Vrouwen zijn nog altijd ondervertegenwoordigd in de politiek. Zo is momenteel nog geen 39% van de Tweede Kamerleden vrouw. Factoren waarvan we weten dat ze hierbij een rol spelen zijn: minder politieke ambities onder vrouwen dan onder mannen, de manier waarop politieke partijen kandidaten werven, en verschillen in mediaberichtgeving tussen mannelijke en vrouwelijk politici (zie bijvoorbeeld hier, hier en hier). Maar ligt de oorzaak van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek ook gedeeltelijk bij de kiezer?
Recent onderzoek laat zien dat de invloed van de kiezer beperkt is: zowel uit survey-data als uit experimenteel onderzoek blijkt dat kiezers geen voorkeur voor mannelijke politici hebben en niet meer geneigd zijn om op mannen te stemmen dan op vrouwen (zie bijvoorbeeld hier, hier en hier).
In een recent onderzoek hanteerden wij een iets andere werkwijze. We hebben gekeken hoeverre kiezers van verschillende partijen op dit vlak verschillende voorkeuren laten zien. Daartoe hebben we een survey experiment uitgevoerd (in 2019), waarin meer dan 13 duizend leden van het EenVandaag OpiniePanel participeerden. We gaven respondenten informatie over een nieuw fictief Tweede Kamerlid, waarbij we de politieke partij, sommige karaktereigenschappen en het geslacht van de politicus randomiseerden.
We ontdekten dat kiezers van verschillende partijen duidelijk verschillende politieke gender-attitudes hebben (zie Figuur 1 en deze eerdere blog hierover): Kiezers van linkse partijen hebben progressievere houdingen (een lagere score) en kiezers van rechtse partijen conservatievere houdingen (een hogere score) als het gaat om de rol van vrouwen in de politiek.
Toch resulteren deze verschillende politieke gender-attitudes nauwelijks in verschillen in beoordeling van een mannelijke of vrouwelijke politicus. Figuur 2 plot de effecten van gender van de fictieve politicus (man vs vrouw) op de algemene beoordeling van de politicus (sterk negatief tot sterk positief) voor de verschillende partijen, waarbij een effect significant is als het betrouwbaarheidsinterval de nullijn niet raakt. Dat het betrouwbaarheidsinterval voor de SGP zo groot is, komt omdat er relatief weinig mensen in onze sample zaten die op de SGP hebben gestemd.
De Figuur laat zien dat gender van de fictieve politicus geen significant effect heeft op de beoordeling van de politicus voor de meeste partijen. Er lijkt een kleine voorkeur voor vrouwelijke politici te zijn onder (progressief) linkse partijen, maar dit is enkel significant voor D66. Aan de rechterzijde van het spectrum zien we alleen bij de SGP, PVV en FvD dat kiezers een voorkeur voor mannelijke politici hebben (waarbij dit effect voor FvD niet significant is).
Dit is goed nieuws voor de voorstanders voor meer vrouwen in de politiek: het lijkt erop dat meer vrouwen op de lijst maar voor heel weinig partijen nadelige electorale gevolgen zal hebben. Dat betekent dat bijvoorbeeld de VVD, waar momenteel maar 9 van de 34 Kamerleden vrouw is, weinig electoraal risico loopt door dit aantal flink op te schroeven. Dus VVD: grijp deze kans!
Ronald Heijman zegt
Goed onderzoek, maar ik zou tot een ander advies komen dan
” grijp je kans”:
1. Zorg voor bewustwording van meisjes-kandidaten op scholen. Motiveer ze.
2. Ga actief op zoek naar vrouwen met een visie, debatkwaliteiten en karakter
3. Adviseer politieke partijen om politiek vrouwen cafe avonden te organiseren, of organiseer het zelf
4. Spreek politieke partijen aan met de vraag waarom er zo weinig vrouwen actief zijn, wat zij daaraan gaan doen, en volg de resultaten
5. Schrijf artikelen over dit onderwerp voor de massamedia
6. Vraag aan de regering, provincies en gemeenten om actief beleid en confronteer ze met het uitblijven daarvan
7. Organiseer landelijk politieke vrouwen bijeenkomsten met politieke partijen en rolmodellen
8. Zorg dat je aan tafel zit in praatprogrammas
9. documeneer en communiceer de voordelen van vrouwen in de politiek
10. En nog veel meer dat je zou kunnen doen…, of laten doen.