Wie wint 15 maart? Een partij die in de peilingen steevast op zetelwinst staat is 50Plus. Hoe bijzonder is die opmars van een seniorenpartij? En wat zijn voor 50Plus waarschijnlijke scenario’s voor de toekomst? Vergelijking met andere ouderenpartijen biedt enig inzicht.
“Het CBS sjoemelt op verzoek van de regering leuk met cijfers.” Henk Krol, politiek leider van 50Plus, reageerde in september in Nieuwe Revu op conclusies van het CBS. De huidige generatie 65-plussers is de rijkste ooit en onder hen bestaat erg weinig armoede, constateerde het CBS. Ook zijn huidige 65-plussers gemiddeld beter af dan die voor de crisis en anderen slechter. Leugens, zei Krol.
Krol is nummer één op de lijst van 50Plus voor komende Tweede Kamerverkiezingen. De nummer vier, Corrie van Brenk, vroeg zich in november in de Telegraaf af of de gemiddelde levensverwachting eigenlijk wel omhoog gaat: “Er zijn redenen om je af te vragen of de sterftecijfers van het CBS wel kloppen.” En dus mag de AOW-leeftijd ook niet omhoog, aldus Van Brenk.
Vijand
Het beschuldigen van het CBS en het in twijfel trekken van feiten is onderdeel van een campagne. Het doel is om oudere kiezers te trekken die hun financiële belangen willen veiligstellen. Het lijkt te werken: afgelopen jaar steeg 50Plus van 3 naar 7% in de peilingwijzer. Uit onderzoek blijkt dat 50Plus vooral ouderen trekt die zichzelf armlastig vinden – ongeacht of ze daadwerkelijk arm zijn.
Onder jongeren komt meer armoe voor, en de crisis raakte hen ook veel harder. Arme jongeren lijken 50Plus als een vijand te beschouwen. Bijvoorbeeld: linkse arme jongeren zien 50Plus significant vaker als rechts, en rechtse arme jongeren zien haar vaker als links. Dit duidt erop dat zich een nieuwe scheidslijn ontwikkelt. Hoe sterk deze ontwikkeling is, en of deze trend doorzet, is nog onduidelijk.
Traditioneel zijn seniorenbelangen sterk vertegenwoordigd in partijen als CDA en PvdA. Daarnaast zijn er eerder ouderenpartijen geweest. Van de zeven recentste nieuwe partijen die bij hun debuut zetels haalden waren er drie ouderenpartijen: in 1994 was Unie 55+ goed voor één zetel en AOV goed voor zes; en nu is er dus 50Plus. Er is duidelijk een electoraal potentieel – en niet alleen in Nederland.
Eichmann
In vrijwel heel West-Europa zijn er seniorenpartijen, maar de meeste zijn niet vertegenwoordigd in het parlement. Tot nog toe is 2% van de stemmen de maximale score geweest, met uitzondering van de Nederlandse AOV en 50Plus en de Luxemburgse ADR. Laatstgenoemde scoort al decennialang tussen de 6 en 12%, zit in het parlement en heeft zich ontwikkeld tot een brede conservatieve partij.
De combinatie van vergrijzing van het electoraat en afbraak van de welvaartsstaat heeft in West-Europa dus nog weinig succes voor nieuwe seniorenpartijen opgeleverd. In Oost-Europa hebben zulke partijen vaak meer succes. In Kroatië, Servië en Slovenië traden ze zelfs toe tot een coalitieregering. Dat gebeurde overigens ook in het land dat het langste ouderenpartijen kent, sinds 1981 al: Israël.
De Israëlische partij hing sterk aan haar leider, Rafi Eitan. Eitan is landelijk bekend vanwege zijn leidende rol in de ontvoering van jodenvervolger Adolf Eichmann uit Argentinië in 1960. De partij behaalde in 2006 liefst 5,9% van de stemmen, waarna ze kortstondig deel uitmaakte van de regering. Anders dan ADR en enkele Oost-Europese partijen leidt de Israëlische partij nu een kwijnend bestaan.
Reli-rechts
Hoe past 50Plus in dit plaatje? Aanvankelijk behoorde ze tot de grote categorie die niet verder kwam dan 2% van de stemmen. Maar bij de Europese verkiezingen in 2014 haalde de partij 3,7% en bij de Eerste Kamerverkiezingen een jaar later 2,6%. Na intern conflict en controverse rond Krol zakte ze in 2013 terug in de peilingen, van 12% tot rond de 3%. Vorig jaar vond 50Plus weer de weg omhoog.
Als de partij de gepeilde stemmenwinst kan verzilveren liggen twee scenario’s voor de hand. Enerzijds het scenario-AOV, dat binnen een jaar ruziënd uiteenviel. Dit lot leek ook 50Plus beschoren, maar ze heeft interne ruzie en afsplitsing voorlopig overleefd. Anderzijds het scenario-ADR, dat uitgroeide tot brede conservatieve partij. Nu heeft 50Plus nog een vrij progressief profiel.
Laatstgenoemd scenario kan resulteren in plotselinge grote macht. Gezien haar middenpositie in een gefragmenteerd partijlandschap zou 50Plus op termijn wel eens een uitnodiging kunnen krijgen voor coalitiebesprekingen. Waarschijnlijker is de rol van kingmaker. Wellicht kan de partij na 15 maart al kiezen: steun verlenen aan een middencoalitie of, samen met PVV, aan reli-rechts (VVD/CDA/SGP).
Dan zit de rijkste seniorengeneratie ooit er voorlopig warmpjes bij.
In deze tekst maak ik gebruik van onderzoek van collega Séan Hanley (University College London) en van mezelf, in samenwerking met UvA-collega Rachid Azrout. Ik dank mijn collega Paul Lucardie (Rijksuniversiteit Groningen) voor nuttig commentaar.
Afbeelding: L1003223 van Guido van Nispen (via Flickr).
Hans Schneider zegt
Hoe groot kan een rancuneuze ouderenpartij worden? Is ze electoraal begrensd door de inkomensverdeling: alleen arme ouderen stemmen op zo’n partij?
En/of is de afwezigheid van kinderen en kleinkinderen een goede voorspeller?
Ik zie om mij heen dat ouderen met kleinkinderen de worsteling van hun nazaten op de arbeidsmarkt zien en de beweringen van 50Plus feiloos doorprikken en zo’n partij dus verafschuwen.
Is hier onderzoek naar gedaan?
Joost van Spanje zegt
Beste Hans – boeiende vragen! Antwoorden zijn er bij mijn weten nog niet: er is nog nauwelijks onderzoek naar deze partijen gedaan.
Op één van je vragen geeft een bevinding van Rachid en mij wel een begin van een antwoord: 50Plus wordt niet louter door armlastige senioren gesteund. Belangrijker dan objectieve welvaart blijkt subjectieve welvaart. Dat wil zeggen: als ouderen VINDEN dat ze arm zijn dan is hun stemkans op 50Plus groter. Deze subjectieve welvaart wijkt substantieel af van onze objectieve meting (absoluut inkomen).
Hoe dit komt? Wellicht deels door teleurgestelde verwachtingen en deels door het beeld van arme oudjes dat 50Plus schetst… Wat betreft objectieve rijkdom lijkt me op het eerste gezicht dus geen electorale grens voor die partijen te liggen.
Ik hoop dat dit iig één vraag enigszins beantwoordt!