Een gastbijdrage van prof.dr. Frans Stokman (RUG) over onderzoek dat hij verrichtte met Paul Lucardie, Jelle van der Knoop en Jelmer Draaijer.
De formatie is inmiddels enige weken aan de gang. En het belooft een complexe formatie te worden. De VVD mag dan wel de grootste partij zijn gebleven, in het versplinterde parlement zijn er geen werkbare meerderheidscoalities te vormen zonder zowel het CDA als D66. Daarom nemen deze twee partijen minstens zo’n machtspositie in als de VVD en bepalen zij of het rechtsom, linksom of over de hele breedte gaat.
Ons onderzoek wijst uit dat CDA en D66 veel meer van hun programma kunnen realiseren in een rechtse coalitie met de VVD en de ChristenUnie dan in de brede coalitie met GroenLinks waarover nu onderhandeld wordt. En dat geldt ook voor de VVD. Ook in een linkse coalitie halen CDA en D66 maar een beperkt aantal programmapunten binnen. D66 haalt alleen hun hoofdpunt ‘Onderwijs’ in alle drie coalities binnen, het CDA alleen hun hoofdpunt ‘Defensie’. Wij verwachten dan ook dat uiteindelijk een rechtse coalitie gevormd zal worden of, als ook dat mislukt, een minderheidscoalitie van CDA, D66 en VVD.
Simulatie van onderhandelingen: Decide
Deze conclusies zijn gebaseerd op een zorgvuldige inventarisatie door experts van de standpunten van alle politieke partijen op elf beslispunten en hun inschatting hoeveel belang zij bij elk beslispunt hebben om hun partijstandpunt te realiseren. Het relatieve gewicht van de partijen in de onderhandelingen wordt verder bepaald op basis van de stembusuitslag.
Deze gegevens zijn gebruikt in een onderhandelingsmodel waarin standpunten worden uitgeruild, het zgn. decide-model. Wanneer twee partijen verschillen in het relatieve belang voor twee beslispunten en zij standpunten innemen aan weerzijden van de verwachte uitkomsten, kunnen zij een win-winsituatie creëren door hun standpunten uit te ruilen. Als alle mogelijke ruilen zijn gerealiseerd en de partijen nog niet allemaal dezelfde standpunten innemen, wordt een nieuwe ruilronde gesimuleerd. In die nieuwe ronde nemen de partijen beginstandpunten in die een gewogen gemiddelde zijn van hun standpunten aan het begin en einde van de vorige ronde.
Het volledige rapport over de toepassing van het ruilmodel is hier te vinden. Het ruilmodel heeft in het verleden bewezen uitkomsten van complexe besluitvorming goed te kunnen voorspellen. Bij de vorige drie verkiezingen voorspelden wij steeds ongeveer 80 procent van de beslispunten goed. Ook de uitkomsten van de klimaatconferenties in Kopenhagen en Parijs werden goed voorspeld. Het is ook vele malen met succes toegepast voor strategische doeleinden van opdrachtgevers bij onderhandelingen in het bedrijfsleven en de politiek.
Voorspelde uitkomsten per beleidsterrein
Voor de drie onderzochte coalities zijn de voorspelde uitkomsten als volgt:
Omschrijving van coalitie uitkomsten | |||
Beslispunten | Rechts | Links | Breed |
AOW-leeftijd | Huidige systeem met individuele keuze voor latere ingang
|
Vanaf 65 mag maar met korting | Huidige systeem met individuele keuze voor latere ingang
|
Europa | Meer Europees beleid maar geen federalisme
|
Kerntaken versterken en geen Europees leger
|
Meer Europees beleid maar geen federalisme
|
Vreemdelingenbeleid | Status quo handhaven | Humaner beleid inzake vluchtelingen met kinderpardon
|
Strengere eisen gezinshereniging; terugzenden mogelijk tot 7 jaar in aankomst
|
Werk en zekerheid gezien vanuit werknemer | Ontslagrecht versoepelen; geen verplichte verzekering voor zzp’ers
|
Ontslag handhaven; verplichte verzekering voor zzp’ers
|
Ontslagrecht versoepelen; geen verplichte verzekering voor zzp’ers
|
Marktwerking zorg | Meer markt (privaat kapitaal) met handhaving huidig eigen risico | Marktwerking terugdraaien, centrale administratie, zorgverzekeraars aanvullend | Status quo handhaven |
Defensie-uitgaven verhogen in M-euro’s | 2.04 | 2.09 | 2.03 |
Milieubelasting verhogen in M-euro’s | 4.20 | 8.14 | 10.15 |
Milieu-uitgaven verhogen in M-euro’s | 0.49 | 2.35 | 2.28 |
Nivelleringseffecten van inkomenspolitiek op Gini-index | 1.93 | -7.66 | 1.56 |
Reductie omvang gaswinning in 2021 | 2.47 | 10.54 | 10.00 |
Extra onderwijsuitgaven in M-euro’s | 3.71 | 3.80 | 3.68 |
Vier centrale conclusies
Kijken we naar de relatieve nutsverliezen voor de partijen in de drie coalities, dan kunnen we het volgende concluderen:
- De Rechtse coalitie leidt tot een ongeveer gelijke verdeling van verliezen over de drie grote partijen daarin, maar de ChristenUnie weet minder van haar beleid te realiseren dan de andere partijen. Dit is een direct gevolg van de geringe omvang van de ChristenUnie ten opzichte van de andere drie partijen.
- Ook in de Linkse coalitie zijn de nutsverliezen mooi gelijk verdeeld over de partijen. Het meest weet de Partij van de Arbeid nog binnen te halen als gevolg van haar middenpositie tussen enerzijds de andere linkse partijen en anderzijds de overige drie partijen.
- Bij de coalitie Breed weet GroenLinks minder binnen te halen dan de drie andere partijen, staande voor een fundamenteel ander beleid dan de andere drie partijen op een aantal beslispunten.
- D66 en CDA zijn noodzakelijke partners in alle drie coalities. Voor beide partijen geldt dat coalitie Rechts substantieel aantrekkelijker is dan Links en Breed. Het zal niet verbazen dat GroenLinks een beter onderhandelingsresultaat krijgt in Links dan in Breed en dus Links zal prefereren. Voor de VVD geldt dat juist voor Rechts boven Breed.
Bron foto: Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tom Louwerse zegt
Een interessante analyse, al vind ik het wel jammer dat in de rapportage niet wordt toegelicht hoe het algoritme werkt. Het is duidelijk welke data er in het algoritme gaat en wat er uit komt, maar hoe komen die uitkomsten tot stand?
Juist als wetenschappers maatschappelijk relevante analyses maken, zou men daarin zeer transparant moeten zijn.
Frans Stokman zegt
Voor de algoritmen, zie eerder gepubliceerde artikelen:
http://www.stokman.org/artikel/94Oost.ExchVotPos.ECDM.pdf
http://www.stokman.org/artikel/03AsseOost.ConflicMea.R&S.pdf
Thomas Colignatus zegt
Mijn complimenten ! Stokman cs. en hun Decide initiatief geven nu al enkele jaren belangrijke inzichten. Ik ben een soort fan maar heb helaas geen tijd om me in de details te verdiepen.
Wel bevestigt deze aanpak het denken in termen van coalities, terwijl de verbetering van de democratie ligt in het bevorderen van afspiegelingskabinetten, zie mijn brief aan de Tweede Kamer:
https://boycotholland.wordpress.com/2017/03/22/aan-het-presidium-van-de-tweede-kamer-over-de-keuze-van-coalitie-en-premier/
De vraag voor Stokman cs. is of het Decide model ook niet zo kan worden herschreven, dat partijen ruimte krijgen op terreinen waar zij minimaal schade doen aan andere partijen. Partijen zouden zich dan niet paternalistisch moeten opstellen, dus niet willen afdwingen waar men zelf weinig mee te maken heeft.
Frans Stokman zegt
Dank voor de uitgebreide reactie, Thomas.
Er is in Nederland al geruime tijd discussie over de vraag of de formateur of de minister-president direct of door de Tweede Kamer gekozen moet worden. Zie onder andere de Nationale Conventie 2005-2006.
Als de Minister-President rechtstreeks wordt gekozen, zal er iets van een getrapte verkiezing nodig zijn, zoals het Franse systeem nu werkt. Interessant is daar nu (en misschien dan ook in NL) dat beide kandidaten (bijna) niet gerepresenteerd zijn het parlement.
Afhankelijk van de omvang van de bevoegdheden van de Minister-President is het dan denkbaar dat er veel meer met wisselende coalities geregeerd gaat worden, waardoor een meer nationaal gedragen beleid gevoerd gaat worden. Uitruil van standpunten gaat dan minder over alle beleidsterreinen, zoals nu, meer binnen deelgebieden. Of dat minder paternalistisch gaat worden, weet ik niet. Als ik onder paternalistisch ‘door de overheid geregeld/afgedwongen’ versta, zou dat fijn zijn, want dan impliceert dat meer zelfregulerende systemen. Bij de transitie naar duurzaamheid bijvoorbeeld eerder een hoge CO2 belasting dan allerlei subsidieregelingen voor duurzame investeringen.
Het hier toegepaste decide-model kijkt alleen naar instrumentele doelen die single-peaked zijn. Hogere doelen zijn meestal monotoon stijgend of dalend. Interessant zijn dan ook modellen die de relatie leggen tussen de instrumentele doelen en de doelbereiking bij de hogere doelen. Zie bijv. het artikel
Septer, Timo J., Dijkstra, Jacob, Stokman, Frans N. 2012
Detecting and measuring crucial differences between cognitive maps. Rationality and Society 24, 383-407 en de verwijzingen daarin (http://www.stokman.org/artikel/12SepDijkstra.CognMaps.R&S.pdf).
Thomas Colignatus zegt
Om wellicht misverstanden te voorkomen: het is m.i. democratischer wanneer de Tweede Kamer de Minister-President kiest. Ik heb *** niet *** voorgesteld dat hij of zij direct wordt gekozen zoals bij de Presidentverkiezingen in USA of Frankrijk, want dit lijkt me juist minder democratisch. Wel is mijn voorstel dat de Tweede Kamer naast de onderhandelingen ook gebruik maakt van de meer ingewikkelde verkiezingsprocedures zoals Borda Fixed Point. Die methoden worden vaak besproken in de context van directe verkiezingen, maar dat is niet mijn suggestie. Dat de overheid zelf wat paternalistisch of bemoederend is t.o.v. de burger lijkt me onvermijdelijk. Ik bedoelde dat politieke partijen dat minder t.o.v. elkaar zouden kunnen doen, zodat er meer ruimte tot leven en laten leven is.