De publicatie van een rapport van de Eurobarometer roept altijd gemengde gevoelens op. Enerzijds is het prachtig dat er weer een schat aan data over publieke opinie beschikbaar komt, anderzijds kun je er vergif op innemen dat velen selectief gaan zitten shoppen in de resultaten. Zo ook deze week, wanneer talloze nieuwsorganisaties kopten dat Europeanen weinig vertrouwen hebben in de EU. Slechts een derde van de Europeanen zou vertrouwen hebben in de EU.
Zoals Tom van der Meer gisteren al schreef, heeft zo’n geïsoleerd percentage geen enkele betekenis zonder verdere contextualisering. Is dat percentage hoog of laag? Is het gestegen of gedaald? Hoe zit het dan met vertrouwen in andere politieke instituties? Het antwoord op deze vragen staat natuurlijk allemaal in datzelfde rapport van de Eurobarometer, maar je ziet er niets van terug in de berichtgeving. Het populaire frame dat wantrouwen in de EU welig tiert, is nou eenmaal de weg van de minste weerstand.
#TrustHandbook
Ik schrijf dit blog vanuit Frankfurt waar ik de komende drie dagen een workshop over politiek vertrouwen bijwoon. In het voorjaar van 2015 verschijnt een groot handboek, geredigeerd door Tom van der Meer en Sonia Zmerli, dat zo’n dertig hoofdstukken bevat over talloze facetten van politiek vertrouwen. Tijdens deze workshop presenteren de deelnemende auteurs de eerste versies van hun hoofdstukken.
Ik zal zo nu en dan op Twitter verslag doen van de resultaten en discussies onder de hashtag #TrustHandbook.
Nationaal, subnationaal, supranationaal
Vandaag presenteerde Jordi Munoz een studie naar politiek vertrouwen van burgers in de verschillende lagen van de overheid. Veel enquêtes, waaronder de Eurobarometer, bevatten vragen over vertrouwen in lokale en regionale overheden, nationale regeringen en supranationale instellingen als de EU. Er ontstaat een interessant beeld wanneer we het vertrouwen in het nationale parlement vergelijken met vertrouwen in overheden op sub- en supranationaal niveau.
De onderstaande figuur is gemaakt aan de hand van Eurobarometer 78.1 uit 2012. Op de x-as zien we de fractie respondenten die zegt vertrouwen te hebben in lokale of nationale instituties. In Nederland had dus zo’n 56% vertrouwen in het nationale parlement, terwijl 63% vertrouwen had in de eigen lokale overheid (in 2012). Wat direct opvalt is dat vrijwel overal lokale overheden meer vertrouwen genieten dan het nationale parlement. Dat zou mede komen doordat lokale overheden dichter bij burgers staan, participatie faciliteren en beter aansluiten bij de voorkeuren van burgers. Dit zou weer gunstig doorwerken op het vertrouwen van burgers in die lokale overheden.
We zien een heel ander patroon wanneer we datzelfde vertrouwen in het nationale parlement vergelijken met vertrouwen in de EU. We zouden verwachten dat de EU als hogere (en dus meer afstandelijke) bestuurslaag minder vertrouwen zou genieten dan nationale regeringen, maar dit is slechts ten dele waar. In grote delen van Europa geniet de Europese Unie méér vertrouwen dan het eigen parlement (zie ook hier). Dat is nou typisch een vergelijking die dat ‘lage vertrouwen in de EU’ waar tegenwoordig zo veel om te doen is in perspectief plaatst. Ja, dat vertrouwen is laag, maar vergeleken met vertrouwen in nationale parlementen doet de EU het zo slecht nog niet.
EU als toonbeeld van goed bestuur?
Het is voor eurosceptici in Nederland misschien nauwelijks te bevatten, maar in grote delen van Europa zien burgers de Europese Unie als een toonbeeld van goed bestuur. Vergeleken met de institutionele puinhoop in het eigen land dan. Landen waar de EU in hoger aanzien staat dan het nationale parlement kennen een hoge mate van corruptie . Dat is in de onderstaande figuur nog eens in beeld gebracht (lagere waarden op de Corruption Perception Index betekenen veel corruptie).
Munoz presenteerde nog een hoop andere resultaten. Zo liet hij zien dat burgers hun vertrouwen in de EU grotendeels baseren op vertrouwen in nationale overheden (zie ook hier). Bovendien zijn niet alle burgers in gelijke mate in staat om te differentiëren tussen verschillende instituties. Velen zullen het vertrouwen in de nationale overheid gebruiken om andere overheden te beoordelen, of dit nou terecht is of niet. Burgers met meer politieke kennis bekijken sub- en supranationale overheden veel minder door een nationale bril. Zij blijken beter in staat te zijn een onafhankelijk oordeel te vellen over het functioneren van overheden op verschillende niveau’s.
Julien zegt
I only know the EB question about trust in “local and regional authorities”. Is there one that specifcally asks about local authorities? There is in many countries a big difference in this.