Qua issue eigenaarschap bleek de partij met name eigenaar van het thema ‘klimaat’, waar de PvdA in 2021 ook nog gezien werd als eigenaar van het issue ‘wonen’, is GroenLinks-PvdA dat niet meer in 2023. En hoewel de lijsttrekker bij de eigen kiezers vrij goed scoorde, riep hij daarbuiten zeer verdeelde reacties op. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel GroenLinks-PvdA-kiezers zelf aangaven dat ook strategische motieven een belangrijke rol speelden bij de stemkeuze. Een vrij grote groep D66-, Partij voor de Dieren en VOLT-kiezers maakten dan ook de overstap naar GroenLinks-PvdA.
Tot slot zagen we ook dat de GroenLinks-PvdA-kiezer qua beleidsvoorkeuren op een aantal thema’s behoorlijk afwijkt van de overige kiezers. Met name op klimaat, migratie en criminaliteit zijn de verschillen groot.
Methodologische verantwoording
Over de data: Het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) is het toonaangevende kiezersonderzoek onder een representatieve groep stemgerechtigden in Nederland. Sinds 1971 voert Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON) het NKO uit rond iedere Tweede Kamerverkiezing. Onder leiding van Marcel Lubbers (Universiteit van Utrecht), Kristof Jacobs, Niels Spierings en Remko Voogd (Radboud Universiteit) is ook in 2023 aan Nederlanders gevraagd naar hun stemgedrag en politieke opvattingen rondom belangrijke maatschappelijke thema’s. De dataverzameling is ingebed binnen de datapanels van I&O en LISS (beide panels worden op uitnodiging gevuld, gebruikmakend van aselecte steekproeftrekkingen en niet op basis van zelfaanmelding), waarbij een representatieve steekproef benaderd is. Deze data zijn gewogen naar o.a. de verkiezingsuitslag en migratieachtergrond. Aan het NKO 2023 representatief deden 5640 respondenten deel. Zoals dat altijd het geval is bij survey-onderzoek, vulde niet iedereen alle vragen en vragenlijsten volledig in. Bovendien doen we in dit blog ook aan een subgroep analyse (i.e. GroenLinks-PvdA-kiezers). Wat betreft de foutenmarge, moet je voor de algemene analyses dus uitgaan van een foutenmarge van zo’n +/- 1.6% en voor de subgroep GroenLinks-PvdA-kiezers van een foutenmarge van zo’n +/- 4%.
[1] De SP zo’n 12,5% en VOLT zelfs zo’n 25%. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat het hier gaat om kleine aantallen respondenten.
[2] Bij issue eigenaarschap gaat het met name om aan welke partij een kiezer denkt bij de tijdens de campagne relevante issues. De verwachting is dan dat als dat thema prominent in de campagne naar voren kwam, dit voordelig is voor de partij waar de kiezer het eerste aan denkt bij dat thema.
[3] PvdA was issue eigenaar van het thema werkgelegenheid in 2021. Dat thema is dan ook niet meegenomen in het NKO 2023. Om te bepalen welke thema’s meegenomen zouden worden in het NKO, keken we naar drie types bronnen: de thema’s die burgers als belangrijkste maatschappelijke problemen identificeerden in het onderzoek van het SCP, de mediaberichtgeving over de campagne op het moment van de vragenlijstontwikkeling en partijprogramma’s. Werkgelegenheid speelde in 2023 geen prominente rol, vandaar dat we besloten dit thema niet op te nemen in het NKO 2023. Ook bij de respondenten lijkt dit thema nauwelijks een rol te hebben gespeeld. In de open vragen werd werkgelegenheid niet letterlijk genoemd als een thema en (slechts) één GL-PvdA-kiezer noemde wel het thema, zonder het zo expliciet te benoemen.
[4] Met dank aan Jelke Betlehem voor de verhelderingsvraag op Twitter.
[6] Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat het hier gaat om kleine aantallen respondenten.
[7] Op basis van T-tests. Overigens is het verschil voor Goed Bestuur slechts net statistisch significant. Het is dus behoorlijk onzeker of er op dat thema een verschil is tussen GroenLinks-PvdA-kiezers en de overige kiezers.
Ronald Heijman zegt
Goed te lezen dat onze vermoedens en informatie uit andere bronnen, worden bevestigd.
Wel jammer dat thema’s als veiligheid en defensie, milieu en leefomgeving, werkgelegenheid, zorg en ouderenzorg, belastingdruk, twee-deling en nivellering, niet zijn opgenomen.
Verder wordt het met deze data aannemelijk dat een vergaande samenwerking in een progressief blok meer kiezers zal aantrekken, dan de afzonderlijke progressieve partijen opgeteld. De strategische stem voor een machtige, brede progressieve volkspartij heeft een groter potentieel dan de afzonderlijke progressieve partijen. Als enig effectief wapen tegen de polarisering en politieke verloedering van rechts-conservatief en extreem-rechts.
Zeker als zij een wat restrictiever en selectiever beleid nastreeft op immigratie, veel harder inzet op criminaliteitsbestrijding, agressief ingrijpt op de woningbouw, de ouderenzorg als prioriteit stelt, een sterker draagvlak ontwikkelt voor de directe en toekomstige voordelen van beleid op het gebied van klimaat-, milieu-, en en leefomgeving.
Natuur-, dier-, mens- en maatschappij gericht. De sterken alle kansen biedt en de kwetsbaren beschermt. Met een duurzaam en innovatief bedrijfsleven dat het verdienvermogen van Nederland realiseert. Met werknemers die beter verdienen, meer zeggenschap krijgen en minder stress en uitval ervaren. Tevredener zijn, en die dit danken een nieuwe volspartij voor alle werkers en niet-werkers.
Met een hogere belastingopbrengst door meer toegevoegde waarde, innovatie op vele gebieden, ook maatschappelijk, upgrading van de maatschappij als geheel als internationale concurrentiekracht en -onderscheidingsvermogen. Daarin samen met het bedrijfsleven in investeert. En zich effectief weert tegen internationale militaire agressie en economische- en data oorlogvoering. Je bent vriend of vijand.
Waar zijn die talentvolle politici die dit gaan realiseren, als missie voor een nieuw Nederland in de EU met veel hoop, vertrouwen en perspectief?