We kennen allemaal de verhitte gesprekken over het klimaat, of het nu in de politieke arena is, op sociale media, of inderdaad, met je familie aan het kerstdiner. Nu de feestdagen eraan komen vraag je je misschien af hoe je dit gesprek moet aangaan. Volop in de aanval met een gestrekt been vooruit, of is het beter de vrede te bewaren? Heeft het wel nut om dit soort gesprekken over gepolariseerde onderwerpen te voeren? En als iemand weer een complottirade afsteekt, is het dan niet verstandiger het diner kort te houden en wat vroeger te vertrekken?
Als je met deze vragen zit, dan ben je niet alleen! Regelmatig horen we dat eeuwig discussiëren alleen maar leidt tot nog meer praten, en dat er uiteindelijk toch niets verandert. Het zou zinloos zijn om wetenschappelijke analyses en feiten in het gezicht te gooien van mensen die niet “geloven”. Sterker nog, gesprekken met “andersdenkenden” zouden alleen maar leiden tot meer polarisatie, waarbij iedereen elkaar alleen maar probeert te overtuigen van het eigen gelijk. Anderen pleiten daarentegen juist voor meer gesprek, en zeggen dat de beste manier om de klimaatcrisis aan te pakken is om er met elkaar over te blijven praten. Maar hoe moeten die gesprekken dan gevoerd worden?
In onze nieuwe studie, gepubliceerd in Environmental Communication, onderzochten wij hoe jongeren met verschillende opvattingen over het klimaat met elkaar het gesprek aangaan. Wij tonen aan dat ze spanningen in het gesprek probeerden te vermijden, en de voorkeur geven aan het waarborgen van een veilige gespreksomgeving en streven naar consensus. Maar wat gebeurde er wanneer er wel polarisering optrad? Drie specifieke gesprekstechnieken bleken bijzonder effectief in het bouwen van bruggen naar elkaar.
Data en resultaten
In ons onderzoek voerden we zeven focusgroepgesprekken met 23 jongeren tussen de 17 en 24 jaar. Belangrijk was dat wij, op basis van een pre-survey met 193 deelnemers, de focusgroepen zo samengesteld hadden dat juist mensen met tegengestelde meningen met elkaar in gesprek kwamen. Tijdens de focusgroepen bespraken ze onderling hun ideeën over klimaatverandering en klimaatbeleid, onder meer over vliegen en vleesconsumptie. In een kwalitatieve analyse bestudeerden wij vervolgens welke depolariserende gesprekstechnieken tijdens de conversaties gebruikt werden.
Klimaatdiscussies tussen jongeren met verschillende, of zelfs tegengestelde meningen, leiden soms inderdaad tot polarisatie. De gesprekken werden echter over het algemeen gekarakteriseerd door pogingen om verbindingen te maken met elkaar. Een eerste techniek die hiervoor gebruikt werd was het vinden van een gemeenschappelijke basis en gedeelde betekenis door ieders ervaringen, gevoelens, en meningen een plek te geven in het gesprek. Onbevooroordeeld luisteren was een tweede techniek, waarbij de jongeren probeerden te laten zien dat ze elkaars ideeën en waarden (bijvoorbeeld vrijheid) serieus namen. En ten derde, als standpunten onoverbrugbaar leken, dan lieten ze hun positieve intentie aan hun gesprekspartners zien door opbouwend en flexibel mee te denken, ook al waren ze kritisch op elkaar.
Conclusie
Als we luisteren naar de harde toon tijdens politieke debatten, of wanneer we “discussies” volgen op sociale media, dan is het niet gek dat we steeds vaker denken dat het geen zin meer heeft om gepolariseerde vraagstukken, zoals het klimaat, te bespreken. Maar wat gebeurt er nu echt wanneer je mensen met verschillende meningen over klimaatverandering bij elkaar zet? Wat blijkt, gesprekken over gepolariseerde onderwerpen zijn wel degelijk mogelijk. En ze kunnen ons helpen dichter bij elkaar te komen.
Wil jij weten hoe je een goed gesprek voert over klimaatverandering? Of je je nu voorbereidt op een klimaatdebat op hoog niveau, of juist voor een familiediner tijdens de kerstdagen, dit zullen nooit makkelijke gesprekken zijn. Toepassing van een aantal gesprekstechnieken kunnen je echter wel helpen om conflicten te vermijden en samen verder te komen: (1) ga op zoek naar gemene delers, (2) probeer onbevooroordeeld te luisteren naar elkaars ervaringen en emoties, en (3) val de ander niet aan, maar denk met de ander mee.