De verkiezingen van 22 november 2023 waren om veel redenen bijzonder. Er is al veel geschreven over de winst van de PVV (zie ook ons eerste blog op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 2023) en recent blogden we over de nieuwe lijstcombinatie GroenLinks-PvdA, VVD en NSC. Er gebeurde echter nog meer opvallends. Zo klapte D66 in elkaar en verloor het bijna twee derde van haar kiezers. In deze reeks blogs gaan we dieper in op de zes grootste partijen, in aflopende volgorde van grootte. Vandaag deel 5: D66.
Na zes jaar regeringsdeelname, waarvan de laatste anderhalf jaar onder slecht gesternte, trok D66 met lijsttrekker Rob Jetten naar de stembus. Jetten had als Minister voor Klimaat en Energie een duidelijk klimaatprofiel, maar zoals we eerder zagen bij het blog over GroenLinks-PvdA, was D66 desondanks geen eigenaar van het thema. Daarnaast had de partij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 gewonnen dankzij een campagne gericht op “Nieuw Leiderschap“. Toenmalig partijleider Sigrid Kaag was expliciet premier-kandidaat, maar het daaropvolgende kabinet stond desalniettemin weer onder leiding van Mark Rutte.
D66 verloor in november 2023 fors en zakte terug van 24 naar 9 zetels. Terug naar de tijd van ‘regeren is halveren’ dus. In een interne zelfevaluatie is het wetenschappelijk bureau van de partij, de Hans van Mierlo Stichting, zeer kritisch. NRC vatte het samen als: “Te belerend, te woke, te weinig politiek profiel, te veel integriteitskwesties in eigen gelederen en te weinig invulling van de slogan van Sigrid Kaag van drie jaar geleden – ‘nieuw leiderschap’”. In de partijbijeenkomst van 6 april wordt dit herhaald en, staand voor een groot geprojecteerd beeld van de Nederlandse vlag, stelt Jetten na afloop: “Een tikkeltje nationalistisch? ‘Dat mag ook’. ‘Waarom zou je dat alleen aan rechtse politici overlaten?’”
Klopt deze analyse? Aan wie verloor D66? En waarom? Hoe zit het met issue-eigenaarschap tijdens de campagne? Wat vond men van lijsttrekker Jetten? En welke prioriteiten zien D66-kiezers voor een nieuw kabinet en zijn de D66-kiezers ‘een tikkeltje nationalistisch’ en ’trots op Nederland’? In dit blog gaan we hier dieper op in op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 2023.
1. Verloren en gewonnen kiezers
In 2021 won D66 met name van GroenLinks, VVD en PvdA, gaf de exit-poll van IPSOS aan. Als het eerste deel van de analyse van de Hans van Mierlo Stichting klopt (te belerend, te woke voor kiezers), dan verwacht je met name een uitstroom terug naar de wat rechtsere partijen, die minder als belerend en woke worden gezien. Zoals figuur 1a laat zien is er inderdaad een kiezersstroom naar VVD en NSC. Die laatste is niet geheel verrassend: kiezers die in 2021 D66 stemden, stemden voor verandering. In 2023 was Omtzigt de stem van de verandering van het bestuur, zoals ook duidelijk werd uit de stemmotieven van NSC-kiezers.[1]
Toch is deze stroom al bij al beperkt. Een veel grotere kiezersstroom liep naar GroenLinks-PvdA, een lijstcombinatie waarvan we vermoeden dat de Hans van Mierlo Stichting niet zal verwachten dat ze minder belerend of woke is dan D66. Zoals we eerder zagen, gave deze kiezers met name aan dat ze uit strategische redenen GroenLinks-PvdA stemden. Het lijkt dus erg onwaarschijnlijk dat de kiezers D66 hebben verlaten vanwege de reden dat de partij de belerend of woke zou zijn.
Won D66 dan helemaal geen nieuwe kiezers? Toch wel, zij het dat deze groep beperkt is. Zoals figuur 1b laat zien, maakte met name een klein groepje VVD- en VOLT-kiezers de overstap naar D66. Dat deze aantrekking al bij al beperkt is, zou passen in de evaluatie door de Stichting dat D66 te belerend en woke was, maar het verlies van de partij aan GroenLinks-PvdA is lastig te rijmen met die analyse.
Je zou dus net zo goed kunnen zeggen dat D66 mogelijk ’te belerend’ was om veel nieuwe kiezers te winnen, maar dat er tegelijkertijd veel D66-kiezers overstapten naar een ‘partij’ die niet minder belerend was.
Figuur 1a. Kiezersstroom vanuit D66 in 2021 (in limoengroen)
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
Figuur 1b. Kiezersstroom naar D66 in 2023 (in limoengroen)
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
2. Campagne: Issue eigenaarschap en sympathie voor Rob Jetten
Hoe zag de kiezer D66 tijdens de campagne en wat vond men van partijleider Jetten? Het evaluatierapport heeft het over een populaire leider, maar een te onduidelijk profiel. Klopt dit ook?
a. Issue eigenaarschap: In de ogen van kiezers een onderwijspartij… (en een beetje klimaat)
Wat betreft issue eigenaarschap lijkt de partij inderdaad een minder scherp profiel te hebben dan in 2021. In 2021 was de partij nog eigenaar van het thema Bestuurlijke Vernieuwing en van ethische thema’s. In 2023 wordt de partij door kiezers met name geassocieerd met Onderwijs, al is het percentage kiezers dat D66 met Onderwijs associeert lager dan in 2021. Het thema Bestuurlijke Vernieuwing is overgenomen door NSC. Met uitzondering van Onderwijs heeft de partij in de ogen van kiezers inderdaad een ‘onduidelijk profiel’.
Hoe kijken kiezers naar Onderwijs? In een aanvullende analyse hebben we ook onderzocht hoe belangrijk kiezers dit thema vinden. Slechts zo’n 0,5% van de Nederlandse kiezers noemt Onderwijs als eerste op de vraag wat het belangrijkste problemen zijn van Nederland. Niet geheel verrassend speelde het thema ook geen rol tijdens de campagne.
Samengevat: D66 is dus alleen eigenaar van een thema dat kiezers niet het belangrijkste probleem vinden. Als partij geen ideale positie in een campagne.
Figuur 2. Top-4 thema’s waar kiezers D66 mee associëren (in %)
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
b. Lijsttrekker Jetten: Relatief populair
Wat vond de Nederlandse kiezer van lijsttrekker Jetten? In de zelfevaluatie kwam naar voren dat Jetten als sympathiek werd gezien. Dat blijkt ook uit het NKO 2023. Jetten wordt door een brede groep kiezers als sympathiek gezien. Bij de eigen kiezers is dat zelfs een 7,6 op 10. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met die van Yeşilgöz en staan in sterk contrast met die van Timmermans en Wilders, die door een aanzienlijke groep kiezers onsympathiek worden gevonden.
Figuur 3. Verdeling sympathie-scores voor Rob Jetten op een schaal van 0-10
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023.
3. Waarom stemde men D66: Open vragen
Waarom stemden mensen D66 in 2023? In het Nationaal Kiezersonderzoek vroegen we de respondenten om zelf, in hun eigen woorden, aan te geven waarom men stemde wat men stemde. Wat geven de D66-kiezers aan als reden voor hun stem?
Niet minder dan een kwart van de D66-kiezers geeft aan dat ze D66 stemden omwille van Klimaat. Een aanvullende analyse geeft echter aan dat het hier met name gaat om wat rechtsere kiezers die het thema Klimaat belangrijk vinden. Daarnaast gaf een vrij grote groep D66-kiezers aan op de partij te hebben gestemd omwille van lijsttrekker Jetten dan wel omdat men op de partij uitkwam via de Stemwijzer. De kleine groep kiezers die onderwijs het belangrijkste probleem vinden, lijkt ook de weg naar D66 te hebben gevonden: een vierde thema dat vaker terugkwam in de open antwoorden, zij het in beperktere mate, is namelijk onderwijs.
4. Wie stemde D66: Statistische analyse
In aanvulling op de analyse van de open vragen voerden we ook een multivariate logistische regressie uit (zie figuur 4).[2] De D66-kiezer wijkt duidelijk af van de gemiddelde Nederlandse kiezer. Kiezers met een hoger politiek zelfvertrouwen, kiezers die klimaatverandering steviger willen aanpakken, kiezers met weinig euroscepsis en een hogere mate van politiek vertrouwen waren meer geneigd om D66 te stemmen.
Figuur 4. Resultaten logistische regressieanalyse (coëfficiënten-plot)
Noot 1: Te lezen als: de stippenlijn staat voor geen significant effect; een variabele wiens lijntje niet over de stippenlijn gaat is dus statistisch significant. Links van de lijn staat voor een significant negatief effect, rechts van de lijn voor een significant positief effect. Noot 2: “IPE” staat voor internal political efficacy, grofweg: politiek zelfvertrouwen. Noot 3: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
5. Na de verkiezingen
In deze sectie kijken we naar twee zaken: vertrouwen in de Tweede Kamer voor en na de verkiezingen en de beleidsprioriteiten die men naar voren schuift voor een nieuwe regering.
a. Vertrouwen in de Tweede Kamer
Voor de verkiezingen was het vertrouwen bij kiezers die op 22 november D66 stemden al duidelijk hoger dan bij de overige kiezers, iets wat we eerder ook al terugzagen in de statistische analyse. Na de verkiezingen steeg het percentage met vertrouwen nog verder. Overigens moet hierbij worden vermeld dat een maand na de verkiezingen dit percentage al stevig was gedaald, terug naar het niveau van voor de verkiezingen.
Figuur 5. Vertrouwen in de Tweede Kamer voor en na de verkiezingen
Noot: percentage respondenten dat aangeeft ’tamelijk veel’ dan wel ‘erg veel’ vertrouwen te hebben in Tweede Kamer. Noot 2: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
b. Beleidsprioriteiten:
Qua beleidsprioriteiten is er op drie thema’s overlap van D66-kiezers met de overige Nederlandse kiezers: armoede, woningmarkt en bestuurlijke vernieuwing (!). Belangrijke verschillen zijn er op het gebied van Klimaatverandering (meer prioriteit), migratie en criminaliteit (minder prioriteit)
In vergelijking met GroenLinks-PvdA vinden D66’ers criminaliteit overigens net wat belangrijker, klimaat en armoede net wat minder belangrijk.
Figuur 6. Gewenste prioriteiten voor een volgende regering D66 vs. Anders (0 tot 10)
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
Bonus: Een tikkeltje meer nationalistisch?
Als bonus-analyse onderzochten we hoe trots D66 stemmers zijn op Nederland. Rob Jetten suggereerde dat D66 te kosmopolitisch is en te weinig nationalistisch. Klopt dat vanuit electoraal perspectief? Zijn D66’ers minder trots op Nederland in vergelijking met de overige kiezers?
Dat blijkt nauwelijks het geval. D66-kiezers doen niet onder voor de gemiddelde kiezer in hun ‘trots op Nederland’: zo’n 62% is trots op Nederland (tegenover 66% onder alle kiezers). De helft van de D66 kiezer bezit bovendien de Nederlandse vlag, heel gemiddeld voor de Nederlandse kiezer, waarvan driekwart de afgelopen heeft gevlagd tijdens Bevrijdingsdag of Koningsdag, meer dan de gemiddelde Nederlandse kiezer. D66 kiezers verschillen ook nauwelijks van anderen in hun verbondenheid met Nederland (wat juist wat lager is onder de kiezers op nationalistische partijen, vanwege hun onvrede met de huidige staat van het land).
Waar D66-kiezers, overigens net als GroenLinks-PvdA kiezers en Volt-kiezers, wel in verschillen van de overige kiezers is dat zij zich tegelijk veel sterker verbonden voelen met de EU én met de wereld.
Conclusie: Uitstroom naar GL-PvdA, Jetten populair en eigenaar van een ‘onbelangrijk probleem’
In dit vijfde blog in onze reeks op basis van het NKO keken we naar de vijfde partij: D66. In een zelfevaluatie gaf de partij aan te belerend en woke over te komen, een te onduidelijk profiel te hebben en verloren te hebben ondanks een populaire lijsttrekker.
Wat betreft het belerende, valt op dat veel D66-kiezers naar een lijstcombinatie vertrokken die waarschijnlijk niet heel anders op dit punt wordt waargenomen. Natuurlijk kan dit nog steeds betekenen dat D66 in de ogen van het gehele Nederlandse electoraat als te belerend en woke werd gezien, en daardoor geen nieuwe kiezers aan zich wist te binden, alleen is het dus onwaarschijnlijk dat dit een verklaring is voor de verkiezingsnederlaag. In dat geval zouden de D66-kiezers naar andere partijen overgestapt zijn dan GroenLinks-PvdA.
Jetten bleek inderdaad een lijsttrekker die door een brede groep kiezers als sympathiek werd gezien. Zijn score is vergelijkbaar met die van Yeşilgöz.
Het onduidelijke profiel in de ogen van de kiezers zien we ook in het NKO terugkomen: D66 verloor het thema Bestuurlijk Vernieuwing aan NSC en is enkel eigenaar van het thema Onderwijs. Dat is bovendien een thema dat slechts door zeer weinig kiezers als het belangrijkste probleem wordt gezien.
Methodologische verantwoording
Over de data: Het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) is het toonaangevende kiezersonderzoek onder een representatieve groep stemgerechtigden in Nederland. Sinds 1971 voert Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON) het NKO uit rond iedere Tweede Kamerverkiezing. Onder leiding van Marcel Lubbers (Universiteit van Utrecht), Kristof Jacobs, Niels Spierings en Remko Voogd (Radboud Universiteit) is ook in 2023 aan Nederlanders gevraagd naar hun stemgedrag en politieke opvattingen rondom belangrijke maatschappelijke thema’s. De dataverzameling is ingebed binnen de datapanels van I&O en LISS (beide panels worden op uitnodiging gevuld, gebruikmakend van aselecte steekproeftrekkingen en niet op basis van zelfaanmelding), waarbij een representatieve steekproef benaderd is. Deze data zijn gewogen naar o.a. de verkiezingsuitslag en migratieachtergrond. Vanaf dit blog maken we gebruik van nieuwe gewichten die niet-stemmers adequaat meewegen. De verschillen zijn beperkt, maar de descriptieve figuren zijn hierdoor net wat accurater. Aan het NKO 2023 representatief deden 5640 respondenten deel. Zoals dat altijd het geval is bij survey-onderzoek, vulde niet iedereen alle vragen en vragenlijsten volledig in. Bovendien doen we in dit blog ook aan een subgroep analyse (i.e. NSC-kiezers). Wat betreft de foutenmarge, moet je voor de algemene analyses dus uitgaan van een foutenmarge van zo’n +/- 1.6% en voor de subgroep D66-kiezers van een foutenmarge van zo’n +/- 7%. Deze berekening is gebaseerd op het totale aantal kiezers voor de partij in heel Nederland en de steekproefgrootte in het NKO2023.
[1] PVV-kiezers noemen overigens ook vaak verandering, zij het niet in de context van bestuurscultuur.[2] We gebruiken daarvoor dezelfde variabelen als bij GroenLinks-PvdA en VVD en zullen dat ook doen voor D66 en BBB. Zo kan het beste vergeleken worden met de andere partijen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.