Vandaag het laatste blog in onze reeks over het NKO 2023. Ditmaal bloggen we over de kleinste van de ‘grotere’ partijen: BBB.
De partij van Caroline van der Plas scoorde op 15 maart 2023 nog een monsteroverwinning bij de Provinciale Statenverkiezingen ‘vanuit het niets’ scoorde de partij het hoogst in alle provincies. Collega’s Matthijs Rooduijn en Sarah de Lange spraken over de terugkeer van het Nederlandse agrarisch populisme. De verkiezingscampagne voor de Provinciale Staten werd echter gedomineerd door het thema stikstof en de gevolgen van het Nederlandse en Europese stikstofbeleid voor boeren. Een kolfje naar de hand van BBB dus.
Acht maanden later was van deze euforie weinig over en overheerste de opluchting: gelukkig nog zeven zetels. De campagne werd in november namelijk gedomineerd door het thema migratie, een thema waar niemand het wint van de PVV. Stikstof was weggezakt naar de achtergrond. In de peilingen was BBB in een ‘glijvlucht’ terechtgekomen na de moeizame media-episode over wie er nou voor BBB premiers-kandidaat was.[1]
Uiteindelijk werden het dus zeven zetels. In hun analyse van het electoraat van BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen gaven Rooduijn en De Lange aan dat:
“BBB’s success can be explained by the mobilisation of three levels of discontent. First of all, the party succeeded in galvanising protesting farmers’ severe political discontent. (…). [Second,] BBB tapped into a widespread feeling of being ignored by those in power – in particular by self-absorbed, city-dwelling elites, (…) so-called ‘regional resentment’. (…) The third element of the party’s strategy was to connect this feeling of not being appreciated to broader discontent with politics.”
In hoeverre is dat nog steeds het geval? Wie behoort tot het kernelectoraat van BBB en wat wensen BBB-kiezers? In dit blog gaan we hier dieper op in op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 2023.
1. BBB-kiezers
Vanwaar komen de BBB-kiezers? BBB slaagde er in de eerste plaats in om de eigen achterban te mobiliseren. Deze was echter relatief klein dus daarnaast was er nog een substantiële aanwas vanuit andere partijen.[2] Met name een wat grotere groep VVD’ers en CDA’ers stapte over naar BBB. Verder stapten ook een kleiner aantal JA21’ers en SP’ers in november 2023 over naar BBB.
2. Campagne: Issue eigenaarschap en sympathie voor Caroline van der Plas
Hoe zag de kiezer BBB tijdens de campagne en wat vond men van partijleider Van der Plas? Is de partij er nog steeds in geslaagd om de ‘drie levels of discontent’ te claimen en mobiliseren?
a. Issue eigenaarschap: landbouw (en regio)
Wat betreft issue eigenaarschap lijkt de partij nog steeds een duidelijk profiel te hebben op twee van de drie ‘levels of discontent’. BBB is issue-eigenaar op het thema landbouw, maar ook op het thema ‘leefbaarheid van de regio’. Overigens is de er wel enige concurrentie van NSC op dat thema. Bestuurscultuur is daarentegen een thema waar NSC de issue eigenaar is. BBB wordt nauwelijks met dat thema geassocieerd, hoewel ook BBB voor een nieuw kiesstelsel ijverde en out-of-the-box ideeën had tegen polarisatie. Tot slot valt op dat een bescheiden deel van de Nederlandse kiezers BBB met klimaat associeert, waarbij dat met name moet geïnterpreteerd worden als: men ziet BBB als een partij die een radicaal ander klimaatbeleid wil, één waarbij burgers en bedrijven zoveel mogelijk worden ontzien.
Kiezers associëren de partij verder niet of nauwelijks met meer klassieke thema’s, waardoor de partij in de ogen van de Nederlandse kiezer veel meer een niche-partij is geworden dan bij de Provinciale Statenverkiezingen, toen de partij zich veel meer als een brede partij wist te profileren.
Figuur 1. Top-3 thema’s waar kiezers BBB mee associëren (in %)
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023. We geven slechts een top 3 weer omdat de percentages kiezers die BBB met andere thema’s associëren zo laag zijn, dat ze verwaarloosbaar zijn.
b. Lijsttrekker Van der Plas: Relatief populair
Wat vond de Nederlandse kiezer van Caroline van der Plas? BBB trok naar de kiezer met twee prominente politici: Caroline van der Plas en Mona Keijzer. Vooral lijsttrekker Van der Plas was prominent in de hele campagne aanwezig. Hoe keek het Nederlandse electoraat naar Van der Plas?
Net zoals Jetten (D66) en Yeşilgöz (VVD) genoot Van der Plas tijdens de campagne brede steun. Slechts een klein aantal kiezers vond haar onsympathiek en een grote groep kiezers gaf haar 6, 7 of 8 als sympathiescore op een schaal van nul tot tien. Van der Plas was dus ook bij de Nederlandse kiezers relatief populair.
Figuur 2. Verdeling sympathiescores voor Caroline van der Plas op een schaal van 0-10
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023.
3. Waarom stemde men BBB: open vragen
Dit zien we ook weer terugkeren in de open antwoorden. Veel kiezers die kozen voor BBB gaven aan dat ze BBB stemden omwille van Van der Plas, die werd gezien als authentiek. Niet geheel verrassend, was een tweede vaak terugkerende reden dat men BBB stemde omwille van de standpunten op het gebied van landbouw. Een laatste, minder vaak genoemde reden, was dat men BBB stemde omwille van de standpunten van de partij op het gebied van de leefbaarheid van de regio. Opvallend: een brede wens tot verandering, een thema dat bij PVV- en NSC-kiezers vaak genoemd werd, wordt nauwelijks genoemd.
4. Wie stemde BBB: statistische analyse
In aanvulling op de analyse van de open vragen voerden we ook een multivariate logistische regressie uit (zie figuur 3).[3] De BBB-kiezer heeft duidelijk een eigen profiel. Zo waren kiezers die (erg) tegen verdergaand klimaatbeleid waren, migratie verder wilden beperken en kiezers die tot de arbeidersklasse behoorden meer geneigd om BBB te stemmen. Ook opvallend: vrouwen waren vaker geneigd om BBB te stemmen. Oftewel: radicaal-rechtse mannen lijken vaker voor PVV te kiezen, radicaal-rechtse vrouwen eerder voor BBB. Gegeven het feit dat BBB met een vrouwelijk duo naar de kiezer trok is dat wellicht niet geheel verwonderlijk.
Figuur 3. Resultaten logistische regressieanalyse (coëfficiënten-plot)
Noot: Te lezen als: de stippenlijn staat voor geen significant effect; een variabele wiens lijntje niet over de stippenlijn gaat is dus statistisch significant. Links van de lijn staat voor een significant negatief effect, rechts van de lijn voor een significant positief effect. Noot 2: “IPE” staat voor internal political efficacy, grofweg: politiek zelfvertrouwen. Noot 3: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
Extra analyse BBB: landbouw en stikstof
Wat dan met ‘de landbouw’? Om de verschillende partijen goed te kunnen vergelijken hebben we in deze blogreeks steeds dezelfde variabelen in de statistische analyse meegenomen. Aangezien BBB, zoals we boven zagen, met name geassocieerd wordt met landbouw hebben we een aanvullende analyse gedaan waarbij we ook meenamen of iemand werkzaam was op een boerderij en wat men van het stikstofbeleid vond.
Niet geheel verrassend heeft het feit dat men op een boerderij werkt of niet een zeer groot effect op de kans dat men BBB stemt. Dat geldt ook voor stikstof. Beide variabelen zorgen ervoor dat met name de factor arbeidersklasse insignificant wordt en dat opleidingsniveau wel significant wordt. Met name kiezers zonder een HBO of universitair diploma waren meer geneigd BBB te stemmen. Overigens blijven de effecten van vrouw-zijn en een strenger migratiebeleid wensen wél significant.
5. Na de verkiezingen
In deze sectie kijken we naar twee zaken: vertrouwen in de Tweede Kamer voor en na de verkiezingen en de beleidsprioriteiten die men naar voren schuift voor een nieuwe regering.
a. Vertrouwen in de Tweede Kamer
Voor de verkiezingen was het vertrouwen bij kiezers die op 22 november BBB stemden al duidelijk lager dan bij de overige kiezers. Veel lager. Na de verkiezingen steeg het percentage met vertrouwen beduidend, maar bleef het nog steeds achter bij het landelijk gemiddelde. De BBB-kiezer is dus nog steeds in belangrijke mate een wantrouwende kiezer.[4]
Figuur 4. Vertrouwen in de Tweede Kamer voor en na de verkiezingen
Noot: percentage respondenten dat aangeeft ’tamelijk veel’ dan wel ‘erg veel’ vertrouwen te hebben in Tweede Kamer. Noot 2: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
b. Beleidsprioriteiten: criminaliteit, wonen en migratie
Qua beleidsprioriteiten is er veel overlap met PVV. De belangrijkste verschillen met de twee andere coalitiepartijen zijn vooral te zien op de thema’s armoede en klimaat. Wat betreft armoede zit de BBB-kiezer meer op de lijn van… de VVD-kiezer. NSC-kiezers vinden armoedebestrijding veel meer een prioriteit dan BBB-kiezers. Wat betreft klimaat verschilt de partij duidelijk van zowel de VVD- als de NSC-kiezer: voor BBB-kiezers mag het gerust een tandje minder wat klimaatbeleid betreft. Hier komen de standpunten van de kiezers en de partij zelf dus aardig overeen.
Figuur 5. Gewenste prioriteiten voor een volgende regering BBB vs. Anders (0 tot 10)
Noot: Figuur door Kristof Jacobs, data: NKO2023
Conclusie: van landbouwpartij naar partij voor verandering en (bijna) weer terug
In dit zesde blog in onze reeks op basis van het NKO keken we naar de zesde grootste partij: BBB. Bij de Provinciale Statenverkiezingen acht maanden eerder was de partij nog afgetekend de grootste omdat ze er in slaagde om drie groepen ontevreden kiezers aan zicht te binden: ontevreden boeren, kiezers die ontevreden waren met de achterstelling van de Nederlandse regio en, de grootste groep, kiezers die ontevreden waren over de Nederlandse politiek als geheel. Wat bleef daarvan over?
Het Nationaal Kiezersonderzoek 2023 laat zien dat BBB bij de Tweede Kamerverkiezingen grotendeels terugviel op haar kernelectoraat: kiezers die landbouw belangrijk vinden (level 1), of – in mindere mate – de achterstelling van de regio wilden tegengaan (level 2). De veel grotere groep kiezers die een breed politiek wantrouwen had (level 3), vond vooral zijn weg naar PVV en NSC. Hoewel de BBB-kiezer een laag politiek vertrouwen had, was dit geen doorslaggevend factor bij de stemkeuze voor BBB. Daarbij speelden vooral de persoon van Caroline van der Plas en de thema’s landbouw en (in mindere mate) de achterstelling van de regio een rol.
Bonus: Wat zegt de blogreeks over de Tweede Kamerverkiezingen van 2023?
Na zes blogs komt er een einde aan deze blogreeks op basis van het Nationaal Kiezersonderzoek 2023. Het laatste woord is uiteraard nog niet gezegd.[5] Maar het is tijd om even te reflecteren en de boel samen te vatten. Wat zegt onze blogreeks over de Tweede Kamerverkiezingen? Hoewel de (inter)nationale media-aandacht zich vooral op de onverwachte PVV-winst focuste, krijgen we op basis van de blogs een rijkgeschakeerd beeld van de Nederlandse kiezers. Dat beeld is er één van verschillende gelijktijdige en soms tegenstrijdige kiezersbewegingen.
Daarbij is de analyse van de winst van de PVV misschien wel de minst interessante: zoals in het verleden -en zoals in de ons omliggende landen- hing de stemkeuze voor PVV samen met de wens voor een strenger migratiebeleid en met de brede politieke onvrede die Nederland de laatste jaren karakteriseert. Dat een verkiezingscampagne die gedomineerd wordt door het thema migratie (waarop PVV met afstand alleenheerser is) en door de vroege keuze van VVD om de deur naar een regering met PVV open te zetten, eindigt in een overwinning voor PVV, dat is allesbehalve verrassend te noemen.
De blogreeks toonde verder dat VVD niet langer de brede volkspartij van weleer was en terugviel op het electoraat van voor 2010: de rechtse, hoger-opgeleide en eerder welgestelde kiezer. Parallel daaraan zagen we een herverdeling op links waar GroenLinks-PvdA de dominante partij van het linkse kiezersblok werd. De lijstcombinatie tussen de twee partijen kon dit doen omdat ze de linkerflank van D66 oppeuzelde. Linkse D66’ers stemden met name uit strategische overwegingen op GroenLinks-PvdA. D66 kon deze aderlating slechts zeer beperkt compenseren met rechtsere kiezers die een verdergaand klimaatbeleid wilden. Het linkerblok verloor verder ook aan NSC, een partij die uit het niets 20 zetels haalde en het thema ‘bestaanszekerheid’ kaapte van de PvdA. NSC-kiezers wilden, net als PVV’ers, verandering. BBB tot slot, plooide grotendeels terug op haar kernelectoraat van kiezers die landbouw en de achterstelling van de regio belangrijk vonden. Beide nieuwere partijen, BBB en NSC, hadden ook een belangrijke persoonlijke component: Omtzigt en Van der Plas waren voor veel van hun kiezers de doorslaggevende reden om voor deze partijen te stemmen.
De verkiezingen van 2023 waren daarmee de verkiezing waarbij de onderstroom van onvrede zich uitte in doorbraken, de doorbraak van PVV en de doorbraak van NSC. Twee verschillende partijen met kiezers die een wens naar verandering deelden.
Methodologische verantwoording
Over de data: Het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) is het toonaangevende kiezersonderzoek onder een representatieve groep stemgerechtigden in Nederland. Sinds 1971 voert Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON) het NKO uit rond iedere Tweede Kamerverkiezing. Onder leiding van Marcel Lubbers (Universiteit van Utrecht), Kristof Jacobs, Niels Spierings en Remko Voogd (Radboud Universiteit) is ook in 2023 aan Nederlanders gevraagd naar hun stemgedrag en politieke opvattingen rondom belangrijke maatschappelijke thema’s. De dataverzameling is ingebed binnen de datapanels van I&O en LISS (beide panels worden op uitnodiging gevuld, gebruikmakend van aselecte steekproeftrekkingen en niet op basis van zelfaanmelding), waarbij een representatieve steekproef benaderd is. Deze data zijn gewogen naar o.a. de verkiezingsuitslag en migratieachtergrond. Vanaf dit blog maken we gebruik van nieuwe gewichten die niet-stemmers adequaat meewegen. De verschillen zijn beperkt, maar de descriptieve figuren zijn hierdoor net wat accurater. Aan het NKO 2023 representatief deden 5640 respondenten deel. Zoals dat altijd het geval is bij survey-onderzoek, vulde niet iedereen alle vragen en vragenlijsten volledig in. Bovendien doen we in dit blog ook aan een subgroep analyse (i.e. BBB-kiezers). Wat betreft de foutenmarge, moet je voor de algemene analyses dus uitgaan van een foutenmarge van zo’n +/- 1.6% en voor de subgroep BBB-kiezers van een foutenmarge van zo’n +/- 6%. Deze berekening is gebaseerd op het totale aantal kiezers voor de partij in heel Nederland en de steekproefgrootte in het NKO2023.
[1] Al had de daling zich overigens al eerder ingezet in de peilingen.
[2] Gegeven de kleinere aantallen respondenten en de ruis op de aangegeven stemkeuze voor 2021, is het weinig zinvol om hier een kiezersstroom figuur te tonen. Een stevig aantal kiezers gaf aan dat ze in 2021 BBB stemden, beduidend meer dan de ene zetel die de partij in 2021 daadwerkelijk behaalde. Deze kiezers hebben wellicht BBB gestemd bij de Provinciale Statenverkiezingen en hebben verkeerdelijk aangegeven dat ze in de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 op BBB hebben gestemd (zie ook ons blog over PVV).
[3] We gebruiken daarvoor dezelfde variabelen als bij GroenLinks-PvdA en VVD en zullen dat ook doen voor D66 en BBB. Zo kan het beste vergeleken worden met de andere partijen.
[4] Zeer interessant dus om te kijken hoe deze cijfers eruit zien nu er een coalitie met BBB gevormd is het hoofdlijnen-akkoord op het gebied van landbouw duidelijk een BBB-stempel draagt.
[5] Voor de liefhebbers: in juni komt er een breder rapport uit waar ook tal van wetenschappers uit Nederland op basis van het NKO hun licht laten schijnen op de verkiezingen en dan met name op thema’s die niet meteen te maken hebben met de stemkeuze zelf.
Ronald Heijman zegt
Bij de beschouwing van de achterban van de BBB, dient breder te worden gekeken dan de boeren, hun familie en medewerkers. Het is het Agro Complex dat primair belang heeft met een sterke politieke vertegenwoordiging. Die heeft de
totstandkoming van de BBB georganiseerd, gefinancierd en mogelijk gemaakt door impactvolle marketing: puur lobbywerk, het door de jaren heen meest succesvolle product van het Agro Complex.
De Agro&Food keten is opgebouwd uit 4 hoofdonderdelen
De toegevoegde waarde van € 48 miljard in de Agro&Food sector wordt gegenereerd in 4 hoofdonderdelen van de sector:
primaire productie (11%),
verwerkings- en levensmiddelenindustrie (19%),
distributie, retail en horeca (40%)
en toeleveranciers (27%).
Dezeonderdelen vormen gezamenlijk ‘van grond tot mond’ de Agro&Food keten (zie figuur 5) in:
https://eduweb.eeni.tbm.tudelft.nl/TB141E/imgs/ELI-agrofood-selectie.pdf
Ik heb niet kunnen achterhalen hoeveel mensen hierin werkzaam zijn, maar het zullen er honderdduizenden zijn.
Tel daarbij op de bewoners in de regio die zich verbonden voelen met dit complex, dan krijgen we beter zicht op de (potentiële) achterban van de BBB.
De factor ontevredenheid bij BBB stemmers en hun achterban moeten we ook met een zekere argwaan bezien. Vooral de kleine boeren zonder mogelijkheden uit te breiden, lijden onder hun uitbuiting door het Agro Complex. Daarvoor is 25 miljard Euro beschikbaar van de overheid. Alleen door groei en massa konden boeren rendement bereiken, en dat was het primaire doel van het Agro Complex, waarbij voor de boeren het kleinste deel van de winst overblijft, en dan alleen binnen grootschalige, industriële en vervuilende vormen van landbouw.
Dit werd en wordt hen opgedrongen door het Agro Complex als verdienmodel en levensstijl. Boeren zitten daarom in de klem en in een fuik: gezet door het Agro Complex, de consument die door hen is opgevoed met lage prijzen en de maatschappij die af wil van ondermijning van klimaat, natuur en gezondheid.
Daarom zijn boeren en hun complex oer conservatief: behouden wat we hebben en niet veranderen.
Overigens: vier van de 10 boeren heeft een vermogen van meer dan een miljoen Euro.