De naamswijziging van onder andere het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar Justitie en Veiligheid wordt door sommigen kostbare symboolpolitiek genoemd. Naamswijzigingen zijn allicht de meest symbolische vorm van departementale veranderingen, die in Nederland bij vrijwel elke formatie plaatsvinden. Is dit inderdaad puur symbolisch of zijn er ook andere redenen om elke vier jaar te sleutelen aan de ministeriële indeling?
Sinds de Tweede Wereldoorlog is er flink gesleuteld aan de departementale indeling. Het eerste kabinet Beel (1946-1948) kende behalve de ministeries van Algemene Zaken, Financiën en Buitenlandse Zaken geen enkel departement met dezelfde naam als in Rutte-III. Onder Beel bestonden onder andere een ministerie van Oorlog én een van Marine, een ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw (later: Wederopbouw en Volkshuisvesting), en een ministerie van Overzeese Gebiedsdelen. Een ministerie van Volksgezondheid bestond nog niet. Pas in de jaren ’70 kwam er een ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Dat laatste thema werd in 1982 weer verhuisd naar het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). In 2010 kwam er een nieuw ministerie van Infrastructuur en Milieu. En onder Rutte-III valt het thema klimaat juist weer onder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Veel thema’s die in de afgelopen 70 jaar aan belang hebben gewonnen, hebben een institutionele zwerftocht afgelegd.
Zelfs de namen van klassieke departementen moeten er soms aan geloven. Aan Binnenlandse Zaken werd in 1998 Koninkrijksrelaties toegevoegd. Economische Zaken werd Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. En bij dezelfde grote hervorming in 2010 werd het ministerie van Justitie (dat al sinds 1848 zo heette) hernoemd tot Veiligheid en Justitie, toen het Directoraat-Generaal Openbare Orde en Veiligheid overging van Binnenlandse Zaken naar Justitie. Er was destijds al kritiek op die naamgeving, onder andere van André Rouvoet (ChristenUnie), omdat deze justitie ondergeschikt zou maken aan veiligheid. Voor de CDA-VVD-met-PVV-gedoogsteun-coalitie was het vooropzetten van Veiligheid juist een belangrijk symbool van het belang dat aan openbare orde en criminaliteitsbestrijding werd gehecht.
De naamgeving van departementen volgt dus uit het maatschappelijk en politiek belang van thema’s en onderwerpen. In bredere zin wordt het sleutelen aan ministeriële portefeuilles gebruikt om uiting te geven aan politieke belangen, maar ook om de verdeling van portefeuilles in balans te brengen. Dat laatste gebeurt vooral door het gebruik van ‘ministers zonder portefeuille’ en de taakverdeling tussen ministers en staatssecretarissen.
Uit een lopend onderzoek onder leiding van Thomas Meyer en Ulrich Sieberer waarvan eerste resultaten vorige maand zijn gepresenteerd op de ECPR General Conference blijkt dat dit in Nederland relatief vaak gebeurt. Bij elke formatie zijn er wijzigingen en ook tussentijds vinden met regelmaat departementale herindelingen plaats. Vaak zijn dit de wat politiek minder gevoelige (maar niet onbelangrijke) zaken, zoals de verantwoordelijkheid voor vastgoed bij defensie of nucleaire veiligheid.
Politiek gezien is het moment van de formatie het meest van belang. Op dat moment kunnen partijen hun belangrijke politieke wensen op tafel leggen. Het opnemen van Klimaat in de naam van het Ministerie van Economische Zaken is daar een voorbeeld van. Dat geeft het belang van het thema aan, en in bijzonder het feit dat één minister op dat terrein de leiding moet nemen.
De terugkeer van het Ministerie van Landbouw (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) is een voorbeeld van een inhoudelijke wens (van CDA) die ook politiek-strategisch handig uitkomt. Daardoor heeft de ChristenUnie ook een minister met een eigen departement en begroting (een ‘minister van’ in plaats van een ‘minister voor’). Weliswaar een relatief klein departement dat politiek gezien als minder belangrijk werd ingeschat in het verleden, maar toch: Carola Schouten heeft er de leiding. Departementale herindelingen en naamswijzigingen zijn dus een terugkerend fenomeen en worden gebruikt om uiting te geven aan politieke voorkeuren en het belang dat men aan bepaalde thema’s hecht, maar ook om de portefeuilleverdeling tussen partijen te balanceren. Tot op zekere hoogte is dat symbolisch, maar ook dat is politiek.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.