Op 1 juli 2015 werd de Wet Raadgevend Referendum (WRR) van kracht. Sindsdien zijn er heel wat pogingen gedaan om een referendum aan te vragen, maar de meeste daarvan strandden in de eerste fase: het blijkt niet zo gemakkelijk om 10.000 handtekeningen te verzamelen in vier weken. Maar nu komt er dus mogelijk, na het Oekraïne-referendum, een tweede referendum voort uit de WRR. Een groep van vier studenten van de UvA is er namelijk in geslaagd om in de eerste fase beduidend meer dan de benodigde 10.000 handtekeningen te verzamelen voor een referendum over de zogenaamde ‘aftapwet’ (of ‘sleepwet’).
Volgens de organisatoren zou de wet een zo grote impact hebben op de vrijheid van de Nederlandse burgers, dat deze er op zijn minst in een referendum over zou moeten kunnen stemmen (voor meer info zie hier). Hoe groot is de kans dat ze ook de tweede fase overleven en er daadwerkelijk een referendum komt?
Eerste fase: Geenpeil vergeleken met Sleepwet-team
In de eerste fase verging het het Sleepwet-team uitstekend. Ik heb hieronder even in een tabelletje de vergelijking gemaakt. Het is duidelijk dat de UvA-studenten een gevoelige snaar raakten: ze haalden in de eerste fase zelfs meer handtekeningen op dan Geenpeil. Dat ligt wellicht niet aan het verschil in media-aandacht. Een zoekopdracht in de media-database van Lexis-Nexis geeft immers aan dat er slechts driemaal over het onderwerp bericht werd gedurende de vier weken dat de eerste fase liep. Dat is ongeveer vergelijkbaar met de twee artikels die Geenpeil kreeg in deze fase.
Bron: Kiesraad over Sleepwet ; Kiesraad over Geenpeil
Tweede fase: sociale media-aandacht
De tweede fase is echter cruciaal. De reset-button wordt ingedrukt na de eerste fase en er moeten nu nieuwe 300.000 handtekeningen verzameld worden in zes weken. Sommigen geloven dat dit in tijden van sociale media een fluitje van een cent is. Zij dwalen.
Sociale media zijn als een kettingbrief: je kan er wel een bepaalde groep mensen mee bereiken, maar op den duur ben je toch voornamelijk in cirkeltjes aan het rennen. Daarom is het belangrijk om de steun te krijgen van organisaties, zoals NGO’s (maar ook politieke partijen) en natuurlijk ook de aandacht te trekken van klassieke media.
Deze mooie reconstructie van het programma Medialogica geeft een interessant kijkje achter de schermen van Geenpeil. In de docu geeft Geenpeil toe dat er een grens zat aan het aantal handtekeningen dat men kon bereiken met alleen sociale media-aandacht.
Tegelijk wordt in de reconstructie wel aangegeven dat de ontwikkeling van een manier om digitaal handtekeningen te verzamelen doorslaggevend was. Het voordeel van het Sleepwet-team is dat zij deze infrastructuur ook kunnen gebruiken.
Een tweede voordeel dat ze hebben is dat ze ook gesteund worden door de initiatiefnemers van het Oekraïne-referendum (minus burgercomité-EU). Zowel Geenstijl als Forum voor Democratie voeren actief campagne om handtekeningen te verzamelen. Geenstijl doet dit met het frame ‘de overheid wil in je Tinder’.
Tweede fase: klassieke media-aandacht
In de eerste fase van het handtekeningen verzamelen is het voldoende om een online community te kunnen mobiliseren. Echter, zoals gezegd loopt een sociale media campagne in de tweede fase al vrij snel tegen de grenzen aan van het mogelijke. Vanaf dan speelt klassieke media-aandacht een belangrijke rol.
Wederom heb ik in de media-database Lexis-Nexis gekeken naar de media-aandacht die de campagnes kregen (zie tabel 2). Daarbij moet overigens wel worden opgemerkt dat er heel wat dubbele tellingen inzitten. Het is nu al duidelijk dat het Sleepwet-team behoorlijk wat aandacht krijgt. Waaruit bestaat die aandacht en is ze vergelijkbaar met die van Geenpeil?
Twee dominante thema’s: de race naar de 300.000 en crisis in de coalitie
Geenpeil kreeg vooral veel aandacht vanaf 24 september – vlak voor de deadline dus, toen het met cijfers naar buiten kwam.[1] Ook daarvoor kreeg het vooral aandacht over de aantallen verzamelde handtekeningen (95 artikels van het totaal). Een tweede onderwerp dat veel media-aandacht kreeg (38 artikels), was de suggestie dat het Oekraïne-referendum mogelijk voor spanningen in de coalitie zou zorgen tussen de meer Euroskeptische VVD en de meer Europagezinde PvdA.
Beide frames (“gaan de 300.000 gehaald worden?” en “dit zorgt voor spanningen in de beoogde coalitie”) spelen ook nu weer een belangrijke rol, met respectievelijk 9 en 26 van de 43 tot zover verschenen artikels.
Een groot deel van de media-aandacht tot nu toe gaat inderdaad over mogelijke spanningen binnen de beoogde coalitie. Dat is terecht. D66 stemde in de Kamer tegen de wet (net als SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren), maar mede-onderhandelaars CDA, VVD en ChristenUnie stemden voor. Bovendien zijn deze drie partijen ook tegen het referendum en is D66 een zelfverklaard voorstander van de WRR. Een referendum over de Sleepwet zou de coalitie op beide thema’s dus behoorlijk onder druk zetten.
Conclusie: kansrijk, maar geen garantie
Handtekeningen verzamelen is minder gemakkelijk dan het lijkt, zelfs in tijden van sociale media. Aandacht van de klassieke media is daarom cruciaal. De Sleepwet is een politiek gevoelig thema, zeker binnen de beoogde coalitie en het is daarom niet zo verwonderlijk dat het Sleepwet-initiatief relatief veel media-aandacht krijgt. Het heeft het potentieel om een hoogst explosief thema te worden voor de beoogde coalitie.
Of deze media-aandacht voldoende is om de 300.000 handtekeningen te halen, valt nog te bezien, maar de initiatiefnemers kunnen alvast wel voortbouwen op de digitale infrastructuur van Geenpeil. Bovendien lijkt het thema links en rechts te vernenigen. Zowel GeenStijl, de Piratenpartij, Forum voor Democratie, als Amnesty International hebben zich uitgesproken voor een referendum over het onderwerp.
Voor een verondersteld polariserend politiek instrument als het referendum is dat op zich al een hele prestatie…
Featured image: logo van Sleepwet-team, bron.
[1] 250.000 ; later gaf Geenpeil toe dat dit cijfer hoger was dan het werkelijke aantal handtekeningen dat men toen had.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.