Vorige week bracht een commissie van hoogleraren en advocaten een rapport uit over de ‘rechtsstatelijkheid’ van een aantal verkiezingsprogramma’s. De belangrijkste conclusie: vijf politieke partijen – waaronder CDA en VVD – doen voorstellen die “lijnrecht ingaan tegen de Nederlandse rechtsstaat”. De voorzitter van de commissie, hoogleraar rechtsfilosofie Wouter Veraart, zei in een interview in NRC: “De gevestigde partijen die altijd hebben gezegd, bij ons is de rechtsstaat veilig, die kiezen in de turbulentie van dit moment voor voorstellen die in strijd zijn met de rechtsstaat. In ons stoplichtsysteem krijgen zulke plannen een rood licht. De VVD en het CDA hebben ook één of meer rode lichten van ons gekregen. Dat vind ik zorgwekkend. Het is een sombere situatie.”
Het lijkt er op dat rechtse middenpartijen steeds verder richting de PVV bewegen. Vooral de VVD probeert steeds openlijker Henk en Ingrid te verleiden. Neem de open brief die premier Rutte vorige maand schreef aan alle Nederlanders. “Doe normaal of ga weg,” was de belangrijkste boodschap. Denk ook aan Ruttes “pleur op” bij het televisieprogramma Zomergasten. Vorig jaar zei VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra in een interview dat onze manier van leven gevaar loopt. En een paar maanden eerder stelde hij al dat de toenmalige asielstroom een “acute bedreiging” vormde voor onze welvaart.
Middenpartijen en radicaal-rechts
Uit allerlei studies blijkt dat deze beweging naar rechts in vrijwel heel Europa waarneembaar is. Middenpartijen (met name rechtse, maar ook linkse) zijn de afgelopen jaren een sterkere nadruk gaan leggen op thema’s als immigratie en Europese eenwording, en zijn bovendien scherpere standpunten in gaan nemen op deze onderwerpen. Bovendien, zo laten deze studies zien, hangt de verrechtsing sterk samen met het toegenomen succes van radicaal-rechtse partijen. Een veelgehoorde verklaring: door zich scherper te profileren op deze thema’s willen middenpartijen Henks en Ingrid terugveroveren op radicaal-rechts.
Deze redenatie is plausibel. Maar kijkend naar de Nederlandse context denk ik dat dit niet het hele verhaal kan zijn. Middenpartijen begonnen namelijk al naar rechts te schuiven (met betrekking tot sociaal-culturele thema’s) lang voordat radicaal-rechtse partijen succesvol werden.
Nederlandse middenpartijen over de tijd
In de onderstaande figuur staat weergegeven hoe de sociaal-culturele opvattingen van CDA, PvdA en VVD (de traditionele middenpartijen) zich over de tijd hebben ontwikkeld. De gegevens zijn afkomstig van het Manifesto Project – een onderzoeksgroep die de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen in 50 landen analyseert en teruggaat tot 1945. Per verkiezingsprogramma is vastgesteld aan welke onderwerpen aandacht wordt besteed en op wat voor manier dat wordt gedaan. Ik heb gekeken naar de positieve en negatieve aandacht die de programma’s besteden aan zaken als patriotisme, nationalisme, multiculturalisme, law & order, en veiligheid. Hoe hoger de score hoe rechtser de sociaal-culturele opvattingen; hoe lager de score hoe linkser. Ik heb per partij de gemiddelde score per decennium berekend (het laatste verkiezingsjaar dat ik meeneem is 2012). De scores van het CDA van voor 1980 zijn de gemiddelde scores van de programma’s van ARP, CHU en KVP.
Figuur: Opvattingen over sociaal-culturele thema’s van CDA, PvdA en VVD
Het eerste wat opvalt is dat alle partijen steeds rechtser zijn geworden – vooral tussen de 1960s en de 2000s. Wat ten tweede opvalt is dat de patronen bij alle partijen vrijwel hetzelfde zijn: tussen de jaren ’40 en ’50 liepen de scores iets terug; tussen de jaren ’50 en ’00 namen ze toe (alleen bij de PvdA ietsje later); en tussen de jaren ’00 en ’10 namen ze weer wat af. Een derde in het oog springende ontwikkeling is dat hoewel de PvdA in de jaren ’40 en ’50 op sociaal-cultureel vlak de meest rechtse partij was, de partij zich in de decennia daarna langzaamaan heeft ontwikkeld tot de sociaal-cultureel meest linkse partij (al zijn de verschillen met het CDA verwaarloosbaar). De vierde opvallende ontwikkeling is dat de VVD een scherpere afslag naar rechts heeft genomen dan CDA en PvdA, en zich sinds de jaren ’90 duidelijk onderscheidt van deze twee partijen (waarschijnlijk is dit het Bolkestein-effect).
“Normaal. Doen.” niet alléén reactie op Wilders
Dit suggereert dat hoewel de electorale successen van LPF en PVV vast van invloed zijn geweest op de sociaal-culturele posities van de Nederlandse middenpartijen, de shift naar rechts niet alleen op het conto van radicaal-rechts geschreven kan worden. Met andere woorden: Ruttes “pleur op” en “Normaal. Doen.” zijn niet alléén een reactie op Wilders. Ze passen ook in een trend die al een halve eeuw geleden is ingezet.
Interessant stuk, Matthijs! Enig idee wat deze trend kan verklaren?
In Wetten die een hele samenleving (volk, natie e.d.) omvamen, zijn de belangen van de dominerende Klasse geregeld, en dat is ongeveer alle Recht. Zoiets dicteerde geloof ik Karl Marx en ook op zich klinkt het geloofwaardig. Neem nu voor die regerende Klasse ‘Linkse Ideologie’ en je begrijpt veel van het hedendaagse ‘sociale debat’ (in modern jargon: ‘discours’).
Via haar aanhangers is die Ideologie vele decennia lang politiek bij machte geweest het formele Recht in heel wat landen naar haar hand te zetten; wat zij niet heeft nagelaten. We zijn allemaal ‘nolens volens’ ‘links’ geworden. ’t Ging sluipenderwijs.
Van wege haar ‘aangeboren’ collectivistische aard annex regelzucht, heeft die ideologie het aantal Wetten sterk vermeerderd, ze verfijnd en waar het kon hun domein van werking uitgebreid. Ook internationaal. Land en Wereld werden gejuridiseerd, zoveel mogelijk. Oorlog werd verboden.
Hoever en zotter dat ging, leert België. Daar vigeerde nog onder het bewind van Verhofstadt een Wet die Belgische Rechters toestond of misschien zelfs verplichtte buitenlandse politieke leiders op te roepen om voor het Belgische Gerecht te verschijnen. Om dáár van hun (wan)daden rekenschap af te leggen. Zo is er zelfs de USA President Bush Jr. gedaagd, i.v.m. geloof ik met diens overbodige Iraq-oorlog. Die Belgische Wet is toen feitelijk getest en op grond van haar belachelijkheid tot een romp-wet ingekrompen, maar de Ideologische grondslag ervan is gebleven.
Inmiddels ligt alles zo’n beetje (op papier) vast en is er een star lichaam ontstaan dat moeilijk operabel is. De politieke vrijheid wordt steeds ‘klem gereden’. Zelfs een ordinaire staking, die toch niet anders dan als een onregelmatigheid kan worden opgevat, wordt hier in NL onder het juk van een juridische regel gebracht. Wat gek is, of pervers. Rechters palmen zo de positie van politici en vrije burgers in, en nu biedt alleen ‘corruptie’ nog enig soulaas als het om de noodzakelijke vrijheid van handelen gaat. We moeten liegen. Vraag het politiemensen die ons moeten beschermen.
En deze hele maatschappelijke toestand wordt door de Regenten van Linkerzijde verheerlijkt als de triomf van de ‘Rechtsstaat’. Die moet van ze ‘coûte que coûte’ gerespecteerd blijven, en je doorgrondt ze. Hun belangen en emolumenten zijn erin verankerd. Een motief dat hun ‘braaf doen’ alias hun onvermijdelijk farizëisme grandioos bloot legt. Waarmee we terug zijn bij Marx. Hij had soms echt wel goeie ideeën.
De TRIAS POLITICA is bedreigd, de Rechtsstaat lijkt zich tot een monster te ontpoppen, verweer ertegen noemen ze ‘de verrechtsing van de Nederlandse politiek’. De brutale interventie in de NL verkiezingsstrijd 2017 van de commissie Rechtsstatelijkheid van de Nederlandse orde van advocaten, is de bekroning van deze stelling.