De bibliotheken gaan weer dicht. Eén van de gisteren aangekondigde verzwaringen van de lockdown is dat bibliotheken voor tenminste twee weken worden gesloten. Bibliotheken vallen onder de groep publiek toegankelijke locaties die onder de nieuwe maatregelen dicht moeten, net als pretparken, dierentuinen, casino’s en theaters. Maar hoe verstandig is het om bibliotheken te sluiten, terwijl andere plekken waar veel mensen samenkomen, bijvoorbeeld winkelcentra, wél open mogen blijven?
Het belang van de bieb
Het gebruik van bibliotheken daalt al enige jaren: er zijn steeds minder leden en er worden steeds minder boeken uitgeleend. Tegelijkertijd blijft de sociale functie van de bibliotheek groot. Niet alleen is het een belangrijke uitvalsbasis voor kwetsbaren in de samenleving, ook biedt het voor kinderen een belangrijke bron van informatie. Kinderen kunnen gratis lid worden van de bibliotheek, en de rijkdom aan boeken biedt daarmee een unieke mogelijkheid tot informatie voor diegenen die opgroeien in een kansarme situatie.
Voor sommige kinderen verandert er met de sluiting weinig, bijvoorbeeld omdat ouders zelf een uitgebreide boekencollectie hebben, of genoeg geld om nieuwe boeken te kopen. Maar juist kinderen die thuis weinig mogelijkheden hebben om te leren of te lezen kunnen veel baat hebben bij het openhouden van de bibliotheek. De beslissing van de regering om de bibliotheken te sluiten heeft hiermee dus potentieel een effect op de kansengelijkheid.
Wie redt zich wel, en wie niet?
Deense sociologen hebben onderzoek gedaan naar deze kansenongelijkheid in toegang tot bibliotheken tijdens de eerste lockdown. In Denemarken sloten in maart de bibliotheken, naast scholen, horeca en veel winkels voor 8 weken. Terwijl de fysieke bibliotheken dichtgingen, bleef het mogelijk om digitaal boeken te lenen.
Wat de Deense studie laat zien is dat al bestaande ongelijkheden in het uitlenen van boeken tijdens de eerste lockdown sterk zijn toegenomen. Kinderen uit gezinnen met universitair geschoolde ouders leenden al vaker boeken dan kinderen uit gezinnen waarin ouders niet naar de universiteit zijn geweest, maar dat verschil groeide sterk tijdens de lockdown. Hetzelfde werd gevonden als er gekeken werd naar inkomen: kinderen uit rijkere gezinnen leenden veel vaker boeken.
Dit patroon kan op verschillende manieren verklaard worden. Wellicht hebben kansarme gezinnen minder kennis om digitale boeken te lenen of minder technische mogelijkheden (e-readers, computers) om digitale boeken te lezen. Het kan ook zijn dat de sterke groei in sociale ongelijkheid tijdens de eerste lockdown komt doordat rijkere of universitair geschoolde ouders tijdens de schoolsluiting heel actief op zoek zijn gegaan naar extra manieren om te leren. Ongeacht de exacte reden laat het onderzoek overtuigend zien dat het sluiten van bibliotheken een verschillend effect heeft op verschillende kinderen. En dat is verontrustend.
Leesvaardigheid
Recent internationaal onderzoek laat zien dat de leesvaardigheid van Nederlandse kinderen sterk daalt. Bovendien is deze afname sterker voor kinderen die opgroeien in een kansarme situatie. In dat licht is het onbegrijpelijk dat er nu voor gekozen is de bibliotheken volledig te sluiten, in plaats van dat er gezocht is naar een veilig alternatief waarmee zij wél open kunnen blijven. Natuurlijk: het gaat maar over twee weken, al is het gezien de veelvuldige verleningen van maatregelen de vraag of het daarbij blijft. Maar zelfs als het bij die twee weken blijft is het alarmerend dat dit blijkbaar de prioriteiten van de regering zijn: het openhouden van de Primark is nu urgenter dan het openhouden van de bibliotheek.
Afbeelding: “Antwerpen, bibliotheek, zaal Nottebohm” by Luc Mercelis is licensed under CC BY-NC-ND 2.0
Ronald Heijman zegt
Alle sectoren die lijden onder de coronamaatregelen hebben soortgelijke verontwaardiging. Ik vind het vermakelijk en tegelijk verbaas ik me.
Vermakelijk omdat het ingrijpen in het (vermeende) eigen belang van intelligente mensen, of waar men voor staat, kennelijk als heel onredelijk wordt ervaren, zonder het grotere plaatje te willen of kunnen zien.
Ik verbaas me omdat het ingrijpen in het (vermeende) eigen belang van intelligente mensen, of waar men voor staat, kennelijk als heel onredelijk wordt ervaren, zonder het grotere plaatje te willen of kunnen zien. ( ja, je leest het goed dat het dubbel is).
Deze representanten van het aangedane onrecht vertolken een behoorlijk deel van de bevolking dat niet mee kan gaan in de noodzakelijke solidariteit die juist urgent is. Ik schat zo’n 20%.
Zoals mensen die bibliotheken heel belangrijk vinden, en de caféhouders, eet- en drinkgelegenheden, locaties met een horecafunctie, zoals bioscopen, casino’s en culturele instellingen, organisatoren van bijeenkomsten die eten en drinken serveren, van evenementen, de discotheken, zalencentra en feestlocaties, de reisbureaus, de organisatoren van festivals, de theatermensen etc.
Zij kunnen niet inzien dat zij inderdaad een bijdrage leveren aan het besmettingsgevaar door hun aard van massabewegingen en deel uitmaken van een kwetsbare maatschappij, zoals momenteel door een gezamenlijke uitkomst van het democratisch proces en de input van experts en verantwoordelijken is bepaald. Maar de kappers mogen wel open blijven!!
Zij vertegenwoordigen de miljoenen coaches van de staat die vinden, net als de miljoenen coaches van het Nederlands elftal dat de beslissingen door de echte coaches verkeerd zijn, omdat zij daardoor in hun economisch-, maatschappelijk- of emotioneel belang worden geschaad.
Maar het mag, er is vrijheid van meningsuiting, en je mag in maart naar de stembus, maar ik vind het vermakelijk en ik verbaas me erover.
De hele wereld lijdt onder de pandemie, en de coaches voelen zich verongelijkt.
De schade is groot, zeker, maar de noodzaak om de zaak nu even op slot te zetten is nog veel groter. Juist om de boel weer enigszins op orde te krijgen op termijn. Oefen alvast maar een paar weken een beetje voordat we aan de beurt zijn om veel grotere rampen het hoofd te moeten bieden, gedurende jaren of decennia….