• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Leidt economische ongelijkheid tot politieke polarisatie?

door Matthijs Rooduijn 29/06/2015 0 Reacties

Sinds de publicatie van Thomas Piketty’s boek Kapitaal in de 21ste eeuw is er, ook op deze blog, veel over de gevolgen van economische ongelijkheid geschreven (zie bijvoorbeeld hier, hier en hier). Verschillende studies laten zien dat ongelijkheid negatieve gevolgen heeft voor uiteenlopende zaken als sociaal vertrouwen, misdaad, levensverwachting, gezondheid en sociale mobiliteit.

In de VS is veel onderzoek gedaan naar de effecten van economische ongelijkheid op politieke polarisatie. Het idee is dat een grotere mate van ongelijkheid leidt tot meer conflicten tussen arm en rijk en dat politieke partijen hier op in zullen spelen: linkse partijen gaan zich sterker richten op de belangen van armere mensen terwijl rechtse partijen juist geneigd zullen zijn meer aandacht te besteden aan de belangen van de economische elite. Hierdoor zouden de ideologische afstanden tussen partijen groter worden en dus de politieke polarisatie toenemen. Verschillende studies laten inderdaad zien dat in de VS een grotere mate van ongelijkheid leidt tot meer polarisatie (zie voor een overzicht hier, paywall).

De grote vraag is of dit ook voor andere landen geldt. In een vorige maand online gepubliceerd artikel (paywall) laat Sung Min Han zien dat dit niet altijd het geval is. Hoewel economische ongelijkheid en polarisatie in sommige landen duidelijk aan elkaar gerelateerd zijn (bv in Italië en Nederland), is dit in andere landen helemaal niet het geval (bv in Canada en Groot-Brittannië). Hoe kan dat?

 

Afhankelijk van kiesstelsel

Volgens Han heeft dit te maken met het soort kiesstelsel in een land. Hij laat zien dat het effect van economische ongelijkheid op politieke polarisatie vooral voorkomt in landen die een stelsel kennen van evenredige vertegenwoordiging en een meerpartijensysteem hebben. In landen met single-member districts (SMDs, systemen waar binnen een district maar één vertegenwoordiger kan worden gekozen) en tweepartijenstelsels, is de relatie tussen ongelijkheid en polarisatie veel minder duidelijk aanwezig.

Volgens Han komt dit doordat partijen in SMDs maar voor één zetel strijden. In een dergelijke situatie zullen partijen geneigd zijn zich op het ideologische midden te richten omdat zich daar ook de meeste kiezers bevinden. Het zou voor hen heel risicovol zijn om opeens extremere posities in te nemen en mogelijk de kiezers uit het midden van zich te vervreemden. In een SMD stelsel zullen partijen zich daarom niet sterk aanpassen aan de economische omstandigheden en zal het met de polarisatie volgens Han wel meevallen. Op het moment dat er echter meerdere zetels zijn te verdelen binnen een bepaald district zullen radicalere partijen ook makkelijker zetels kunnen winnen. Om de kiezers te paaien die misschien wel eens op zo’n radicalere partij zouden kunnen gaan stemmen, zullen dan ook de middenpartijen weer eerder geneigd zijn om hun standpunten aan te passen. Het gevolg is dat er sprake is van meer politieke polarisatie.

(Dit klinkt als een logische redenering. Het verklaart echter niet waarom er in de VS dan wel sprake is van een sterke samenhang tussen ongelijkheid en polarisatie. Han gaat hier in zijn artikel niet op in. Misschien heeft het iets te maken met de afwezigheid van coalitieregeringen in tweepartijenstelsels. In de VS hoeven partijen geen rekening te houden met toekomstige samenwerking, waardoor partijen juist toch weer eerder geneigd zouden kunnen zijn te polariseren. Dit ondergraaft echter weer Hans hele theorie…)

 

Wat betekent dit voor Nederland?

Economische ongelijkheid wordt in Hans studie gemeten aan de hand van inkomensongelijkheid. Meestal wordt deze vorm van ongelijkheid gemeten aan de hand van de zogenaamde Gini-coëfficiënt. Er zijn echter ook andere maten van inkomensongelijkheid, zoals het verschil tussen de hoogste en laagste 10 procent van alle inkomens. Han gebruikt meerdere maten en komt telkens tot dezelfde conclusies. Toch is het belangrijk om rekening te houden met dit onderscheid. Wanneer we namelijk naar de Gini-coëfficiënt kijken is de ongelijkheid in Nederland niet zo groot en nauwelijks toegenomen de laatste jaren. Maar wanneer we kijken naar de kloof tussen de hoogste en laagste 10 procent van de inkomens is dat wel het geval. Ook als we kijken naar een andere vorm van economische ongelijkheid – vermogensongelijkheid – is Nederland helemaal niet zo gelijk, en met de jaren bovendien steeds ongelijker geworden. (Je zou kunnen verwachten dat vermogensongelijkheid een zelfde effect heeft op politieke polarisatie als inkomensongelijkheid aangezien je bij deze vorm van ongelijkheid net zo goed kunt verwachten dat er een grotere kloof ontstaat tussen arm en rijk.)

Gezien de toename van deze vorm van ongelijkheid in Nederland, en gezien het feit dat we in Nederland een systeem van evenredige vertegenwoordiging kennen, lijkt volgens de zojuist besproken theorie de kans groot dat ons een periode van flinke politieke polarisatie wacht, zeker wanneer we ook in ogenschouw nemen dat de discussie over het thema ongelijkheid de laatste tijd een zeer prominente positie is gaan innemen in het publieke debat. Toch vraag ik me af of dit ook daadwerkelijk zal gebeuren. De mate van politieke polarisatie in Nederland is vrij laag en heel constant. Zou dat opeens gaan omslaan? We zullen zien.

 

Filed Under: Economie Tagged With: gini, ongelijkheid, piketty, Polarisatie

Over de auteur

Matthijs Rooduijn
Matthijs Rooduijn is universitair docent bij de afdeling Politicologie van de Universiteit van Amsterdam.
Website: http://matthijsrooduijn.nl
  • Sociale media links 

Reader Interactions

Geef een reactie Reactie annuleren

Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Aanhangers van populistische partijen: geïnformeerd, ongeïnformeerd, of verkeerd geïnformeerd?

De schizofrene relatie tussen opiniepeilers, media en wetenschappers

Aflevering 70 – Het werk van een klinisch viroloog in tijden van Covid-19, met Katja Wolthers

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Aflevering 94 – De ‘Heilige Alliantie’ tussen orthodoxe christenen en radicaal-rechts, met Sander Rietveld

Mijn gast van vandaag is Sander Rietveld, politicoloog en onderzoeksjournalist bij Zembla. Sander … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in