Veel van de besluiten die lokale politieke ambtsdragers—raadsleden, wethouders en burgemeesters—moeten nemen gaan over onzekere situaties. In zijn klassieke studie definieert Knight (2006 [1921]) situaties als onzeker als de uitkomst onbekend is of als kansen (bijvoorbeeld 45% dat iets gebeurt) ontbreken. De voorbeelden van onzekere situaties op het lokale niveau zijn legio, variërend van de financiële steun van het rijk aan gemeenten, de gevolgen van klimaatverandering, en de kansen en risico’s van digitalisering op de publieke dienstverlening op middellange termijn. Maar hoe staan lokale ambtsdragers tegenover deze onzekerheid? En hoe reageren ze erop? Voor een bijdrage aan de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024 (BPA2024) hebben we dit in kaart gebracht.
Wat is tolerantie voor onzekerheid en hoe meet je dit?
Uit eerder onderzoek onder ‘gewone’ burgers blijkt dat mensen verschillen in hun zogenoemde tolerantie voor onzekerheid (Furnham & Marks, 2013). Degenen met een hoge tolerantie zien onzekerheid als een uitdaging en zijn gericht op het oplossen van nieuwe of complexe problemen. Zij zien de onzekerheid rond bijvoorbeeld de snelheid van klimaatverandering vooral als een interessante uitdaging. Mensen met een lage tolerantie voor onzekerheid, daarentegen, ervaren onzekere situaties veelal als ongemakkelijk en neigen naar snelle, simplistische oplossingen. Deze verschillen zijn niet zonder gevolgen: een hoge tolerantie voor onzekerheid hangt samen met betere werkprestaties en een groter vermogen om met verandering om te gaan (zie bijvoorbeeld O’Connor et al., 2021). Voor politieke ambtsdragers kan een hoge tolerantie voor onzekerheid daarom een waardevolle eigenschap zijn, zeker in een tijd van grote maatschappelijke uitdagingen met onzekere ontwikkelingen.
Om tolerantie voor onzekerheid te meten, hebben we een twee algemene vragen gebruikt uit de vaak gebruikte Multiple Stimulus Types Ambiguity Tolerance Scale-II (MSTAT-II) van McLain (2009): (1) ‘Ik houd niet van onzekere situaties’ en (2) ‘Ik probeer onzekere situaties te vermijden’. Deze twee vragen hangen sterk samen met de overige, meer specifieke vragen uit de MSTAT-II. De vragen meten respectievelijk de houding en de reactie van een persoon ten opzichte van onzekere situaties. De antwoorden zijn gescoord op een vijfpuntschaal, waarbij ‘(helemaal) eens’ wijst op een lage tolerantie voor onzekerheid, en ‘(helemaal) oneens’ op een hoge tolerantie.
Politieke ambtsdragers verschillen in hun tolerantie voor onzekerheid
Er is aanzienlijke variatie in de houding ten opzichte van onzekerheid, zo blijkt uit de steekproef van alle politieke ambtsdragers (n=1584) (zie Figuur 1). Ruim een derde (37%) heeft een lage tolerantie voor onzekerheid, terwijl ongeveer evenveel respondenten (38%) juist een hoge tolerantie heeft. Er is meer overeenstemming in de reactie op onzekere situaties (zie Figuur 2): de meerderheid (57%) geeft aan onzekere situaties niet te vermijden; ongeveer een kwart (23%) doet dit wel. Kortom, hoewel de nodige lokale ambtsdragers aangeven niet te houden van onzekere situaties, gaan ze deze situaties niet per se uit de weg.
Figuur 1: Houding ten opzichte van onzekerheid: ‘Ik houd niet van onzekere situaties’
Bron: BPA2024.
Figuur 2: Reactie op onzekerheid: ‘Ik probeer onzekere situaties te vermijden’
Bron: BPA2024.
Variatie tussen ambten in houding, maar nauwelijks in reactie op onzekerheid
Zijn er verschillen tussen de ambten in tolerantie voor onzekerheid? Ja, voor wat betreft de houding ten opzichte van onzekerheid (Figuur 1); nee, voor wat betreft de reactie hierop (Figuur 2). Raadsleden blijken het minst tolerant voor onzekerheid (bijna 40% geeft aan niet van onzekere situaties te houden), gevolgd door wethouders (35%) en burgemeesters (20%). Dit patroon blijft overeind als we rekening houden met mogelijke verklarende variabelen zoals zelfpositionering op een links-rechts schaal, gender, leeftijd, opleiding, ervaring, partij, en grootte van de gemeente.
Overige individuele verschillen zijn beperkt
Verder zien we geen verschillen in de houding en reactie op onzekerheid op basis van de gender, leeftijd, of grootte van de gemeente van politieke ambtsdragers. Hele kleine positieve effecten zijn er voor links-rechts en ervaring: ambtsdragers die zichzelf rechts positioneren op een links-rechts schaal of meer dan 3 jaar ervaring hebben een iets minder tolerante houding ten opzichte van onzekerheid. Daarentegen zien we een iets hogere tolerantie in houding onder ambtsdragers van nationale partijen of ambtsdragers met een hoog opleidingsniveau, al zijn deze verschillen wel klein.
Tolerantie voor onzekerheid als belangrijke vaardigheid voor politieke ambtsdragers
Deze eerste resultaten over de tolerantie voor onzekerheid van lokale ambtsdragers bieden een grotendeels geruststellend beeld. Ondanks dat veel ambtsdragers aangeven niet van onzekerheid te houden, gaan ze—en burgemeesters in het bijzonder—onzekere situaties niet massaal uit de weg. Dit is belangrijk, omdat het omgaan met onzekerheid een cruciale vaardigheid is in een tijd waarin gemeenten steeds meer complexe uitdagingen het hoofd moeten bieden. Denk aan de energietransitie of de opvang van vluchtelingen. Voor effectieve beleidsvorming is een zekere mate van tolerantie voor onzekerheid dus onmisbaar.
Afbeelding: Bron. Installatie gemeenteraad Destelbergen (2013-2018)