Dit is een gastbijdrage van Niels Spierings en Kristof Jacobs.
In de VS hebben honderden ‘spam-bots’ Ted Cruz zwart gemaakt, berichtte de Volkskrant eind april. Zo zouden mensen de voorverkiezingen verder in de richting van Donald Trump willen duwen. Kunnen Nederlandse politici in navolging van hun Amerikaanse collega’s ook het publieke debat beïnvloeden via spam-bots?
Ook in Nederland is een dergelijke manipulatie immers technisch gezien mogelijk. Maar of de publieke opinie bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen via sociale media wordt gemanipuleerd, hangt vooral af van de klassieke media. In ons land bepalen de traditionele media wat het grootste deel van de kiezers meekrijgt van het nieuws op sociale media.
Niet alles wat in Amerika gebeurt waait over naar Europa
Nederlandse sociale-mediaverantwoordelijken en campagnevoerders in het algemeen worden vaak geïnspireerd door de Amerikaanse politiek (cf. hier). Maar de Amerikaanse politiek is zo uniek dat niet alles zo maar over te nemen valt in Nederland.
Negatieve campagnevoering is daar een mooi voorbeeld van. Negatieve campagnes zoals Trump die Cruz zwartmaakt, zijn in Amerika heel normaal. Zien we ook op andere plekken meer negativiteit en moddergooien tijdens verkiezingscampagnes? Anne-Marie Walter en Alessandro Nai vinden in een meta-review dat acht van de 22 studies naar de evolutie van de mate van negatieve campagnevoering een stijging aantoonden (11 vonden geen trend en drie een daling).
Maar… zeven van de acht studies gingen over Amerika! In alle onderzochte andere landen (met uitzondering van Taiwan) bleef de negativiteit gelijk of daalde ze.
In een studie ($) naar negatieve campagnevoering in Nederland vonden Walter en Van der Brug ook geen opwaartse trend in negativiteit. Hier zijn negatieve campagnes zeldzaam omdat ze hier minder goed werken en grote risico’s met zich meebrengen. Zo is het hier de vraag is op wie je je pijlen moet richten. In de VS gaat de verkiezingsstrijd in de regel tussen twee kandidaten. Het verlies van de ander, is winst voor jou. Als je in Nederland een andere partij zwart maakt, weet je helemaal niet of dat jou of een andere concurrent ten goede komt.
Bovendien mag je in de VS na een verkiezingsoverwinning alleen regeren; in Nederland moet je samenwerken in een coalitie. Dat maakt een negatieve campagne gevaarlijk, zeker voor middenpartijen. Een mooi voorbeeld hiervan was aan de aanval van Jan Peter Balkenende op Wouter Bos in 2006 – ‘U draait en u bent niet eerlijk’, zei de eerste. Na de verkiezingen vormden CDA en PvdA een coalitie, maar de relaties tussen Bos en Balkenende bleven behoorlijk verzuurd.
Spam-bots die positieve berichten verspreiden dan maar?
Een alternatief voor Nederlandse partijen is om spam-bots positieve berichten over de eigen partij te laten twitteren. Echter, zoals het eerdergenoemde artikel in de Volkskrant mooi illustreerde, bestaat er altijd een kans dat dit wordt ontdekt. Dat stelt een partij in een kwaad daglicht en kan schade opleveren. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 zagen we hier ook een mooi voorbeeld van: toen had CDA’er Sybrand van Haersma Buma wat uit te leggen toen hij opeens vijftienduizend nieuwe Twitter-volgers had en 82 procent van zijn volgers spam-bots leken te zijn.
Wel actieve partijsympathisanten
Echte spam-bots lijken in de Nederlandse politiek momenteel dan ook nauwelijks ingezet te worden. Nederlandse politieke partijen mobiliseren echter wel hun achterban tijdens lijsttrekkersdebatten op tv. Zo hebben ze invloed op wie als winnaar wordt gezien (voor een mooie illustratie hiervan, zie deze studie over een Duits debat met Merkel).
Een goed Nederlands voorbeeld is het beruchte lijsttrekkersdebat in 2012 waarin PvdA-leider Samsom SP’er Roemer van de troon stootte als leider van links. Veel PvdA-leden twitterden op dat moment actief over hoe goed Samsom het deed. Ten opzichte van SP-sympathisanten waren zij op het sociale medium in de meerderheid. Twitter functioneerde als een echokamer die de overtuiging dat Samsom het debat zou winnen enorm versterkte. Op sociale media kunnen dus wel degelijk vertekeningen plaatsvinden, maar dat roept de vraag op in hoeverre deze opvallen buiten sociale media.
Niet burgers maar de opinieleiders
Slechts een beperkt, niet-representatief deel van de kiezers is actief op Twitter. Politici weten dat. Ze beschouwen Twitter voornamelijk als een manier om het publiek indirect te bereiken, omdat de opiniemakers en journalisten van belangrijke kranten en tv-stations Twitter actief in de gaten houden. Tweets worden inderdaad vaak gebruikt als informatiebron door de klassieke media.
Het is vervolgens aan journalisten om te bepalen welke tweets zij overnemen en in hoeverre zij zich laten leiden door het overheersende sentiment op Twitter. Als Jesse Klaver tijdens een debat veel gementioned wordt, betekent dat dan dat hij het debat wint? Wellicht weerspiegelt het vooral dat met name de GroenLinks-achterban heel actief is op sociale media.
Dus, mochten Nederlandse partijen het politieke debat via spam-bots proberen te beïnvloeden, dan zijn het juist de kranten, tv en journalisten die bepalen wat het grootste deel van de Nederlandse kiezers meekrijgt van sociale media. En daarmee blijven journalisten de belangrijkste waakhond van onze democratie.
Dit is een bewerkte versie van een opiniestuk dat eerder in de Volkskrant verscheen. Foto van Ted Cruz door Gage Skidmore. License.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.