Sinds vrijdag 13 februari wordt het Bungehuis van de Universiteit van Amsterdam bezet door een groep studenten en een enkele medewerker. Onder de naam ‘De Nieuwe Universiteit’ eisen ze onder andere een grotere mate van democratie aan de UvA en een verandering van de reorganisatieplannen van de faculteit Geesteswetenschappen. Een analyse van de krantenberichtgeving over de bezetting laat zien dat De Nieuwe Universiteit over de publiciteit vooralsnog niet veel te klagen heeft. Eerder onderzoek laat echter zien dat het geen vanzelfsprekendheid is dat deze positieve berichtgeving aanhoudt.
De berichtgeving
Sinds 13 februari tot en met vanochtend zijn er 60 krantenartikelen over de Bungehuisbezetting verschenen in de landelijke dagbladen en het Amsterdamse dagblad het Parool. De meeste berichten verschenen op vrijdag 20 februari, de dag na het kort geding dat het College van Bestuur tegen de bezetters aanspande (zie figuur 1).
Figuur 1. Aandacht voor Bungehuisbezetting
Een bescheiden inhoudsanalyse van de artikelen laat zien dat er in opvallend veel van de artikelen aandacht wordt besteed aan de eisen van de bezetters. Precies driekwart van stukken bevat een kortere of langere discussie van die eisen. In bijna 40 procent van de gevallen wordt één van de bezetters of hun sympathisanten aan het woord gelaten. Expliciete kritiek op hen vinden we maar in 32 procent van de artikelen, terwijl in een vergelijkbare hoeveelheid van de artikelen de tactiek die de actievoerders kiezen wordt bediscussieerd. In 43 procent van de artikelen wordt de UvA en/of het CvB direct bekritiseerd (zie figuur 2).
Figuur 2. Inhoud van mediaberichtgeving
In de kranten is veel sympathie te lezen voor de actievoerders, onder andere in de column ‘Eindelijk, eindelijk komt er luid protest’ van Aleid Truijens (Volkskrant, 21 februari). De kritiek op de bezetters richt zich vooral op de schade die de acties toebrengen aan wetenschappelijk onderzoek en dan met name aan het baby-onderzoek dat in het Bungehuis wordt uitgevoerd. Het Maagdenhuis is in de berichtgeving nooit ver weg: de paralellen met de acties uit 1969 worden veelvuldig getrokken.
The whole world is watching
Hoewel protestbewegingen vaak klagen over gebrekkige publiciteit en – als deze publiciteit er wel is – te veel aandacht voor tactieken en conflict in plaats van hun inhoudelijke beweegredenen, doet de positieve publiciteit niet gek aan. In het boek ‘The whole world is watching’, een klassieke studie van de New Left in de Verenigde Staten in de jaren zeventig, legt Tod Gitlin de relatie tussen de protestbeweging en de media bloot. Hij laat zien dat journalisten in eerste instantie gefascineerd waren door de New Left en dat zij met positieve berichtgeving de steun en sympathie voor de beweging deden toenemen. Om aan de eisen van nieuwswaardigheid te (blijven) voldoen moeten de beweging en haar acties drama, conflict en personalisering bevatten. In het geval van de New Left zorgde dat ervoor dat leiders zich in steeds grotere mate op mediastrategieën richten en dat in de berichtgeving interne strubbelingen en rariteiten centraal kwamen te staan. Uiteindelijk resulteerde dat in een erosie van steun voor de beweging.
Zelfde lot?
Of De Nieuwe Universiteit een zelfde lot beschoren is, is natuurlijk afwachten. Zij kunnen rekenen op veel (terechte) sympathie van binnen en buiten de UvA en academische wereld. Maar als hun acties lang blijven voortduren zal ook de kritiek toenemen – in dat opzicht is het misschien geen slecht idee nu te proberen zaken te doen met het CvB en een aantal eisen binnen te halen.
Indien er personen zijn die het niet eens zijn met de inrichting en de verworvenheden van ons hoger onderwijs, ontstaan vanuit de democratie, raad ik ze aan niet op de universiteit te gaan studeren.
Indien ze herrie willen schoppen met hun door de samenleving gesubsidieerde collegekaarten in de hand, dan: Overheid: Collegekaarten inleveren en gewoon aan het werk laten gaan !! Deze mannen en vrouwen hebben we niet nodig in een goed geordende samenleving en zeker niet op de plaatsen, waarvan ze zich voorstellen terecht te komen !! Verantwoordelijke Overheid : Wellicht ook denken aan de werkeloosheidsuitkering, waarop ze zeker een beroep zullen doen !
Sinds de herziening van de wet op het Wetenschappelijk Onderwijs is van democratie aan de universiteit geen sprake meer. Studenten hebben inspraak, maar geen enkele vorm van reële macht en hetzelfde geldt voor medewerkers. De top wordt voor een groot deel gevormd door ‘mensen uit de praktijk’ oftewel captains of industry die van het universitaire bestel en het werk geen enkele kennis hebben. Niet alleen is er al jarenlang bezuinigd terwijl intussen de studentenaantallen groeiden, de verdeling over alpha en bèta’s is ook scheef. Hopelijk laten studenten zich niet teveel afleiden van de centrale eisen.