Dat de PVV toch echt geen linkse partij is, is op StukRoodVlees al vaker uitgelegd. Tom Louwerse toonde dat het stemgedrag van de PVV in de Tweede Kamer simpelweg rechts is. Armen Hakhverdian liet zien dat kiezers de PVV op economisch gebied rechts van het midden plaatsen. Waar komt het hardnekkige beeld – de laatste weken gepropageerd door onder andere VVD’ers Mark Rutte (bij Buitenhof) en Dilan Yesilgoz (bij Pauw) – dan vandaan?
Een van de weinige resterende opties is dat niet het gedrag of het beeld maar de verkiezingsprogramma’s van de PVV links is. Maar ook dat lijkt onzin.
Het verkiezingsprogramma van 2017 is te kort om al te diepgravende analyses op los te laten. Maar Huib Pellikaan (Universiteit Leiden) heeft – in samenwerking met Sarah de Lange (UvA) en mijzelf – onderzoek gedaan naar de economische en culturele opstelling van politieke partijen volgens hun verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen tussen 2002 en 2012. Doordat de PVV aan drie van deze verkiezingen deelnam, kunnen we eenvoudig zien waar de partij staat.
In de bovenstaande figuur staat de horizontale as voor de economische tegenstelling van links (meer overheidsingrijpen) naar rechts (meer vrije markt). De culturele tegenstelling is weergegeven in de verticale as van een meer monoculturele voorkeur (boven) naar een multiculturele voorkeur (onder). Het is opvallend hoe consistent de programmatische positie van de PVV (blauwe stip) tussen 2006 en 2012 was: De PVV-programma’s zijn bijzonder uitgesproken tegen de multiculturele samenleving, en op economisch gebied consequent net rechts van het midden. Links is de partij in elk geval niet te noemen.
Van onuitgesproken naar ambivalent (en terug)
Zo’n positie net rechts van het midden kan twee oorzaken hebben. Enerzijds kan het komen doordat de partij zich simpelweg niet uitspreekt op (de meeste) economische thema’s. Dat gold voor de PVV voor het verkiezingsprogramma van 2006 en zal ongetwijfeld ook gelden voor dat van 2017.
Anderzijds kan ook een ambivalente opstelling leiden tot zo’n positie. En dat is wat de PVV met name in 2012 liet zien. Enerzijds toonde de partij zich voorstander van een aantal typisch linkse beleidspunten (niet snijden in sociale zekerheid), anderzijds van een aantal typisch rechtse thema’s (lastenverlichting, verlaging van de vennootschapsbelasting, snijden in het ambtenarenapparaat).
Het PVV-programma heeft op economisch gebied een verandering doorgemaakt: van een goeddeels onuitgesproken naar een ambivalente positie, en weer terug.
VVD’ers en de PVV
Maar waar komt dan die suggestie van de VVD vandaan dat de PVV zo radicaal links is? Je zou het campagneretoriek kunnen noemen, om de grootste electorale rivaal aan te vallen. Maar misschien ligt het sentiment iets dieper. Het VVD-programma is zelf op economisch gebied – zeker in de laatste jaren – uitgesproken rechts. Wellicht zijn daardoor in het VVD-perspectief alle andere partijen een linkse pot nat.
Quintus Backhuys zegt
Alle gevestigde partijen in NL zijn (economisch) socialistisch. Dat de PVV iets minder socialistisch is zorgt dat de partij relatief rechts is. In vergelijk met Roemer is Asscher n rechtse bal.
Tom van der Meer zegt
Dat echoot het sentiment van de jaren 60, waarin alles rechts van de communisten fascistisch zou zijn.
Alles hangt af van het perspectief. Maar wie de status quo als uitgangspunt neemt (zoals in dit onderzoek) of de wetsvoorstellen (zoals in het onderzoek naar parlementair stemgedrag), ziet de PVV economisch rechts van het midden. Rechtser dan oa PvdA en CU. Minder rechts dan CDA, SGP, D66.