De verkiezingen van afgelopen woensdag kende winnaars en verliezers. Op deze pagina kunt u met behulp van een interactieve grafiek zelf uitzoeken waar de kiezers van elke partij vandaan kwamen – of waar ze naartoe vertrokken. Dan blijkt dat er veel gebeurt onder het oppervlak.
In termen van zetels verschoof er woensdag niet zo gek veel. Slechts 21 zetels wisselden ten opzichte van 2017 van eigenaar. Ter vergelijking: bij de vorige verkiezingen vonden maar liefst 38 zetels een nieuwe bestemming. Kleine verschuivingen doen er echter wel degelijk toe: in een gefragmenteerd landschap met krappe meerderheiden bepalen ze waar het zwaartepunt van de macht komt te liggen. En zelfs bij een relatief stabiele verkiezing gebeurt er onder de oppervlakte meer dan je denkt. Zo wisselde een partij als de PvdA, die stabiel bleef met 9 zetels, een groot deel van haar achterban in voor een andere. In de interactieve grafiek onderaan deze pagina kunt u zelf uitzoeken hoeveel kiezers de ene partij voor de andere verruilden – of juist trouw bleven.
De kiezersstromen zijn gebaseerd op online onderzoek van Ipsos, in opdracht van de NOS, onder een representatieve steekproef van 6.420 stemgerechtigde Nederlanders, gedurende de drie verkiezingsdagen. Respondenten gaven daarbij zelf op waar ze de vorige keer op stemden. Hoewel niet iedereen op dat vlak een goed geheugen blijkt te hebben, geven deze data niettemin een uniek inkijkje in de achtergrond van de verkiezingsuitslag.
De kiezersstromen tonen drie ontwikkelingen.
Kiezers wisselden wel degelijk van partij…
Ondanks de relatieve stabiliteit in termen van gewisselde zetels gebeurde er van alles. De winnaars van de verkiezingen danken een groot deel van hun stemmen aan de toestroom van kiezers die in 2017 nog op een andere partij stemden, of toen niet stemden. Van het VVD-electoraat uit 2017 stemde 65% bij de afgelopen verkiezingen weer op de VVD. (De rest vertrok naar – en werd aangevuld uit – andere partijen, vooral op rechts.) Bij D66 was dit 53%. Forum voor Democratie wist zelfs maar iets meer dan een kwart van haar oorspronkelijk electoraat uit 2017 vast te houden. Dat werd aangevuld met (mogelijk coronasceptische) kiezers afkomstig van een diverse groep andere partijen, waaronder de PVV en de SP. Er zijn ook uitzonderingen. De partijtrouw bij de ChristenUnie zit dicht tegen de 70% aan, en de SGP haalt de 80%.
…maar niet zomaar: ideologische blokken
Kiezers zaten dus bepaald niet stil. Maar veel van de bewegingen binnen het electoraat waren voorspelbaar. Net als bij vorige verkiezingen wisselen kiezers vooral tussen gelijksoortige partijen. Daarbij zijn nog steeds een links en een rechts blok zichtbaar. GroenLinks, bijvoorbeeld, verloor veel 2017-kiezers aan linkse partijen als de PvdA en de Partij voor de Dieren. Ook BIJ1 past bij dit linkse blok. Op rechts zag het CDA zag ongeveer 10% van haar achterban uit 2017 overstappen naar de VVD.
Er is ook iets veranderd. Vergeleken met eerdere verkiezingen begint zich een derde blok af te tekenen: dat van de rechtspopulistische partijen PVV, FvD en JA1. Zo stemde ongeveer een kwart (24%) van de huidige achterban van FvD in 2017 nog op de PVV. Daarentegen is het verkeer tussen enerzijds de PVV en FvD en anderzijds het ‘klassieke’ rechts blok redelijk opgedroogd – er is nog maar weinig uitwisseling met de VVD of het CDA. JA21 hangt wel degelijk een beetje tussen het rechtse en het rechts-populistische blok in: de partij trok zowel kiezers van FvD als van CDA en VVD.
Ook D66 beweegt zich, als vanouds, op de grens tussen het linkse en rechtse blok. De partij van Sigrid Kaag trok bij de verkiezingen veel kiezers aan die in 2017 nog op GroenLinks of de PvdA stemden, maar wist ook een deel van de 2017-kiezers van de VVD en het CDA te verleiden. Daarmee vormt D66 nog steeds een brug tussen het linkse en rechtse blok.
De ene kiezer is de andere niet
Natuurlijk vormen kiezers geen homogeen blok. Verschillende mensen wisselen om verschillende redenen van partij. De interactieve grafiek hieronder laat dat zien door de stromen verder uit te splitsen naar subgroepen. Hoe bewogen de hoger opgeleiden, kiezers met weinig vertrouwen, jongeren, late beslissers, en andere groepen Nederlanders?
Dan valt bijvoorbeeld op dat de linkse partijen veel kiezers pas in de laatste dagen aan D66 kwijtraakten. Kiezers die al eerder besloten wat ze gingen stemmen bleven vaker trouw aan linkse partijen. Ook is te zien dat onder de FvD-stemmers uit 2017 de groep met het allerminste vertrouwen in de politiek het vaakst de partij trouw is gebleven. FvD’ers met net wat meer vertrouwen in de politiek zijn vertrokken naar de PVV of andere rechtse partijen. Omgekeerd zijn voormalig PVV’ers met zeer laag vertrouwen het vaakst overgestapt naar FvD. Zo ontstaat dus een verdere specialisatie in het rechtspopulistische blok waarbij FvD kiezers trekt die het verst af staan van de gevestigde politiek.
Leeftijd doet er ook toe. Zo is een groot deel van de steun voor D66 onder jongeren afkomstig van kiezers die de vorige keer nog niet stemden – velen zullen dat voor het eerst hebben gedaan. De PvdA wist haar oudere kiezers uit 2017 – een groep die waarschijnlijk het langst rondloopt met een PvdA-identiteit – nog redelijk goed vast te houden (ongeveer de helft), terwijl jongere kiezers veel vaker vertrokken naar andere partijen (slechts een kwart bleef).
Probeer het zelf
Kunt u hier geen genoeg van krijgen? In de interactieve grafiek hieronder kunt u zelf uitzoeken waar kiezers vandaan kwamen en naartoe gingen. Uiteraard geldt daarbij dat hoe kleiner en specifieker de groep – zeg, JA21-stemmers uit matig stedelijke gebieden – hoe minder precies de voorspellingen. Maar de grote lijnen vindt u hier wel degelijk. Veel plezier!
Onderzoeksverantwoording
Deze gegevens zijn gebaseerd op onlineonderzoek van Ipsos in opdracht van de NOS onder een representatieve steekproef van 6.420 stemgerechtigde Nederlanders. Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid zijn door middel van een weging gecorrigeerd. De data zijn ook gewogen op basis van de voorlopige uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen 2021. De gegevens zijn verzameld op 15-16-17 maart 2021. Bij een steekproef van deze grootte, en uitgaande van een betrouwbaarheidsniveau van 95%, lopen de onzekerheidsmarges voor de totale steekproef uiteen van ongeveer 0.5% tot ongeveer 2%. Bij subgroepen in de steekproef (bijvoorbeeld stemmers op een bepaalde partij) lopen de marges uiteen van ongeveer 2% tot ongeveer 4% voor grotere partijen, en van ongeveer 2% tot ongeveer 7% bij kleinere partijen.
Foppe zegt
zouden jullie nog informatie over cohortgroottes kunnen toevoegen ergens? Het is erg handig om dit zo te kunnen gebruiken, maar zeker bij ‘mate van politiek vertrouwen’ ben ik erg benieuwd hoe dat zich tot elkaar verhoudt binnen elke partij, en hoe het correleert met partijkeuze enzo.
Ronald Heijman zegt
VVD, D66 en FvD hollen de andere partijen uit.
Samen met de nieuwkomers geeft dat de grote onvrede aan over de andere politieke partijen.
De jeugd bepaalt vanaf nu het toekomstige politieke landschap. D66 en FvD kunnen hiervan het meest profiteren.
PvdD en Groen Links worden door D66 overbodig, het groeipotentieel voor D66 naar 35 zetels
FvD, PVV, VVD en JA21 worden een communicerend vat, waarvan een nulgroei het maximaal haalbare is, maar eerder kan een daling worden verwacht.