‘Democratieën blijven kwetsbaar voor economische crisissen.’ Met deze woorden omschreef Larry Diamond in 2008 (zie hier) hoe de meeste politicologen en journalisten denken over economische crisissen. Slecht voor de democratie dus. Bij de start van de crisis werd er dan ook te pas en te onpas verwezen naar bijvoorbeeld Weimar Duitsland waar economische problemen de voorbode vormden voor een overgang van een democratisch regime naar een dictatuur. Toch lijkt het eigenlijk op het eerste zicht allemaal wel mee te vallen: democratieën zijn niet bij bosjes gevallen. Hoe kan dat?
Economische crisissen als bedreiging van democratie
Er worden in het politicologische onderzoek minstens vier belangrijke redenen genoemd waarom economische rampspoed democratie kan bedreigen (zie onder meer hier en hier [paywall]). De vier hangen nauw samen en kunnen elkaar versterken, waardoor de cocktail nog explosiever wordt.
(1) Economische ongelijkheid. In een democratie heeft de regering gemiddeld genomen meer aandacht voor de noden van de bevolking. Dat moet ook, aangezien ze door kiezers afgerekend kan worden. Wanneer een economische crisis de ongelijkheid drastisch doet toenemen, leidt dit tot spanningen en ontevredenheid. Niet-democratische alternatieven zijn dan aantrekkelijker omdat er minder vertrouwen is in de kunde van gematigde politici.
(2) Werkloosheid. Voor werkloosheid geldt het bovenstaande eveneens, maar bovendien zorgt het er ook voor dat mensen (noodgedwongen) de tijd hebben om tegen de regering te demonstreren. Vooral een hoge jeugdwerkloosheid is cruciaal – protesten en demonstraties worden immers vaak gestart door jongeren.
(3) Economisch beleid. Eén van de grote problemen tijdens het interbellum was de nadruk op bezuinigingen (does this ring a bell?). Dat vergroot namelijk de negatieve impact van een crisis op het leven van de burgers en verhoogt weer de ontevredenheid.
(4) Iets wat vooral tijdens deze crisis speelt: de druk van externe actoren. Deze factor heeft in Italië en Griekenland bijvoorbeeld bijgedragen aan het aantreden van technocratische regeringen. Sommige mensen jubelden toen deze regeringen aan de macht kwamen, maar hoe je ook tegen ze aankijkt, ze blijven toch een zekere uitholling van de politieke rechten (Monti’s miserabele verkiezingsuitslag op 24/25 februari 2013 toont dit mooi aan…).
Het effect van de huidige economische crisis
Op basis hiervan verwacht je eigenlijk een behoorlijk slagveld onder de democratieën. Gek genoeg zien we echter dat de democratie het eigenlijk helemaal niet slecht doet gegeven deze omstandigheden. Er zijn weinig landen van democratie weggegleden naar dictatuur en al helemaal niet in Europa. We zagen wel enkele landen waar de democratie enkele stappen achteruit ging, waaronder Griekenland, Italië, Hongarije en Letland. Vooral dat laatste land is interessant. In West-Europa wordt er zelden gesproken over Letland, maar in Amerika is het landje met nauwelijks 2 miljoen inwoners de inzet van verhitte debatten onder economen, aangezien het door de harde bezuinigingen die het doorvoerde het poster child is van de bezuinigingsdenkers omdat het land zou aantonen dat bezuinigen goed is voor economisch herstel (zie hier; er werd zelfs een hele IMF-studie aan gewijd).
Democracy strikes back
Wat we ook zien, is dat er in sommige landen processen in gang werden gezet om de democratie te verbeteren. In deze landen legde de crisis de disfunctionerende elementen van de democratie in het land in kwestie bloot – meestal een gebrek aan checks en balances. Een interessant voorbeeld is het kleine IJsland waar een te kleine politieke elite helemaal verstrengeld was geraakt met de economische elite en democratie een boost kreeg. Dan heb ik het overigens niet over de twee referenda uitgeschreven door president Grímsson (een politicoloog – als geheugensteuntje dit heerlijke filmpje), maar over de ‘constitutional convention’ waar 25 gekozen burgers een nieuwe grondwet uitwerkten om bepaalde pijnpunten van de IJslandse politiek op te lossen.
Waarom vallen ze niet bij bosjes?
Er zijn een aantal verklaringen voor de beperkte negatieve (of zelfs positieve) effecten te bedenken. Allereerst waren veel democratieën voor de crisis al vrij rijk en hadden dus een buffer. Er was ook een sociaal vangnet aanwezig waardoor de effecten van de crisis op het leven van burgers gedempt werden.
De democratie is bovendien erg verankerd in deze landen en er zijn nauwelijks echte anti-systeempartijen. Het Chinese model wordt wel eens als alternatief genoemd, maar toch blijft in veel landen democratie ‘the only game in town’. Daardoor worden veel regeringen die naar huis gestuurd worden eerder vervangen door hervormers dan anti-democraten.
Regeringsleiders lijken zelf ook vooral binnen de grenzen van de democratische spelregels te willen opereren. Ze hebben vaak ook een prikkel om burgers te betrekken bij beleid en de politiek eerder open te gooien dan dicht te timmeren. Op die manier maken regeringsleiders burgers namelijk mee verantwoordelijk door ze mee te laten denken over beleid en hopen ze draagvlak te krijgen voor impopulaire besluiten.
Ook burgers blijven meestal voorstander van de democratie. Dit blijkt onder andere uit de roep om meer democratie tijdens protesten als reactie op werkeloosheid en ongelijkheid. Zo was één van de belangrijkste eisen van de Spaanse Indignados een opener kiesstelsel met meer checks and balances. Tja, burgerprotest voor een nieuw kiesstelsel, dat is zelfs voor een politicoloog onverwacht.
Al bij al lijkt de democratie het dus vrij goed te doen: deze economische crisis heeft veel minder slachtoffers gemaakt dan die van het interbellum.
Geweldig artikel Kristof, inspiratie voor een nieuwe blog post op mijn blog! nederlandseeconomie.wordpress.com
Geweldig artikel Kristof, inspiratie voor een nieuwe blog post op mijn blog! nederlandseeconomie.wordpress.com
Wilt u meer weten over “democratie” in Letland? Dan kunt u met mij contact opnemen. Ik ben de oprichter van een groep op Facebook, die heet Latviesu tautas demonstrācija( volks demonstratie van Letland). 22 januari 2019 hebben wij een demonstratie georganiseerd tegen het vorming van oneerlijke verkiezingen en tegengaan van vorming van regering door verliezende partij. Nu begint de regering demonstranten en organisatoren op te sporen en tegen hen sancties uit te voeren. Demonstratie was rustig zonder geweld. Op demonstratie waren ongeveer 150 mensen aanwezig.
Democratie in Letland onder de regering van de premier K.Karins is veer te zoeken in Letland.