Vorige week deed de Duitse minister voor Familiezaken Manuela Schwesig (SPD) het merkwaardige voorstel om ouders per minderjarig kind een extra stem te geven (zie bijvoorbeeld hier en hier). In het voorstel zouden er in één klap miljoenen extra stemmen bijkomen en dat zou voor een aardverschuiving kunnen zorgen. Het voorstel werd in buitenlandse media opgepikt – de Belgische kinderzender Ketnet organiseerde zelfs een online peiling naar aanleiding van het voorstel – en leverde de minister buitenlandse bekendheid op. Waar gaat het over en (vooral) moeten we het voorstel serieus nemen?
Het meervoudig stemrecht, familiestemrecht en kinderstemrecht
Normaal gaan we in een representatieve democratie uit van het principe ‘one (wo)man, one vote.’ Het voorstel om ouders ook voor hun kinderen te laten stemmen wijzigt in zekere zin dit principe: sommige mensen (ouders) mogen meerdere stemmen uitbrengen. Toch is het voorstel niet nieuw. Tijdens de Spaanse Franco-dictatuur en de Portuguese Salazar-dictatuur mochten sommige kiezers meerdere stemmen uitbrengen, maar ook het toen al democratische België kende een meervoudige voorkeurstem van 1893 tot 1919. Belgische mannen van 35 of ouder kregen toen één extra stem als ze kinderen hadden en voldoende belasting betaalden (ze kregen ook een extra stem als ze een universitair diploma hadden).
Een variant op het familiestemrecht is het zogenaamde kinderstemrecht waarbij minderjarigen van bijvoorbeeld 16 of 17 jaar oud stemrecht krijgen. Deze minderjarigen stemmen dan zelf en iedere kiezer heeft slechts één stem. Hier wordt het principe van ‘one (wo)man, one vote’ dus niet geschonden.
Zijn er argumenten voor het familiestemrecht?
Het familiestemrecht stond al eerder op de Duitse politieke agenda (in 2003-2004 en 2008). Waarom wil minister Schwesig er nu weer aan beginnen? Haar voornaamste argument is dat kinderen in de huidige politiek niet vertegenwoordigd worden. Dit zou, in tijden van vergrijzing en pensioendebatten een groot probleem zijn omdat een grote meerderheid van de kiezers tot oudere generaties behoort. Een ‘gepensioneerdendemocratie’ als het ware.
Zoals wel vaker in kiesstelseldiscussies wordt de discussie over het familiestemrecht gezien als een mogelijkheid om de democratie te versterken in dit geval door mensen vanaf hun geboorte stemrecht te geven: stemrecht voor zuigelingen.
De argumenten tegen het familiestemrecht
Er rammelt wel wat aan die redenering. Het familiestemrecht geeft immers geen stem aan het kind, maar aan de ouders. In een land als Nederland krijgen hoogopgeleiden vaak kinderen vanaf hun 35. Ouders van dat kind zouden dan van 35 tot 53 een extra stem krijgen. Of dat nu meteen kinderen beter vertegenwoordigt is maar de vraag. Je kan je bovendien afvragen in hoeverre de ouders vanuit het kind zullen redeneren en niet gewoon hun eigen voorkeurspartij een extra stem geven.
Alsof dat nog niet genoeg is, heeft het voorstel ook implicaties voor een heleboel andere zaken. Wat met mensen die bewust kinderloos blijven? Zullen zij een dergelijke maatregel niet als discriminerend beschouwen? Wat gebeurt er bij scheiding? Wie krijgt dan het stemrecht van de kinderen?
Waarom dan dit bizarre voorstel?
Het Belgische familiestemrecht was vooral bedoeld om de progressieve arbeiders niet te machtig te maken. De meeste voorstellen tot invoering van het familiestemrecht komen dan ook van conservatieve partijen die veel kiezers hebben met grote gezinnen. Zoals in dit blog door Tom van der Meer al eens werd benadrukt: bij voorstellen tot wijziging van het kiesrecht speelt altijd een element van eigenbelang. Dit voorstel zou grote gevolgen hebben, net zoals de invoering en vooral afschaffing van het Belgische meervoudig stemrecht ook zeer grote gevolgen had (de socialistische partij werd in één klap veel groter).
Maar bij eigenbelang moet je niet altijd meteen denken aan de gevolgen van een wet. Zoals de onderzoekers Steven Reed en Michael Thies al in 2001 ontdekten zijn discussies over kiesrecht en kiesstelsel vaak een manier voor een politicus of partij om zichzelf te profileren. Vaak weten de politici immers zelf ook wel dat het voorstel kansloos is, maar het levert ze toch maar weer mooi media-aandacht op. In dit geval is het wellicht tekenend dat het niet bv. de minister van Binnenlandse Zaken is die met dit voorstel komt, maar de minister van Familiezaken. Het voorstel levert haar inderdaad zowel in binnen- als buitenland zeer veel media-aandacht op.
Vergeet het familiestemrecht (het kinderstemrecht daarentegen)
Het familiestemrecht moet je dus niet serieus nemen. In het verleden kwam het onderwerp al tweemaal op de agenda van het Duitse parlement en tweemaal werd het met grote meerderheid verworpen. Toch is de diagnose dat jongeren minder vertegenwoordigd worden dan ouderen niet noodzakelijk verkeerd – alleen is het familiestemrecht geen oplossing. Kinderstemrecht zou wel een stap in de goede richting kunnen zijn.
Over de leeftijdsgrens voor stemrecht is al decennia discussie, maar door de tijd heen is deze grens stelselmatig naar beneden gegaan omdat telkens weer bleek dat ‘jongeren’ wel degelijk in staat zijn om een beredeneerde stemkeuze te maken. Uiteraard is er altijd een ondergrens en discussies over het kinderstemrecht gaan steeds over deze ondergrens. Onderstaande figuur toont de huidige leeftijdsgrenzen (zie ook hier)
Bron: The Mirror op basis van CIA Factbook, ACE Project and Parline database
In 2003 schreven Louis Massicotte, André Blais en Antoine Yoshinaka het geweldige boek Establishing the rules of the game waarin ze een vergelijkend overzicht maakten van allerlei kleine en bizarre elementen uit de kieswetgeving in 63 Westerse democratieën. Op dat moment was de kiesleeftijd in alle landen tenminste 18 jaar. Dat is niet meer het geval. In landen als Oostenrijk, Argentinië en Brazilië mag men al stemmen vanaf 16 jaar en in Duitsland mogen 16-jarigen bij gemeenteraadsverkiezingen al naar de stembus. In België, Groot-Brittannië en (vooral) Ierland staat het onderwerp op de agenda. Kortom, het aantal landen met stemrecht voor zestienjarigen stijgt gestaag.
Op naar de 16?
Hoe bizar het voorstel over het familiestemrecht ook moge lijken, de onderliggende discussie over de vertegenwoordiging van jongeren wordt wel degelijk op verschillende plaatsen in de wereld gevoerd. Het familiestemrecht komt er wellicht niet, maar misschien dat Duitsland de leeftijd binnenkort wel verlaagt tot 16.
Hoi Kristof, merci voor de verhelderende analyse. Je ervaring als docent helpt je hierbij, zo merk ik.
En ach, die politiekers he 🙂 …