We leven in een tijd van maatschappelijke versnelling. De socioloog Hartmut Rosa definieert dit begrip als het steeds snellere tempo van technologische, sociale en levenstempo-veranderingen. In een recente studie in Government Information Quarterly—hier open access beschikbaar—bespreken wij waarom maatschappelijke versnelling een dilemma oplevert voor het oplossen van maatschappelijke problemen via het democratische systeem. En hoe digitalisering, ofwel het benutten van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën om de publieke dienstverlening te verbeteren en mogelijk het beleidsproces te versnellen, dit dilemma kan slechten.
Steeds snellere verandering
Hoewel veranderingen op bijvoorbeeld technologisch vlak natuurlijk niet nieuw zijn, is het tempo wel toegenomen. Zo verplaatst informatie zich inmiddels met lichtsnelheid en is de hoeveelheid informatie die tegelijk kan worden verplaatst enorm toegenomen. In de sociale sfeer wisselen mensen steeds vaker van baan, wat de behoefte tot (om)scholing en levenslang leren beïnvloedt. Qua levenstempo wordt er steeds meer gedaan of ervaren in een gegeven tijdsperiode; iets waar een verschijnsel als FOMO—fear of missing out—mee samenhangt.
Maatschappelijke verandering op topsnelheid vs. slow motion-democratie
Maatschappelijke versnelling leidt ertoe dat er continue nieuwe problemen op de politieke agenda komen die vragen om snelle en effectieve beleidsoplossingen—denk aan levenslang leren of kunstmatige intelligentie. Nu is besluitvorming via het democratische proces notoir traag: collectieve voorkeuren moeten worden samengebracht en er is tijd nodig voor deliberatie, bijvoorbeeld in de Tweede Kamer, over de wenselijke oplossing. Democratische besluiten riskeren daardoor soms al achterhaald te zijn op het moment van invoeren; iets wat volgens sommigen bij de wetgeving rond de AVG het geval was (zie bijvoorbeeld deze studie).
Je zou kunnen stellen dat we leven in een maatschappij die verandert op topsnelheid terwijl het democratisch proces in slow motion plaatsvindt. Dit leidt tot een nieuw, en zorgwekkend, dilemma. Bij optie 1 versnelt de politieke besluitvorming, ten koste van het democratisch proces (iets wat we tijdens de aanpak van de coronacrisis hebben gezien). Bij optie 2 vertraagt de politieke besluitvorming ten koste van het probleemoplossend vermogen (ook dit hebben we tijdens de coronacrisis gezien). Aangezien beide opties kunnen leiden tot onvrede over het politieke systeem, is de keuze tussen deze opties een duivels dilemma.
Digitaliseringsstrategieën als oplossing?
Overheden over de hele wereld proberen te reageren op maatschappelijke versnelling, vooral via digitalisering, vaak zonder succes. In onze studie hebben twee landen geselecteerd die wel succesvol zijn met digitalisering: Denemarken en Nederland. Zo prijken beide landen hoog op internationale ranglijsten, bijvoorbeeld de E-Government survey van de Verenigde Naties. Door naar deze landen te kijken, proberen we te theoretiseren hoe digitalisering overheden kan helpen zich aan te passen aan maatschappelijke versnelling.
Hoe dit te onderzoeken?
Hoe dit in de praktijk precies gebeurt, is een empirische vraag. Wij hebben voor de periode 2011-2019 in een reeks beleidsdocumenten—zoals regeringsverklaringen, Troonredes en beleidsdocumenten van relevante Ministeries—gezocht naar verwijzingen naar maatschappelijke versnelling en digitalisering aan de hand van een lijst van trefwoorden. Wat waren de belangrijkste probleemdiagnoses? Welke strategieën en factoren zouden succes kunnen verklaren?
We hebben een viertal indicatoren geconstrueerd. Ten eerste: bewustzijn en timing. Hiertoe zochten we in de beleidsdocumenten naar uitingen die blijk gaven van een zeker bewustzijn van maatschappelijke versnelling en stelden vast wanneer dit bewustzijn optrad. Het tweede en derde kenmerk waren motivatie, om te reageren op maatschappelijke versnelling, en de mate waarin bewustwording wordt vertaald naar nieuwe strategische doelen, denk aan speciale rapporten of andere strategische documenten. De vierde indicator was in hoeverre dergelijke strategische doelen worden omgezet in doelgerichte strategische beleidsacties, bijvoorbeeld via het instellen van speciale commissies en instanties of het toewijzen van specifieke taken aan ministeries.
Overeenkomsten en verschillen
Uit onze analyse, die we in onderstaande tabel samenvatten, kwamen zowel overeenkomsten tussen beide landen als verschillen naar voren.
Indicatoren | Denemarken | Nederland |
1. Bewustzijn en timing | Vroeg; maatschappelijke versnelling; netwerk samenleving | Vroeg; maatschappelijke versnelling; trage democratie |
2. Motivatie | Efficiëntie van private en publieke sector; maatschappelijk vertrouwen; gelijkheid | Efficiëntie; terrorisme; veiligheid; mobiliteit; zorg; vertrouwen |
3. Nieuwe strategische doelen | Pluk vruchten van digitalisering; bereid burgers, bedrijven en ambtenaar voor en activeer hen voor een digitale samenleving | Pluk vruchten digitalisering; wordt voorloper in Europa |
4. Doelgericht, strategisch beleid | Vroege gecoördineerde actie gebaseerd op brede consensus en samenwerking tussen alle lagen van de overheid. | Verschillende “silo’s”: nationaal, regionaal, lokaal en op Ministeries; pas laat (2018) gecoördineerde actie |
Onze bevindingen rond bewustzijn en timing, bijvoorbeeld,laten zien dat regeringen digitalisering zien als een adaptieve reactie op de uitdagingen van maatschappelijke versnelling en het dilemma voor democratische probleemoplossing. Alleen via digitalisering zouden Denemarken en Nederland het door maatschappelijke versnelling veroorzaakte democratische dilemma kunnen aanpakken en hun weg als welvarende en dynamische maatschappijen kunnen vervolgen. Opvallend genoeg, en anders dan we hadden verwacht, kwam het vocabulaire over maatschappelijke versnelling en trage democratie expliciet terug in beleidsdocumenten
Theoretische verwachtingen: Snel handelen, staatscapaciteit & vertrouwen
Op basis van onze gevalsstudies hebben we drie theoretische proposities opgesteld voor vervolgonderzoek. Ten eerste: het tijdig stellen van strategische doelen en snelle strategische actie—iets wat we zowel in Denemarken als Nederlands zagen—zijn waarschijnlijk sleutelfactoren voor een succesvolle reactie. Ten tweede: een hoog niveau van staatscapaciteit, zoals in Denemarken en Nederland, is noodzakelijk. Uit vergelijkend onderzoek weten we dat staatscapaciteit een cruciale factor is voor elke succesvolle democratische probleemoplossing. Ten derde: de aanwezigheid van een hoog niveau van vertrouwen is noodzakelijk voor het omarmen van de voorgestelde verandering—die voortkomt uit de digitaliseringsstrategie—door het publiek.
Urgentie en handelingsperspectief nodig voor ondernemen van actie
Ten slotte blijkt uit onze gevalsstudies dat regeringen bezorgd zijn dat snelle technologische verandering, trage democratie en ontoereikende reacties van de publieke sector het vertrouwen van het publiek ondermijnen en daarmee een negatief effect hebben op democratische en bestuurlijke capaciteit en stabiliteit. Besluitvormers lijken daarmee een combinatie van urgentie tot verandering en een handelsperspectief (wat kunnen we doen?) nodig te hebben voor het ondernemen van actie.
Ronald Heijman zegt
Wikipedia: Digitalisering is de overgang van informatie naar een digitale vorm, dat wil zeggen in een vorm die gebruikt kan worden door elektronische apparaten zoals computers. De term kan betrekking hebben op de gegevens zelf, op de bijbehorende procedures of op de samenleving in het algemeen.
De maatschappij kent vele verschillende snelheden:
. tussen landen
. tussen politieke systemen
. van (toegepaste) wetenschap
. van de politiek
. van de industrie en tussen industrieën
. tussen bevolkingsgroepen:
. opleidingsniveaus
. culturen en achtergronden
. levensstijl en motivatie
. generaties
. digitalisering versus bovengenoemde sectoren
Digitalisering zou o.a. snelheid, juistheid, kwaliteit, gemak, efficiency, doelmatigheid en de mens moeten dienen. Daar waar dit de uitkomst is, is digitalisering vooruitgang, daar waar niet, vaak een achteruitgang.
Toch is de maat van succes niet de resultaten van digitalisering sec, an sich. We moeten het altijd afzetten tegen:
. de concurrentie, maar niet alles bevindt zich in een concurrentieveld
. de behoefte bij de gebruikers, maar niet iedereen is gebruiker
. het nut, maar niet iedereen ervaart het nut
. het gemak, maar niet iedereen ervaart het gemak
. de menselijkheid, maar digitalisering heeft de neiging tot ontmenselijking
. de negatieve effecten, maar niet iedereen wil de negatieve effecten zien
. de schadelijke effecten, maar daartegen kan men zich soms niet (laten)
beschermen
. de wil tot digitaliseren van een enkeling ten opzichte van de confrontatie van
velen met de digitalisering
. de dictatuur van de digitalisering versus de vrijheidsdrang bij velen
Mijn conclusie: digitalisering heeft de autonome neiging ons te overspoelen, zonder adequate bescherming van velen tegen alle mogelijke negatieve effecten. Dat zou qua snelheid gelijk moeten opgaan, dan zullen nut, de efficiency, effectiviteit, doelmatigheid, draagvlak en verdere ontwikkeling een extra impuls krijgen en een bijdrage leveren aan menselijk welzijn . Zo niet dan zal de reeds ontstane tweedeling op dit punt versterkt worden en bijdragen aan menselijk ongeluk voor velen en welvaart voor enkelen.
Digitalisering is ontsproten uit de neoliberale geest van winstmaximalisatie. Breng te geest terug in de fles van toekomstig menselijk welzijn.