Rutger Groot Wassink is afgelopen vrijdag verkozen tot de nieuwe lijsttrekker van Groenlinks Amsterdam voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. Op Twitter volgde wat schampere opmerkingen: slechts 23% van de leden had gestemd, slechts 37% van de stemmers had Groot Wassink als eerste voorkeur. De rest was verdeeld over drie andere kandidaten. Als Amsterdammer die doorgaans het lokale nieuws aan zich voorbij laat gaan, vroeg ik me af: is een opkomst van 23% nu weinig? Hoe worden andere lijsttrekkers gekozen? Hoe groot is hun mandaat?
Zoals gezegd – ik volg de lokale politiek niet zo, dus ik heb even wat rondgesnuffeld in digitale archieven naar lijsttrekkers in 2006 en 2010 in Amsterdam. Wat blijkt: Groot Wassink is zo ongeveer met het grootste mandaat van de leden verkozen. Het gros van de lijsttrekkers worden zonder tegenkandidaat door een ledenvergadering aangewezen, denk bijvoorbeeld aan Laetitia Griffith (VVD), Eric van der Burg (VVD), Lodewijk Asscher (PvdA), Maarten van Poelgeest (Groenlinks) en recentelijk ook Pieter Hilhorst (PvdA). Kortom: aanwijzing is de norm en competitie voor het lijsttrekkerschap de uitzondering. Laurens Ivens (SP) versloeg 1 andere kandidaat in de strijd om het lijsttrekkerschap in 2010 en behaalde volgens Het Parool een “ruime meerderheid” van de aanwezige 90 leden. D66 heeft in 2010 de leden de lijsttrekker laten kiezen. Ageeth Telleman versloeg Ivar Manuel met 54% van de uitgebrachte stemmen. In totaal had ongeveer 25% van de leden gestemd, en daarmee had Telleman welgeteld (naar schatting) 270 stemmen (Ik heb geen officiële uitslag hiervan terugvonden – hint). Groot Wassink had 280 stemmen. Groenlinks heeft op dit moment meer leden in Amsterdam dan D66 in 2010, maar Groot Wassink had ook 3 tegenkandidaten in plaats van 1.
Als je dit vergelijkt met nationale lijsttrekkersverkiezingen zijn dit geen overtuigende cijfers. Maar veel leden interesseren zich ook niet voor lokale politiek en er valt wellicht het een en ander te leren zowel voor leden (hé, je mag stemmen) en voor de partij (online debatten en Q&A sessies). Lijsttrekkersverkiezingen zijn incidenteel, omdat er vaak geen tegenkandidaten zijn of omdat de partij daar ook niet actief op zoek naar is. D66 heeft bijvoorbeeld voor 2014 bij gebrek aan tegenkandidaat Jan Paternotte aangewezen. Daarom mag Groenlinks best wat trotser dan dit zouteloze stuk zijn op de lijsttrekkersverkiezing: er waren 4 serieuze kandidaten en de opkomst was net zo hoog bij D66 in 2010. Dat Groenlinks zelf de lat op 30% opkomst stelde, is wellicht wat utopisch, en legt de aard van het beestje bloot.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.