Immigratie. Het is al jaren één van de meest besproken thema’s in het publieke debat. En we raken er maar niet over uitgepraat. Veel discussies zijn uiteindelijk op het thema terug te voeren. Klein voorbeeld: NRC schreef afgelopen weekend terecht dat het debat over onderzoek naar de groeiprognoses van de bevolking in Nederland eigenlijk helemaal niet over de bevolkingsomvang an sich gaat.
“Niemand maakt zich zorgen over de ontembare voortplantingsdrift van Nederlanders – eerder over het gebrek eraan. Het onderzoek gaat dus over de vraag hoeveel migranten Nederland aankan. Willen we wel of niet dat migranten hier komen om aan de vraag naar arbeid te voldoen? En krijgen ‘ze’ niet te veel kinderen in vergelijking met ‘ons’?”
Immigratie wat de klok slaat dus. Wat zijn nu de gevolgen van de grote media-aandacht voor dit onderwerp?
Media-impact
Afgelopen zomer verscheen er een interessant artikel dat precies op deze vraag ingaat. De sociologen Christian Czymara en Stephan Dochow koppelen een tekstanalyse van artikelen in Duitse kranten en tijdschriften aan een grootschalige panelstudie waarin Duitse respondenten over een periode van 15 jaar gevolgd worden. De kracht van dit survey is dat dezelfde mensen over een lange tijd gevolgd worden en dus vastgesteld kan worden of en hoe hun opvattingen over immigratie veranderen.
In de survey wordt onder andere de vraag gesteld hoe bezorgd mensen zijn over immigratie. Omdat de onderzoekers precies weten op welke dag deze vraag gesteld is, kunnen ze de antwoorden die respondenten gegeven hebben koppelen aan informatie over het mediadebat in de weken daarvoor. Hun verwachting was dat wanneer er veel media-aandacht is voor immigratie, dit zal leiden tot een grotere bezorgdheid over het thema. Hun redenatie: hoe meer media over immigratie schrijven, hoe meer mensen erover gaan nadenken, en hoe meer ze zich zorgen zullen gaan maken.
En dit is precies wat de resultaten suggereren. Maar wat precies het mechanisme is aan de hand waarvan mediaberichtgeving invloed uitoefent op ideeën over immigratie kunnen de onderzoekers niet met zekerheid zeggen. Het kán komen doordat mensen daadwerkelijk de artikelen over immigratie hebben gelezen. Maar het is ook waarschijnlijk dat de aandacht in de media op allerlei manieren doorsijpelt richting publieke opinie. Als er in de media veel wordt geschreven over immigratie, zal men in bijvoorbeeld de voetbalkantine óók meer over immigratie praten. Mensen die geen kranten en tijdschriften lezen komen zo ook met het thema in aanraking.
Niet altijd en voor iedereen
Czymara en Dochow laten ook zien dat het effect van media-aandacht op immigratie-opvattingen niet altijd en voor iedereen even sterk is. Het effect is sterker in buurten waar relatief weinig immigranten wonen. De auteurs van het artikel vermoeden dat dit komt doordat mensen in gemengde buurten meer gewend zijn aan de aanwezigheid van immigranten en zich daardoor minder sterk zullen laten beïnvloeden door mediaberichtgeving over immigratie. Het effect lijkt bovendien minder sterk te zijn voor mensen die op linkse partijen stemmen (met name de Groenen) en mensen die hoger zijn opgeleid – waarschijnlijk omdat deze mensen überhaupt al minder geneigd zijn om negatieve opvattingen over immigranten te hebben.
Natuurlijk is dit onderzoek niet perfect. Het kijkt alleen naar berichtgeving in kranten en tijdschriften en laat radio, televisie, online nieuws en sociale media volledig buiten beschouwing. Bovendien houden de onderzoekers helemaal geen rekening met de toon (positief of negatief) van het nieuws, en weten ze niet of de respondenten die ze onderzoeken daadwerkelijk (direct of indirect) met nieuwsberichten over immigratie in aanraking zijn gekomen. Bovendien kijken ze naar de mate waarin mensen bezorgd zijn over immigratie. Het is onduidelijk wat dat precies betekent; het hoeft niet noodzakelijkerwijs zo te zijn dat bezorgde mensen ook negatief zijn over immigratie.
Maar al met al is dit een belangrijke studie. Hoewel er nog flink wat vragen openblijven, laten de resultaten zien dat media een grote impact hebben. (Dat blijkt telkens weer. Zie bijvoorbeeld deze blog vorige maand van Rens Vliegenthart.) Het is belangrijk dat journalisten zich daar goed bewust van zijn.
Koen zegt
Worden media hier niet gezien als iets dat uit zich zelf onstaat, en blijkbaar los staan van de realiteit? Kan hier niet sprake zijn van een schijnverband? Als er veel gebeurt met migranten zal er ook veel media aandacht zijn en zal de publieke opinie worden beinvloed. Om de causaliteit bij mediaaandacht te leggen vind ik nogal een aanname. Neem het voobeeld van de gebeuretnissen in Keulen tijdens de nieuwjaarviering. Die hebben geleid tot media aandacht over migratie. Is de verandering in publieke opinie dan veroorzaakt door media aandacht of door de gebeurtenissen waar de media over berichten?
Dat ‘media een grote invloed hebben’ lijkt me nogal wiedes. Anders zouden ze beter kunnen opdoeken, zij zijn bedoeld om het publiek van informatie te voorzien waarop de publieke opinie gebaseerd wordt. Wordt in dit stuk nu gesuggereerd dat het wellicht beter voor de samenleving is dat media niet over migratie problematiek schrijft? Dat staat er niet met zoveel woorden, maar de laatste paragraaf impliceert toch dat media (causaal) verantwoordelijk zijn voor een negatieve houding van laagopgeleide mensen tov migranten. De hoogopgeleide journalist zou zich daar bewust van moeten zijn. Ik vind dat dit argument alleen gebruikt kan worden als media doelbewust, met een agenda tegen migranten de feiten verdraaien om negatief nieuws te brengen. Maar zolang de werkelijkheid waar media over berichten buiten beschouwing wordt gelaten, zijn de resultaten m.i. niet veelzeggend. Nieuws over migranten is vaak negatief en meer negatief nieuws zal voor een negatieve houding zorgen. Journalisten hierop wijzen komt mij enigszins badinerend over.
Ik vind dat een journalist moet schrijven over nieuwswaardige gebeurtenissen. In de perfecte wereld wordt de publieke opinie dan beinvloed door de gebeurtenissen in de wereld; die zijn immers vastgelegd door de journalist. Bij veel vervelende incidenten met migranten zal de publieke opinie dan (terecht?) negatiever worden over migranten. Suggereert Matthijs Rooduijn hier dat in zo’n geval een journalist maar beter niet de werkelijkheid moet doorgeven aan zijn publiek? Ik denk het niet. Ik denk dat Mijtthijs Rooduijn suggereert dat media negatiever over migranten berichtgeven dan kan worden gebillijkt met de werkelijkheid. Immers zijn het de laagopgeleide mensen die maar weinig in contact komen met de migrant wiens mening wordt beinvloed. Maar dit komt niet uit de resultaten van het onderzoek en is maar moeilijk te bewijzen gezien het probelmatische concept van werkelijkheid.
Ik begrijp dat een weblog maar weinig ruimte laat voor nuance, en Mattijs Rooduijn stelt terecht vragen die onbeantwoord blijven. Toch denk ik dat de belangrijskte conclusie uit dit stukje meer gebaseerd is op een veronderstelling dan op empirisch bewijs van het besproken wetenschappelijke artikel. Aangezien dit weblog populair is onder invloedrijke mensen binnen politiek en media, en we hebben kunnen vaststellen dat media invloed hebben op het publieke debat zou ik de aannames en conclusies explicieter maken in dit stuk.