Vandaag een gastbijdrage van Peter Kanne, opinieonderzoeker bij I&O Research. Een kort interview op basis van dit opiniestuk is verschenen op Volkskrant.nl.
De Volkskrant pakte afgelopen zaterdag in Vonk flink uit met een drie pagina’s tellend artikel over opinieonderzoek, met de koppen: ‘We worden kapot gepeild’, ‘U bent niet te peilen’ en – via Twitter – ‘Diarree aan opiniepeilingen wakkert onvrede aan’. Dat zijn geen geringe claims. Met name die laatste stelling, dat opiniepeilingen de kloof tussen burgers en politiek niet kleiner maar juist groter maken, vraagt om overtuigend bewijs. Dat ‘bewijs’ wordt in het artikel niet geleverd, wel wordt gesteld dat het ‘de enquêtes zijn die voortdurend suggereren dat de politiek iets anders doet dan de meerderheid wil’ en die ‘de geloofwaardigheid van het parlement ondermijnen’.
Slechte peilingen zijn de regel, niet de uitzondering, zo valt te lezen. Wat maakt de peilingen slecht? Er worden twee hoofdargumenten gegeven: 1) de steekproeven deugen niet en 2) de vragen deugen (of kunnen) niet. Drie wetenschappers leveren hiervoor de munitie. Opiniepeilers zelf komen niet aan het woord.
Van de drie experts is bijzonder hoogleraar Jelke Bethlehem (Universiteit Leiden) degene die valt over het gebruik van internetpanels als steekproefbron. Onder opiniepeilers inderdaad een geaccepteerd instrument om peilingen mee uit te voeren. Betrouwbare steekproeven kunnen volgens hem het best worden getrokken op basis van bevolkingsregisters. Internetpanels kunnen makkelijk tot zelfselectie leiden en dan zijn er geen betrouwbare uitspraken mogelijk, zo is op de website Peilingpraktijken van Bethlehem te lezen. Echter, de meeste gerenommeerde onderzoeksbureaus laten respondenten die zichzelf aanmelden niet of mondjesmaat toe. En veel wetenschappers, van verschillende Nederlandse universiteiten, werken ondertussen veel en graag met internetpanels. Het weerhoudt Betlehem er niet van in de krant te zeggen dat 90 procent van het opinieonderzoek flut is. Op Twitter neemt hij deze uitspraak terug: ‘dat had ik er niet in willen hebben, dat is inderdaad ongenuanceerd’. Maar het is een belangrijke kurk waar het artikel op drijft.
Dan de vraagstelling. Will Tiemeijer – schrijver van het boek ‘Wat 93,7 procent van de Nederlanders moet weten over opiniepeilingen’, een aanrader voor journalisten! – waarschuwt voor een ‘aangedikt zwart-wit beeld’ dat voortkomt uit simpele voor- en tegenschema’s in de vraagstelling over complexe onderwerpen. Mensen hebben genuanceerde opvattingen – bijvoorbeeld over de opvang van vluchtelingen – die niet makkelijk te vangen zijn in opinieonderzoek. Over sommige onderwerpen – zoals het referendum over het verdrag met Oekraïne – heeft men (nog) geen mening. Als je ze de vraag voorlegt wat ze vinden zullen ze echter wél een – niet zo goed gefundeerd – antwoord geven, en dat creëert opinies en trends. Terechte punten, maar niet onoverkomelijk. Met zorgvuldig opgebouwde vraagstelling is goed te achterhalen wat mensen al weten en op basis van welke argumenten ze tot hun oordeel komen. Dat is juist de taak van het opinieonderzoek.
‘Het is hoog tijd dat opiniepeilers erkennen dat ze nooit echt in kaart kunnen brengen wat de bevolking vindt van allerlei prangende en minder prangende kwesties’, zo wordt UvA-politicoloog Tom van der Meer geciteerd. Maar in dit citaat is volgens hem het woordje ‘precies’ ten onrechte weggelaten, ondertussen erkend door de krant. Zo kan ik het met Van der Meer eens zijn: met opinieonderzoek kun je niet precies in kaart brengen wat de bevolking vindt. Maar wel kun je een betrouwbaar beeld geven van wat meerderheden en minderheden vinden. Of ze überhaupt een oordeel hebben en welke kennis die meningen beïnvloedt. Welke groepen (minderheids)standpunten innemen. Hoe deze standpunten zich in de tijd ontwikkelen. Et cetera. Informatie, in elk geval, die kan bijdragen aan een goed functionerend democratisch proces.
Het blijft de vraag hoe de auteur en de Volkskrant komen tot hun koppen en conclusies. Het riekt nog het meest naar makkelijk scoren met opiniepeilingen, iets wat de auteur juist de onderzoekers verwijt. Aangezien kranten veelvuldig gebruikmaken (en zullen blijven maken) van opiniepeilingen, zou het nuttiger zijn gezamenlijk te komen tot afspraken voor het produceren en gebruik van peilingen. Zodat de kranten alleen nog hoeven putten uit ‘goede peilingen’. Ik weet zeker dat betreffende wetenschappers en opiniepeilers daar graag aan bijdragen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.